• Retour

Le mensonge et la Vérité, leur Origine

L’Action de l'Esprit est manifeste là où les concepts de Vérité et de mensonge sont tenus clairement séparés, donc lorsqu’on reconnait si c’est Dieu ou Son adversaire qui est à l’Origine de ce qui est offert aux hommes. L'esprit de Dieu déclarera toujours la lutte à toute non-vérité, étant donné qu’Il est en soi la pure Vérité, le Rayonnement de Dieu qui Est la Vérité Même. La Vérité et le mensonge sont des opposés, donc l'Origine doit aussi être deux entités totalement opposées. Et l'homme qui se trouve dans la Vérité, se sentira toujours uni avec Dieu, c'est-à-dire qu’il aspirera au Bien depuis l'intérieur, tandis que le disciple du mensonge sera soumis à la volonté du pouvoir qui attise tous les mauvais instincts dans l'homme. De même que le Concept de Vérité peut être mis en liaison seulement avec Dieu, de même l'homme qui se relie avec Dieu n'aura jamais à craindre la non-vérité ou le mensonge et par conséquent il peut être présupposé toujours la Vérité, là où la volonté des hommes est tournée vers Dieu. Ce ne sont pas les paroles qui sont déterminantes, mais les actions de ceux qui croient être dans la connaissance. Un homme qui ne peut pas se consacrer à faire assez d’actions d'amour, sera aussi inévitablement dans la Vérité, parce que l'esprit de Dieu guide ses pensées à la juste connaissance. Mais ces hommes qui ne sont pas actifs dans l'amour représenteront le mensonge parce que leurs pensées sont influencées par le pouvoir opposé à Dieu. Celui-ci cherchera toujours à mélanger la Vérité et le mensonge. L'homme ne reconnaîtra ni la Vérité ni le mensonge comme tels, mais il acceptera sans jugement tout ce qui lui est offert, et il ira même jusqu’à considérer tout comme bon, même lorsque les forces malignes se laissent reconnaitre avec évidence. Parce qu'il n'abhorre pas le mensonge, vu qu’il est aveugle en esprit, et dans son être sans amour il est encore très semblable à un être qui est lui-même dépourvu de n'importe quel amour. Et il ne sentira même pas en lui la poussée pour vouloir reconnaître le vrai et le juste, parce qu'il ne désire rien de ce qui est de Dieu tant qu’il se trouve encore sous le pouvoir de l'adversaire de Dieu. Il est dès lors compréhensible que l’Action de l'esprit ne soit pas possible, parce que l'esprit de Dieu ne peut se manifester que seulement là où la Vérité est désirée, parce que Dieu peut offrir du Divin seulement à ceux qui désirent s'approcher de Dieu. Mais le mensonge procède de l'adversaire et reconduit de nouveau à lui, parce que tout ce qui est mensonge, signifie éloignement de Dieu et donc rapprochement de l'adversaire. L'homme qui désire la Vérité reconnaitra toute les signes distinctifs de la Vérité comme aussi ceux du mensonge et très vite il saura où il doit chercher la Vérité et où il peut éviter le mensonge. Parce que l'homme qui désire la Vérité se donne lui-même à Dieu, c'est-à-dire que ses pensées sont maintenant éclairées avec Son Esprit, et sont tournées pour qu'il puisse reconnaître clairement et distinguer la Vérité du mensonge.

Amen

Leugen en waarheid en hun oorsprong

Het werkzaam zijn van de GEEST is niet te miskennen, waar de begrippen waarheid en leugen zo duidelijk van elkaar worden onderscheiden, dus GOD of Zijn tegenstander als oorsprong van datgene wat de mensen wordt aangeboden, te herkennen is. De GEEST uit GOD zal steeds tegen elke onwaarheid ten strijde trekken, daar HIJ in Zich de zuivere Waarheid is - de Uitstraling van GOD, DIE de WAARHEID Zelf is. De waarheid en leugen zijn zo tegengesteld, dat ook de oorsprong ervan twee heel tegengestelde wezens moeten zijn. En steeds zal de mens die zich in de waarheid bevindt, zich met GOD verbonden voelen, d.w.z. vanuit zijn innerlijk het goede nastreven, terwijl de aanhanger van de leugen gebonden is aan de wil van de macht die alle slechte driften en neigingen in de mens opwekt.

Zoals nu het begrip waarheid alleen met GOD in verband kan worden gebracht, zal de mens nooit onwaarheid of dwaling hoeven te vrezen die zich zelf in verbinding stelt met GOD en bijgevolg kan steeds daar de waarheid vermoed worden waar de wil van de mensen op GOD is gericht. Maatgevend daarvoor zijn echter niet de woorden, maar de daden van diegenen die geloven dat ze wetend zijn. Een mens die niet ophoudt met werkzaam te zijn in liefde, zal onherroepelijk in de waarheid wandelen want de GEEST uit GOD stuurt zijn gedachten naar het goede inzicht.

Maar achter de leugen staan zullen die mensen die niet actief zijn in de liefde, want het denken van hen wordt door de macht die tegen GOD gericht is, beïnvloed. Deze zal steeds waarheid en leugen trachten te vermengen. De mens zal noch de waarheid begeren, noch de leugen als zodanig inzien, veeleer alles zonder te oordelen aannemen wat hem wordt aangeboden, nog wel alles voor goed houden, zelfs wanneer men duidelijk kan besluiten dat er slechte krachten in het spel zijn. Want hij verafschuwt de leugen niet daar hij in zijn verstand blind is en door zijn liefdeloze wezen nog zeer verwant is aan hem die zelf zonder enige liefde is. En hij zal ook niet de drang in zich voelen het ware en juiste te willen inzien, omdat hij niets begeert wat van GOD is, zolang hij zich nog in de macht van de tegenstander van GOD bevindt.

Een werkzaam zijn van de GEEST is dan begrijpelijkerwijs niet mogelijk, want de GEEST uit GOD kan Zich alleen uiten waar de waarheid wordt begeert, omdat GOD het goddelijke alleen aan diegene kan aanbieden die probeert dichter bij GOD te komen. Maar de leugen gaat van de tegenstander uit en voert ook naar hem terug, want alles wat leugen is, betekent verwijdering van GOD en dus aanpassing aan Zijn tegenstander.

Alle kenmerken van de waarheid zowel als ook die van de leugen worden herkenbaar aan de mens die naar de waarheid verlangt en hij zal zeer spoedig weten waar hij de waarheid zoeken moet en waar hij de leugen kan vermijden. Want de mens die de waarheid begeert geeft zichzelf, d.w.z. zijn denken, over aan GOD, DIE hem nu met Zijn GEEST verlicht, d.w.z. het denken richt, zodat hij duidelijk kan inzien en de waarheid goed onderscheidt van de leugen.

Amen