Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

La concession au mal – «Libère-nous de tout mal....»

Sans la Volonté divine rien ne peut se produire sur la Terre, donc à la base de tout ce qui se passe, il doit être mis en premier cette Volonté, que ce soit dans le bien ou dans le mal. Même ce que les hommes se causent ne serait pas exécutable si la Volonté divine l'empêchait. De toute façon ce serait une erreur que de soutenir que Dieu veut le mal, parce qu'Il le laisse arriver. Dieu n'entrave pas la volonté de l'homme bien qu’elle ne trouve en rien Son Assentiment, pour qu’elle puisse se développer librement et qu'il puisse ainsi décider. Seulement dans cette liberté de la volonté le dernier stade de l'incorporation peut être dépassé, par conséquent celle-ci ne doit pas être rognée, chose qui cependant serait le cas, si chaque action mauvaise était empêchée avant qu'elle soit exécutée ; parce qu'il y aurait seulement le bien dans le monde, alors la possibilité de remontée serait enlevée à l'homme. Celui qui agit est rarement empêché d'agir selon sa volonté, à moins que ce soit un homme qui lutte en demandant à Dieu que l'Amour de Dieu le protège d'actions non réfléchies. Autrement il lui est concédé toute liberté de la volonté, bien que cela ait pour conséquence beaucoup de souffrances terrestres. Il faut donc considérer cela plus comme une Concession de Dieu, parce que Dieu ne S’oppose pas à sa volonté. Ces événements sont surtout conditionnés par la volonté humaine, à laquelle Dieu ne met pas de barrières. L'action peut donc être exécutée, mais il n'est pas obligé qu’elle ait toujours un effet. L’effet induit par une mauvaise action sur l'homme dépend uniquement de la Volonté divine et dépend de sa nécessité pour le mûrissement de l'âme vers laquelle est dirigée la mauvaise action. Plus l'homme tend au mûrissement spirituel, moins d'effet auront toutes les actions qui sont destinées au prochain au travers de la mauvaise volonté de l'homme. Donc celui qui n'a aucune aspiration spirituelle aura plus à souffrir, mais l'homme pour lequel le salut de son âme est important reste peu impressionné. Ainsi la Volonté divine ajuste toutes les choses quant à leur effet par rapport à l'état de maturité des hommes. Donc en final ce qui est né de la mauvaise volonté sert aussi comme moyen d'éducation, en fonction de la volonté de l'homme de se laisser éduquer, parce que l'homme qui tend spirituellement se rend compte de l'état imparfait de son âme et prie Dieu pour la réalisation de sa maturité, par conséquent il accepte ce qui est envoyé, bien que cela n'excuse jamais la mauvaise volonté de celui qui exécute des mauvaises actions sur le prochain. Dieu n'entrave pas la force contraire si elle emploie tous les moyens pour affaiblir la volonté humaine ou bien pour la stimuler à de mauvaises actions. Il n'entrave même pas l'homme pour qu’il ne fasse pas ce à quoi le pousse sa volonté. Mais Il protège Les siens des véhémentes attaques de la part de ceux qui sont sous l'influence de l'adversaire. Il n'empêche pas les mauvaises actions, mais il donne aux hommes la liberté totale, cependant l'homme sans défense n'est jamais exposé aux attaques sans être protégé. Sa volonté peut en amortir ou même en éliminer totalement les effets, si elle se tourne vers Celui qui est Maitre sur tout, parce que Sa Volonté est suffisante pour dévier tout mal de lui, et Il le fait s'il prie intimement : «Libère-nous de tout mal....»

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Het toelaten van het kwade - Verlos ons van alle kwaad

Zonder de goddelijke wil kan er op aarde niets gebeuren, dus moet allereerst deze wil ten grondslag worden gelegd aan alles wat plaatsvindt, zij het goed of kwaad. Zelfs wat de mensen elkaar aandoen, zou niet uitvoerbaar zijn wanneer de goddelijke wil dit verhinderde. En toch zou het verkeerd zijn, te beweren dat God het kwade wil omdat Hij het laat gebeuren. Het krijgt in ieder geval niet Zijn toestemming, maar God hindert de wil van de mens niet opdat hij zich vrij zal ontplooien en dus beslissen kan. Alleen in deze vrijheid van de wil kan het laatste stadium van de belichaming worden afgelegd. Bijgevolg mag deze niet beknot worden, wat echter het geval zou zijn wanneer elke slechte daad, eer ze wordt uitgevoerd, zou worden verhinderd. Want dan was er alleen het goede in de wereld, maar de mogelijkheid tot vooruitgang zou de mens zijn afgenomen. De uitvoerende wordt dus maar zelden belet te handelen naar zijn wil, tenzij het een worstelende, tot God smekende mens is, die door de liefde van God wordt behoed voor onbedachtzame daden. Anders wordt hem elke wilsvrijheid toegestaan, hoewel ze veel aards leed tot gevolg heeft. Het is dus meer als een toelating van God te beschouwen, omdat God Zijn wil er niet tegenover stelt. Deze gebeurtenissen worden meer door de menselijke wil bepaald, waaraan God paal noch perk stelt. De daad kan dus worden uitgevoerd, maar hoeft niet altijd doeltreffend te zijn.

Hoe de uitwerking van een slechte daad op de mens is, dat is alleen goddelijke wil en hangt af van de noodzaak voor de rijpheid van de ziel van diegene voor wie de kwade daad bedoeld is. Hoe meer de mens naar geestelijke rijpheid streeft, des te meer zullen alle handelingen zonder effect zijn, die kwade menselijke wil de medemens heeft toegedacht. Die geen enkel geestelijk streven heeft, zal dus hiermee in overeenstemming meer moeten lijden, maar de mens die zijn zielenheil belangrijk acht, zal weinig onder de indruk blijven. En dus verandert de goddelijke wil de uitwerking van alle dingen, in overeenstemming met de toestand van rijpheid van de mensen. Uiteindelijk dient ook wat uit kwade wil is voortgekomen als opvoedingsmiddel, weer beantwoordend aan de wil van de mens om zich te laten opvoeden. Want de geestelijk strevende mens is zich van de gebrekkige toestand van zijn ziel bewust en vraagt God om het verkrijgen van de rijpheid van zijn ziel. Bijgevolg neemt hij ook berustend in ontvangst wat hem wordt gezonden, wat echter nooit de kwade wil verontschuldigt van diegene die slechte daden jegens de medemens uitvoert.

God hindert de vijandige kracht niet, als die alle middelen gebruikt om de menselijke wil af te zwakken of hem tot slechte daden aan te sporen. Hij hindert de mens zelfs niet dat te doen waartoe de wil hem aandrijft. Maar Hij beschermt de zijnen voor al te hevige aanvallen van diegenen die onder de invloed van de tegenstander staan. Hij verhindert de slechte daden niet, maar geeft de mensen volledige vrijheid. De mens is echter nooit onbeschermd aan de tomeloze aanvallen blootgesteld. Zijn eigen wil kan de uitwerking afzwakken of ook helemaal opheffen, als hij zich tot Hem wendt Die Heer is over alles. Diens wil is alleen voldoende al het kwade van hem af te wenden en Die het ook doet, al hij innig bidt: "Verlos ons van alle kwaad".

Amen

Traducteurs
Traduit par: Gerard F. Kotte