Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Le droit à l'autodétermination - l'auto-libération

La Loi de l'autodétermination est pour la substance animique originelle de la plus grande importance, parce qu'avec cela il lui a été concédé une certaine liberté qui rend possible de devenir parfait. Tant que l'être se trouve sous l'influence de l'adversaire de Dieu il dépend totalement de celui-ci, soit dans sa mentalité comme aussi dans son activité. La mentalité sera toujours en révolte contre Dieu, et l'activité contredira aussi toujours la Volonté divine. Mais l'être ne pourra pas en être tenu pour responsable malgré sa prédisposition d'esprit contre Dieu tant qu’il sera exposé par contrainte au pouvoir malin. Seulement la liberté de la volonté justifie une responsabilité de sa part. Ainsi Dieu a enlevé à l'adversaire le pouvoir sur la substance animique originelle et Il l'a mis libre dans le monde spirituel et Il lui a laissé la libre décision pour ou contre Lui. Il ne devait sentir de contrainte d'aucune part, car Dieu voulait que la substance animique originelle toute seule désire revenir à Lui, et donc sur la Terre Il lui concède la plus extrême liberté et même la connaissance sur le sens et le but de la vie terrestre ainsi que les avantages et désavantages d'une fausse prédisposition d'esprit. Il lui tient devant les yeux d’un coté les joies de l'au-delà et de l’autre l'état atroce de repentir, et avec cela Il veut rendre facile à la substance animique originelle la décision, mais celle-là doit venir de l'être lui-même. Lorsque Dieu a enlevé le pouvoir à l'adversaire sur la volonté de Ses êtres créés, il a aussi desserré son pouvoir envers ces entités. Il les a mises dans une situation de pouvoir se décider librement, mais cela restait laissé à elles-mêmes. Et ainsi c’est la Volonté divine que rien dans le Cosmos ne se trouve dans la non-liberté de l'esprit, même si le stade de la libre volonté dans l'homme est guidé par Dieu, cela cependant n'a rien à voir avec son autodétermination. L'âme, la substance animique originelle dans l'homme, reste totalement libre et maintenant elle peut se décider pour le terrestre, pour la matière, qui est une partie du malin, parce qu'elle cache en elle le spirituel non racheté, ou bien aussi pour le spirituel qui est en elle et qui, après une libre décision, pourra entrer en liaison avec l'esprit lumineux qui était depuis l’Éternité. N’importe quelle contrainte de l'âme est exclue, et par conséquent on peut aussi parler d'une auto-libération, vu que justement cette volonté, la libre décision, a pour conséquence soit la Libération ou bien l’état lié de l'être. Et avec cela chaque être a à porter lui-même la responsabilité pour sa Vie dans l'Éternité, vu qu’il peut se tourner vers Dieu dans une totale liberté, vers l'Origine de sa Force, ou bien aussi vers l'adversaire de Dieu qui a fait devenir active sa volonté tournée contre Dieu lors de la création de ces entités.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Zelfbeschikkingsrecht – Zelfverlossing

De wet van de zelfbeschikking is voor het wezenlijke van het grootste belang, want daardoor wordt hem een bepaalde vrijheid toegekend, die pas een volmaakt worden mogelijk maakt. Zolang het wezen onder invloed van de tegenstander van God staat, is het volledig van deze afhankelijk, zowel wat zijn overtuiging betreft alsook in zijn werkzaamheid. De overtuiging zal altijd tegen God gericht zijn, zoals de werkzaamheid eveneens steeds in strijd zal zijn met de goddelijke wil. Maar het wezen zou ondanks zijn tegen God gerichte instelling niet ter verantwoording geroepen kunnen worden, zolang het gedwongen aan de boze macht uitgeleverd is. Pas de vrijheid van de wil rechtvaardigt een achteraf plaatsvindende verantwoording.

En zo ontnam God de tegenstander de macht over het wezenlijke en liet het dus vrij in de geestelijke wereld en Hij liet de vrije beslissing om voor of tegen Hem te zijn aan hem over. Het moest van geen enkele kant een dwang voelen, maar God wilde dat het wezenlijke vanzelf naar Hem terugverlangde en geeft hem daarom op aarde de grootste vrijheid en ook kennis over de zin en het doel van het leven op aarde en het voordeel en nadeel van een verkeerde instelling. Hij houdt hem enerzijds de vreugden van het hiernamaals en anderzijds de kwellende toestand van het berouw voor en Hij wil voor het wezenlijke de beslissing gemakkelijk maken, maar het wezen moet zelf het besluit nemen.

Zodra God de tegenstander de macht over de wil van de geschapen wezens ontnam, verzwakte Hij de macht van de tegenstander over deze wezens. Hij plaatste de wezens in die toestand, dat ze vrij zouden kunnen beslissen, maar het laatste bleef wel aan hen overgelaten. En het is dus de goddelijke wil dat niets in het heelal zich in onvrijheid van de geest bevindt. Hoewel het stadium van de vrije wil in de mens door God geleid wordt, heeft dit toch niets met zijn zelfbeschikking van doen.

De ziel, het wezenlijke in de mens, blijft volledig vrij en kan nu beslissen voor het aardse, voor de materie die deel uitmaakt van het kwaad, omdat ze het niet-verloste geestelijke in zich bevat of ook voor het geestelijke in zich, dat via een vrije beslissing de verbinding met de lichtvolle geest aan gaat, die van eeuwigheid af was. Elke dwang van de ziel wordt uitgeschakeld en bijgevolg kan men ook van een zelfverlossing spreken, omdat juist deze wil, de vrije beslissing, of verlossing, of een gebonden toestand tot gevolg heeft.

En zodoende moet elk wezen in de eeuwigheid de verantwoordelijkheid voor zijn leven zelf dragen, omdat het zich in volle vrijheid tot God kan wenden, tot de oorsprong van zijn kracht, of ook tot de tegenstander van God, die zijn tegen God gerichte wil actief liet worden bij de schepping van dit wezen.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling