Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

La foi et l'amour sont nécessaires pour la connaissance

Seulement là où il y a l'amour il y a aussi la Lumière, et là où l’homme agit réciproquement dans l'amour, là il y aura aussi la compréhension. Parce qu'un homme affectueux qui cherche dans le plus profond de son cœur découvrira la Lumière qui brille en lui. Et il sera initié, bien qu’il se trouve dans une ambiance totalement ignorante. Chacun peut atteindre cet état initié si seulement il le veut. Seul le désamour met des barrières qui sont infranchissables, et la cause de l'obscurité spirituelle se trouve toujours dans ce désamour. Le savoir mondain n'est pas impliqué, mais plutôt le savoir spirituel. Mais la Miséricorde de Dieu fait arriver le savoir spirituel même à ceux qui ne descendent pas eux-mêmes dans la profondeur du cœur. Elle l'offre même là où il n'est pas désiré, justement pour réveiller le désir pour la Lumière. Alors il est souvent plus difficile de l'accepter en tant que Vérité divine, parce que l'homme n'a pas parcouru la voie juste pour atteindre le savoir et parce que sa foi dans l'Amour de Dieu, dans Sa Sagesse et Son Omnipotence, n'est pas assez forte. Il ne reconnaît pas Dieu dans Sa Grandeur, et il ne sait rien de Son Amour pour les hommes. Et donc il ne lui semble pas possible que cet Amour Se manifeste dans les rapports avec Ses fils terrestres. Et l’absence de foi ne fait pas reconnaître ce que Dieu fait sur lui. Amour et foi sont les soutiens de la Doctrine que Jésus Christ a annoncée. La connaissance prend racine dans l'amour et dans la foi. La foi dans l’Amour, la Sagesse et l’Omnipotence de Dieu fait apparaître tout comme étant possible parce que Dieu fonde tout sur Son Amour, le décide dans Sa Sagesse et l’exécute avec Son Omnipotence. Donc le cœur de celui qui est dans la foi est en même temps actif dans l'amour, il saisit aussi l’action extraordinaire des Forces spirituelles qui sont de la même Volonté que Dieu, et qui donc sont médiatrices du divin Courant de Force. Il est donc compréhensible que le désamour des hommes rende absolument nécessaire l’Action de Dieu. Celle-ci doit renouveler ou fortifier la foi, parce qu'autrement la Sagesse, la Vérité divine, ne peut pas être guidée vers les hommes. Mais c’est la Volonté de Dieu que la Lumière vienne parmi eux, et donc qu’ils cherchent à approfondir la foi, et cela est possible seulement lorsque se manifeste un processus où il n'y a aucune démonstration, donc qui permet d’accepter l’Action extra-terrestre. Aux hommes il ne peut pas toujours être donné des preuves, et ils doivent apprendre à croire sans celles-ci, et ils pourront même, en cas de doute, se tourner vers Dieu Lui-même pour l'Éclaircissement ou le renforcement de sa foi. La bonne volonté pour croire est déjà un progrès considérable, pouvoir croire est la conséquence de vouloir croire. Parce que Dieu donne aussi à celui qui veut croire la Force pour exécuter sa volonté, et ce qui, aujourd'hui, lui semble encore inacceptable, demain peut lui être déjà compréhensible, lorsqu’il aura parcouru la voie vers Dieu et que pas seulement l'entendement aura cherché à sonder quelque chose qui lui semble extraordinaire. Dieu veut qu'on s’adresse à Lui pour trouver la Vérité. Mais l'homme ne doit jamais se sentir appelé à vouloir expliquer sans l'Assistance divine, quelque chose qui semble extraordinaire. La prière fera vite la lumière en lui, si et dans la mesure où l’Action divine est la cause d’un processus extraordinaire. Donc la foi et l’action dans l'amour sont absolument nécessaires si l'homme veut émettre un jugement qui correspond à la Vérité. Mais celui à qui il manque les deux choses sera encore imparfait dans ses pensées. Il ne peut pas saisir la Vérité et donc il est incapable d'examiner ce qui est offert par Dieu aux hommes.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Geloof en liefde nodig voor het herkennen

Alleen waar de liefde is, daar is ook het licht en waar de liefde voor elkaar werkzaam is, daar zal ook het begrijpen zijn. Want een liefhebbend mens zal het lukken om in de diepste diepten van het hart te zoeken en hij zal het licht ontdekken, dat in hem schijnt. En hij zal wetend zijn, ofschoon hij zich in een volledig onwetende omgeving bevindt.

En iedereen kan deze staat bereiken, als hij dat wil. Alleen liefdeloosheid stelt grenzen, die niet overschreden kunnen worden en de reden van de liefdeloosheid is steeds te zoeken in de geestelijke duisternis. De wereldse kennis wordt geen schade berokkend, maar de geestelijke kennis wel.

Maar Gods ontferming laat ook degenen, die niet zelf in de diepten van het hart afdalen, geestelijke kennis toekomen. Hij biedt het ook daar aan, waar er niet naar verlangd wordt om in hen het verlangen naar licht op te wekken. Het is dan vaak moeilijk om het als goddelijke waarheid te accepteren, omdat de mens de eigenlijke weg naar de verwerving van kennis niet gegaan is en omdat zijn geloof in Gods liefde, wijsheid en almacht niet sterk genoeg is. Hij herkent God niet in Zijn grootheid en hij kent Zijn eindeloze liefde voor de mensen niet. En daarom lijkt het hem niet mogelijk, dat deze liefde tegenover Zijn mensenkinderen tot uiting komt. En het ontbrekende geloof laat hem niet beseffen wat God voor hem doet.

Liefde en geloof zijn de steunpilaren van de leer, die Jezus Christus verkondigd heeft. In de liefde en in het geloof wortelt ook het inzicht. Het geloof in Gods liefde, wijsheid en almacht laat alles mogelijk lijken, want het wordt gefundeerd op liefde, het wordt besloten in Zijn wijsheid en uitgevoerd door Zijn almacht. Het hart van degene die dus gelooft en tegelijkertijd in liefde actief is, die dezelfde wil heeft als God, die dus overdrager van de goddelijke krachtstromen is, begrijpt het buitengewone werkzaam zijn van deze geestelijke krachten. En daarom is het begrijpelijk dat de liefdeloosheid van de mens het duidelijke werkzaam zijn van God noodzakelijk maakt. Daardoor moet het geloof vernieuwd of versterkt worden, omdat anders de wijsheden, de goddelijke waarheid, de mensen niet toegevoerd kan worden.

Maar het is Gods wil dat er licht onder hen komt en zodoende probeert Hij eerst het geloof te verdiepen en dit is weer alleen maar mogelijk, wanneer een gebeurtenis plaatsvindt, waar de bewijsvoering wegvalt en het dus een bovenaards werkzaam zijn aannemelijk maakt. De mens kan niet steeds bewijzen geboden worden en het moet zonder zulke bewijzen leren geloven. Hij zal het ook kunnen als hij in geval van twijfel God Zelf vraagt om opheldering of versterking van het geloof.

De bereidwilligheid om te geloven is al een aanzienlijke vooruitgang. Het kunnen geloven is dan een gevolg van het willen geloven. Want God geeft degene, die geloven wil, ook de kracht om zijn wil uit te voeren en wat hem vandaag nog onaannemelijk lijkt, kan morgen al begrijpelijk voor hem zijn, wanneer de weg naar God door hem genomen wordt en niet alleen het verstand iets te doorgronden zoekt, wat hem bijzonder lijkt.

God wil dat Hem om de waarheid gevraagd wordt. Maar nooit moet de mens zich bevoegd voelen om iets wat bijzonder lijkt, zonder goddelijke hulp op te willen helderen. Als hij deze hulp afsmeekt, dan zal het spoedig helder in hem worden of en in hoeverre het goddelijke werkzaam zijn de oorzaak van een ongewone gebeurtenis is. Geloof en de werkzaamheid in liefde is daarom absoluut noodzakelijk, als de mens een oordeel wil vellen, dat met de waarheid overeenkomt. Maar degene, bij wie één van de twee ontbreekt, zal nog onvolmaakt zijn in zijn denken. Hij kan de waarheid niet begrijpen en is dus niet in staat om dat te onderzoeken, wat door God aan de mensen geboden wordt.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling