• Retour

Les enseignements spirituels exigent la prière pour obtenir la Grâce de Dieu

Chaque enseignement spirituel apporte au fils terrestre une Bénédiction ineffable dès qu’il est précédé par la prière pour obtenir la Grâce de Dieu et donc celle-ci rend possible Son apport de Grâce. Dieu veut pourvoir l'homme avec Sa Grâce et c’est une Grâce incompréhensible, lorsqu’Il veut l’initier en lui transmettant Ses Enseignements. Mais l'homme n'est pas toujours disposé à recevoir Sa Grâce ; il n'est pas toujours de bonne volonté pour se laisser enseigner ou bien accueillir dans le cœur ce qui lui est offert. Or la Grâce divine peut devenir efficace dans l'homme seulement lorsque celui-ci la désire, c'est-à-dire la demande par une prière intime. Les Enseignements que Dieu fait arriver aux hommes, sont si extraordinairement instructifs et éclairent l'esprit de l'homme que tout ce qu’il ne pouvait auparavant pas saisir lui devient compréhensible, sa tendance vers le Haut est rendue beaucoup plus facile, parce qu'il reconnaît le sens et le but de la vie terrestre. Il se rend compte de son origine et de son but et maintenant il peut continuer son chemin terrestre guidé par son savoir se sorte qu’il lui soit utile pour l'Éternité. C’est une Grâce imméritée, un Don qui est fondé sur l'Amour de Dieu, mais celui-ci n'est jamais accordé à l'homme qui ne respecte pas un tel Don de Grâce, qui ne le désire pas, et qui donc ne le demande pas consciemment à Dieu par la prière. Donc beaucoup d'hommes s’en vont les mains vides, ils ne peuvent pas être pourvu avec la Sagesse divine, ils ne peuvent pas recevoir Ses Enseignements parce qu'ils ne font rien pour avoir part à la Grâce divine ; ils ne Le supplient pas pour Sa Grâce, bien que Dieu voudrait la leur offrir toujours et toujours de nouveau, donc Il leur donne l'annonce de Son très grand Amour et de Sa Miséricorde par la bouche d'hommes choisis pour cela. Les indications données doivent inciter les hommes à se tourner avec confiance vers Lui en demandant la transmission de Sa Grâce. Ils doivent venir au Père comme des fils et Lui présenter leurs faiblesses et leurs misères de l'âme et ils doivent Lui demander la Force et la Vigueur pour que maintenant Il puisse répandre Sa Grâce dans une très grande mesure, pour qu'Il puisse les instruire et leur transmettre un très pur savoir. Alors leurs récompense sera une très riche Bénédiction, ils mûriront spirituellement et augmenteront leur savoir, ils ramasseront du bien spirituel et ils pourront le répandre tant qu’ils marchent sur la Terre et un jour ils pourront entrer dans l'Éternité avec de riches trésors. Ils résisteront à chaque tentation, parce que lorsqu’il leur est transmis le savoir, la Force afflue en même temps, parce que le savoir est Lumière et Force. Donc ils pourront offrir résistance à chaque attaque. Ils désireront toujours plus intimement Dieu et tendront vers Lui avec une ferveur toujours plus grande plus ils utilisent l'apport de Sa Grâce divine. Ce qu’ils désirent ne sera pas laissé en jachère. Ils voudront faire participer le prochain à leur Bénédiction en ce qui concerne tout ce qui leur est devenu cher ; ils donneront aux autres avec amour les enseignements qu'ils ont reçus et lorsqu’une intime prière accompagne ce travail, il sera bénit.

Amen

Geestelijke onderrichtingen vereisen het gebed om Gods genade

Elk geestelijk onderricht levert het mensenkind onnoemelijke zegen op, zodra het ernstige gebed om Gods genade eraan voorafgegaan is en dit dus Zijn genadeschenking mogelijk maakt. God wil de mens met Zijn genade bedenken en het is een onbegrijpelijke genade, dat Hij hem wetend wil maken en hem Zijn leringen geeft. Maar de mens is niet altijd bereid om Zijn genade in ontvangst te nemen. Hij is niet altijd genegen om zich te laten onderwijzen of het hem gebodene in het hart op te nemen. Maar de goddelijke genade kan pas dan in een mens werkzaam worden, als deze ernaar verlangt. Dat wil zeggen hier door een vurig gebed om vraagt.

De leringen die God de mens toe laat komen, zijn buitengewoon leerzaam en verlichten de menselijke geest. Voor hem wordt alles begrijpelijk, wat hij eerst niet kon begrijpen. Zijn opwaartse streven wordt voor hem aanzienlijk makkelijker, omdat hij de zin en het doel van het aardse leven inziet. Hij wordt zich van zijn oorsprong en doel bewust en hij kan nu zijn gang over de aarde overeenkomstig zijn kennis afleggen. Dat wil zeggen nuttig voor de eeuwigheid. Dit is een onverdiende genade. Een geschenk, dat gebaseerd is op de liefde van God, maar dat nooit naar die mens toegestuurd wordt, die aan zo’n genadegeschenk geen aandacht schenkt. Die er niet naar verlangt. Die er dus niet bewust door het gebed tot God om vraagt.

En daarom vertrekken zo veel mensen met lege handen. Ze kunnen niet bedacht worden met goddelijke wijsheid. Ze kunnen Zijn leringen niet in ontvangst nemen, want ze doen niets om aan de goddelijke genade deelachtig te worden. Ze smeken hier niet om, ofschoon God hen deze steeds weer aan zou willen bieden. Hun dus door de mond van een mens Zijn enorme liefde en barmhartigheid bekendmaakt.

De verwijzing hiernaar moet de mensen ertoe bewegen om zich vol vertrouwen vragend tot Hem te wenden om het overdragen van Zijn genade. Ze moeten als kinderen tot de Vader komen en Hem hun zwakheid en de nood van hun ziel bekendmaken en ze moeten kracht en sterkte aan Hem vragen, opdat Hij nu Zijn genade in overvloed aan hen uit kan delen, opdat Hij hen kan onderwijzen en hun de zuiverste kennis kan geven. Dan zal de kostbaarste zegen hun loon zijn. Ze zullen geestelijk rijpen en hun kennis zal toenemen. Ze zullen geestelijke goederen kunnen verzamelen en uitdelen, zolang ze over de aarde gaan en ze zullen eens met een rijke schat de eeuwigheid binnen kunnen gaan.

En ze zullen elke verleiding weerstaan, want als hun kennis gegeven wordt, stroomt er ook kracht naar hen toe, want kennis is licht en kracht. En zodoende zullen ze weerstand kunnen bieden aan elke verleiding. Ze zullen steeds vuriger naar God verlangen en steeds ijveriger naar Hem streven, naarmate ze meer van Zijn goddelijke genadeschenking gebruik maken. Waar ze naar verlangen, dat laten ze niet braak liggen. Ze zullen ook de medemensen de zegen willen brengen van dat, wat hun lief en waardevol geworden is. Ze zullen de leringen, die ze ontvangen hebben, in liefde doorgeven en als een vurig gebed dit werk begeleidt, zal dit ook gezegend worden.

Amen