La connaissance de la Vérité prend racine dans la liaison vivante avec Dieu, parce que tendre à un dialogue intime avec Lui a pour conséquence que Lui-même instruit l'homme. Cependant la leçon divine peut seulement être selon la Vérité et celle-ci ne sera jamais demandée en vain par l'homme. Ce qu’il veut savoir, Dieu lui en donne la Réponse, dès que l'homme se tourne vers Lui avec sa question et lorsqu’il a une fois réalisé la liaison avec Dieu, alors il demandera tout ce qui lui semble digne de savoir, parce qu'il reconnait son ignorance et il la perçoit comme un manque qu’il voudrait suspendre. Mais en Dieu il reconnaît une Puissance qui est pleine de Sagesse, d'Amour et d'Omnipotence. Et maintenant il se tourne confiant vers cette Puissance qui suppose l'amour, il ne laissera pas inécoutée sa demande ; il se tourne vers Dieu pour être pourvu de Sa Sagesse avec une foi ferme que cela est possible. Et Dieu ne le déçoit pas, Il ne le laisse pas demander en vain parce qu'il veut que l'homme devienne sage, Il veut lui transmettre la Vérité et guider ses pensées sur la voie juste. Dieu instruit le fils terrestre vraiment de la manière juste, mais il doit venir à Lui tout seul par lui-même et désirer Sa Sagesse et le fils qui prend la voie vers Dieu, ne revient pas sur la Terre les mains vides. Pendant la réception il s'unit consciemment avec Lui. Maintenant il reçoit le Patrimoine spirituel du Royaume spirituel, soit sous forme de pensées ou de la Parole divine. Mais en dehors de cette intime liaison la Vérité ne sera jamais offerte à l'homme, parce que même là où la Vérité est transmise à travers la bouche d'homme, là elle sera reconnue comme Vérité seulement par une personne croyante qui tend vers Dieu, donc celle-ci devra être en liaison avec Dieu. Et le savoir terrestre que possède l'homme est vraiment sans importance. Lorsqu’il s'unit avec Dieu, tout savoir terrestre disparait, parce que le Maitre divin, outre la Sagesse, donne aussi la faculté de reconnaître cette Vérité. Son Amour Paternel met les pensées dans le Cœur de l'homme de sorte que celui-ci s’en rende clairement compte et stimule sa volonté pour les accepter et donc le patrimoine spirituel reçu est impérissable. Il a été accueilli par l'esprit et celui-ci saisit chaque Vérité, parce que lui-même est une Partie de Dieu. Dès que l'homme s'unit avec Dieu dans la prière ou à travers une profonde réflexion intime, il se détache de la Terre et la divine étincelle spirituelle en lui abandonne l'enveloppe terrestre et pour lui il n’existent pas d’explications terrestres limitées. L'esprit saisit tout ; même des problèmes apparemment insolubles pour l'homme sont facilement expliqués et la conséquence de cela est que son savoir dépassera hautement toute sagesse terrestre humaine. Et maintenant l'esprit apporte avec lui sur la Terre les Sagesses conquises, il cherche à transmettre à l'âme ce qu’il a accueilli. Et cela sera de nouveau possible seulement lorsque l'âme cherche plus souvent l'unification avec Dieu, lorsqu’elle entre en contact intime avec Lui. Chaque transmission spirituelle suppose l'amour pour Dieu, et cet amour détermine l'homme à questionner Dieu et à Lui demander la Réponse. Et à un Cœur affectueux et désireux il sera donné l'exaucement. Dieu lui parle et le bénit au travers de Son Être, de Son Action, de Son Amour et Son Omnipotence. Et l'homme doit devenir sage dès qu’il est instruit par Dieu Lui-Même.
Amen
TraducteursIn de levende verbinding met God wortelt de kennis van de waarheid. Want met God een vertrouwde dialoog te hebben, zal tot gevolg hebben, dat Hij Zelf de mensen onderwijst. Maar goddelijk onderricht kan alleen maar overeenkomstig de waarheid zijn en goddelijk onderricht zal nooit tevergeefs opgeëist worden door de mens. Wat hij weten wil, dat beantwoordt God, zodra de mens zich vragend tot Hem Zelf wendt en als hij eerst eenmaal de verbinding met God aangeknoopt heeft, dan zal hij ook vragen om dat, wat hem wetenswaardig lijkt. Want hij kent zijn onwetendheid en ervaart dat als een gebrek, dat hij uit de weg zou willen ruimen.
Maar in God herkent hij de macht, die vol wijsheid, liefde en almacht is. En hij keert zich nu vol vertrouwen naar deze macht, de liefde vooropstellend, die zijn verzoek niet onverhoord zal laten. Hij keert zich naar God om door Zijn wijsheid bedacht te worden in het vaste geloof dat dit mogelijk is. En God stelt hem niet teleur. Hij laat hem niet vergeefs vragen, want Hij wil, dat de mens wetend wordt. Hij wil hem de waarheid geven en zijn gedachten in de juiste baan leiden. God onderricht het mensenkind werkelijk op de juiste manier. Maar het moet vanuit zichzelf tot Hem komen en naar Zijn wijsheid verlangen en het kind, dat de weg naar God neemt, komt niet met lege handen naar de aarde terug.
Gedurende het in ontvangst nemen van de waarheid is het kind in het geestelijke rijk bij Hem, omdat het zich bewust met Hem verbindt. Het ontvangt nu geestelijke goederen in het rijk van het geestelijke, zij het via de gedachten of in de vorm van het goddelijke woord. Maar buiten deze innige verbinding zal de mensen nooit de waarheid aangeboden kunnen worden, want zelfs waar door de mond van de mens de waarheid doorgegeven wordt, daar zal ze pas als waarheid erkend worden door een eveneens gelovig, naar God strevend mens, dus deze zal eveneens met God in verbinding moeten staan.
En het is werkelijk van geen belang welke aardse kennis de mens bezit. Als hij zich met God verbindt, zal elke aardse kennis overvleugeld worden, want de goddelijke leermeesteer geeft met de waarheid ook de bekwaamheid om deze als waarheid te herkennen. Zijn vaderliefde legt de mensen de gedachten zo in het hart, dat deze hem heel duidelijk in het bewustzijn komen en de wil aansporen om deze te accepteren en de zo ontvangen geestelijke goederen zijn onvergankelijk. Het wordt door de geest ontvangen en deze begrijpt elke wijsheid, omdat hij zelf een deel van God is.
Zodra de mens zich in het gebed of door diep, innig nadenken met God verbindt, maakt hij zich van de aarde los en de goddelijke geestvonk in hem verlaat het aardse omhulsel. Nu bestaat er voor hem geen aards begrensde voorlichting meer. Hij begrijpt alles. Ook vraagstukken, die voor de mens onoplosbaar lijken, worden hem gemakkelijk te begrijpen opgehelderd en het gevolg daarvan is, dat zijn kennis torenhoog boven elke menselijke wijsheid uit zal steken. En nu neemt de geest de verworven wijsheden mee naar de aarde terug. Dat wil zeggen dat hij probeert om hetgeen hij vernomen heeft ook aan de ziel te geven. En dat zal weer alleen maar dan mogelijk zijn, wanneer ook de ziel de vereniging met God vaker zoekt. Wanneer ze in een innige verbinding met God treedt.
Elke geestelijke overdracht veronderstelt liefde voor God en deze liefde brengt de mens ertoe om God te vragen en Hem om een antwoord te smeken. En een liefdevol en verlangend hart zal vervuld worden. God spreekt tot hem en wijdt hem in Zijn wezen, Zijn werkzaam zijn, Zijn liefde en Zijn almacht in. En de mens moet wetend worden, zodra hij door God Zelf onderwezen wordt.
Amen
Traducteurs