La jouissance effrénée de la vie est le but et la tendance de cet homme qui marche encore sur la Terre dans la plus sombre nuit de l'esprit. Et comme il y trouve l’accomplissement, il déguste jusqu'au bout la vie et vit seulement selon le corps pendant que l'âme en sort vide. Et cet état doit être considéré comme extrêmement imparfait, lorsque l'homme se contente seulement de jouissances corporelles. Cela témoigne d'une prédisposition purement matérielle, alors l'homme est simplement une forme sans contenu, il n'est pas à placer plus haut que n’importe quelle créature à laquelle il manque aussi bien l'intellect que la libre volonté, parce que cette dernière n'est pas utilisée par l'homme ou bien elle l’est d’une manière totalement fausse. Les Dons qui distinguent l'homme de l'animal, doivent avoir pour but le développement vers le Haut de l'âme, leur emploi doit simplement produire la transformation de l'âme. Mais l'homme utilise ces Dons seulement pour augmenter le bien-être du corps, et donc il en abuse. La situation de la vie de l'individu dans cela n'est pas déterminante, parce que tendre vers la jouissance de la vie est déjà un abus de la force vitale qui lui arrive et des Dons qui lui sont offerts par l'Amour de Dieu. Que la vie lui en apporte l'accomplissement ou non, ne change rien, car son désir aggrave l'obscurité de son âme, parce que tendre et regarder vers cela retient l'âme de sa vraie tâche. Donc la vie peut rester de toute façon vide et pauvre de joies terrestres et le développement animique vers le Haut ne lui importe pas, parce que le désir est tourné vers la jouissance terrestre. Souvent l'accomplissement leur est refusé afin de les détourner de leurs tendance et de les réorienter vers des expériences spirituelles, mais ils ne trouvent pas la voie vers le Royaume spirituel. Leur but le plus haut est et reste le bonheur terrestre. Et une telle prédisposition ne diminue pas la distance de Dieu, elle est donc la cause d’une insuffisance qui aura pour conséquence un abime inimaginable à la fin de la vie terrestre. Et cet abime ne peut plus s'aplanir lorsque l'âme a laissé le corps terrestre. Mais il peut suffire à l’homme d’un bref temps terrestre pour aplanir ce trou lorsqu’il prend sérieusement en main la formation de son âme. C’est pourquoi dans les dernières années de sa vie, il se présente à l'homme toujours plus souvent des occasions qu'il doit utiliser et qui peuvent lui procurer, s’il est de bonne volonté une incomparable bénédiction, parce que Dieu ne laisse pas des âmes errantes sans Assistance, même si l'homme ne l'admet pas, c'est-à-dire que compte tenu de sa prédisposition pour les joies terrestres et les biens terrestres, il se tourne vers l'adversaire de Dieu. Dieu luttera pour cette âme jusqu'à sa mort. Il sera toujours prêt avec Son Aide et Il la guidera de sorte que ses pensées soient orientées vers la région spirituelle. Et à sa volonté il est de nouveau toujours donné l'opportunité de se décider. Parce que l’Amour divin est tel qu’il ne laisse pas tomber celui qui veut s'éloigner de Lui. Mais Dieu n'interviendra jamais dans la volonté de l'homme d’une manière décisive, toutefois il guidera les hommes ensemble d’une manière si évidente qu’ils pourront être complémentaires, c'est-à-dire qu’Il mettra en liaison des hommes ignorants avec ceux qui peuvent les servir et les enseigner. C’est souvent une tâche ardue, tant que le monde les stimule encore, car leur volonté est affaiblie pour l'acceptation de Vérités spirituelles. Mais parfois il suffit seulement de peu de tentatives pour que l'homme devienne réceptif, c'est-à-dire, lorsque le monde le fournit insuffisamment. Le désir inassouvi peut aussi porter au dépassement de ce désir et alors cet événement sera riche de bénédiction. Alors à l'homme la lutte contre lui-même c’est à dire contre ses désirs a été rendue facile suite au refus de l'accomplissement. Et même cela est un Don de Dieu qui peut mener à la juste décision de la libre volonté. Ce que les hommes condamnent souvent parce que c’est amer et dur, ils en remercieront un jour Dieu lorsque cela leur aura procuré le juste succès, ou bien ils s'en repentiront amèrement lorsque leur volonté a laissé inaperçue cette Grâce.
Amen
TraducteursHet ongestoorde levensgenot is doel en streven van de mens die nog in de donkerste geestelijke nacht op aarde leeft. En zodra hij dit verwezenlijkt, geniet hij ten volle van het leven en leeft dus alleen maar voor het lichaam, terwijl de ziel met lege handen vertrekt. En wanneer de mens zich tevreden stelt met alleen maar lichamelijk genot is deze toestand uitermate onvolmaakt te noemen. Dit getuigt van een puur materiële instelling, de mens is dan slechts een vorm zonder inhoud, hij is niet anders, d.w.z. niet hoger te waarderen dan elk ander schepsel waaraan verstand en vrije wil mankeert, want deze laatste wordt door de mens niet gebruikt, of op een totaal verkeerde manier.
De gaven die de mens onderscheiden van het dier moeten als doel de positieve ontwikkeling van de ziel hebben, het gebruik ervan moet enkel en alleen de omvorming van de ziel tot stand brengen. De mens echter gebruikt deze gaven alleen om naar lichaam een luxueuzer leventje te leiden en dus misbruikt hij ze. De levenssituatie van ieder mens afzonderlijk is daarbij niet doorslaggevend, want reeds het streven naar de geneugten van het leven is misbruik van de levenskracht die hem wordt toegestuurd en de gaven die hem door GOD's Liefde worden geschonken.
Of het leven hem vervulling brengt of niet verandert niets aan het feit dat hij door zijn verlangen de duisternis van de ziel verergert, want het denken erover en het streven ernaar houdt de ziel van haar eigenlijke taak af. Dus het leven kan evenwel leeg blijven en arm aan aardse vreugden en toch brengt het hem geen vooruitgang voor zijn ziel omdat het verlangen op aards genot is gericht. Velen wordt de vervulling vaak geweigerd om hen van hun denken en streven af te wenden en te richten op het geestelijke beleven en toch vinden ze niet de weg naar het geestelijk rijk. Het hoogste doel blijft voor hen aards geluk. En zo'n instelling maakt het van GOD verwijderd zijn niet minder, is dus oorzaak van een onvoorstelbaar manco met verstrekkende gevolgen op het einde van het aardse leven. En dit tekort is niet meer goed te maken zodra de ziel het aardse lichaam heeft verlaten.
Anderzijds kan een korte tijd op aarde volstaan om het verzuimde in te halen, wanneer de mens de vorming van zijn ziel ernstig neemt. En daarom wordt de mens in zijn laatste levensjaren steeds vaker geconfronteerd met gelegenheden die hij maar hoeft te benutten en die hem, als hij bereid is, onvergelijkelijke zegen kan opleveren, want GOD laat zielen die op een dwaalspoor gebracht zijn, niet zonder hulp, ook wanneer de mens deze niet aanvaardt, d.w.z. door zijn instelling tegenover wereldse vreugden en aardse goederen zich naar de tegenstander van GOD wendt. HIJ worstelt om diens ziel tot zijn dood. Steeds weer staat HIJ met Zijn hulp klaar en leidt hem zo dat zijn gedachten op geestelijk gebied worden gericht. En steeds wordt zijn wil gelegenheid geboden te kiezen. Want dit is goddelijke Liefde, Die niet laat vallen wat zich van HEM wil losmaken.
Maar GOD zal nooit beslissend ingrijpen in de wil van de mens, maar wel duidelijk de mensen bij elkaar brengen die elkaar aan kunnen vullen, d.w.z. HIJ laat onwetende mensen in verbinding treden met diegenen die hen van dienst kunnen zijn door te onderwijzen en te informeren. Het is vaak een zware opgave zolang de wereld nog bekoort en de wil daardoor verzwakt is, om geestelijke waarheden aan te nemen. Maar af en toe zijn ook slechts kleine pogingen voldoende dat de mens er ontvankelijk voor wordt - en wel als de wereld hem karig bedenkt. Onvervuld verlangen kan er ook toe leiden dat het verlangen te boven wordt gekomen en dan was het vruchtbaar. De strijd tegen zichzelf, tegen de eigen begeerte, is de mens dan makkelijk gemaakt, doordat hem de vervulling onthouden bleef. En dit is ook een genade van GOD die tot een juiste beslissing van de wil kan leiden. Wat de mensen vaak zo bitter en hard van de hand wijzen, daarvoor zullen ze eens GOD danken als het tot het juiste resultaat heeft geleid - of het bitter berouwen, wanneer hun wil ook deze genade buiten beschouwing liet.
Amen
Traducteurs