Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Le but de la Création – Preuves d'Amour - la volonté inversée

Reconnaissez la Grandeur de l'Œuvre de Création autant que vous le pouvez, et reconnaissez dans celle-ci l'Omnipotence de l’Amour divin ; parce que tout ce que vous voyez est créé pour vous, vous qui êtes encore dans un état imparfait et donc infiniment loin de Dieu. Mais Son Amour ne veut pas vous laisser dans l'éloignement et il a laissé se lever quelque chose comme moyen pour diminuer la distance de Lui. La Création est la preuve de Son Amour et de Sa Grâce, parce qu'il n'existe aucune autre manière pour le spirituel qui s'oppose à Lui, pour le guider vers Lui, que justement le parcours à travers la Création, qui exige une certaine soumission à la Volonté divine et cela signifie déjà un rapprochement avec Dieu. Mais la Volonté de l'être n'est jamais forcée de s'approcher de Dieu. L'être est rendu seulement conscient, ce qui signifie qu’il ne peut plus employer sa libre volonté pour le pousser à arriver de nouveau à l’emploi de la libre volonté. L'être doit agir selon sa nature. Si un jour un rapprochement avec Dieu doit avoir lieu, cela ne doit pas être obtenu contre la volonté de l'être, mais lui-même doit se décider pour cela en laissant devenir active sa volonté. Et pour réveiller dans l'être le désir pour la liberté de la volonté, il doit parcourir la longue voie au travers de la Création et percevoir l'état lié comme un tourment, parce que seulement alors il pourra aspirer consciemment à la liberté. Chaque Œuvre de Création est donc à considérer comme une preuve de l'Amour de Dieu, vu qu’elle sert à libérer l'être de son éloignement de Dieu qui ne rend l'être ni heureux ni satisfait. Ce qui est près de Dieu a une perception et une tâche divines. Et l'accomplissement de ces tâches promeut un sublime sentiment de bonheur. Mais si l'être est si loin de Dieu par sa faute qu’il n’est plus en mesure de reconnaître sa tâche, alors même le sentiment de bonheur doit relativement diminuer. Donc, l'être est devenu imparfait et l'état d'imperfection lui procure des tourments. L'Amour de Dieu veut reconduire chaque être et lui redonner sa plénitude primordiale de Force, pour le rendre capable pour sa vraie tâche et pour transporter l'être en même temps de nouveau dans l'état de Béatitude. Et cela peut se produire seulement lorsque l'être renonce à sa volonté qui s’est trompée et se subordonne à la Volonté divine. Mais l'être a perdu sa force de connaissance à travers son éloignement de Dieu, donc il doit être rendu clairement conscient de sa volonté inversée, et donc Dieu a fait se lever la Création qui lie la volonté de l'être jusqu'à ce que celui-ci perçoive ce lien comme un tourment et voudrait en être libéré. Alors sa volonté commence à se tourner de nouveau vers Dieu, et l'éloignement de lui diminue toujours davantage. Et même si l'Œuvre de Création est apparemment un bâillonnement, elle est de toute façon l'unique possibilité pour faire percevoir et reconnaître à l'être l'erreur de sa volonté, parce que seulement la reconnaissance détermine la volonté à prendre une autre direction. Mais la volonté de l'être ne sera jamais forcée, parce qu'alors il lui serait impossible d’atteindre de nouveau la perfection. L'Amour de Dieu est toujours et toujours de nouveau à l'Œuvre pour tourner de nouveau vers Lui tout le spirituel mort et tout ce qui est, et ce qui à l'homme est visible en tant qu’Œuvre de Création, montre seulement le grand Amour de Dieu pour les êtres qui, au travers de leur faute (leur volonté), se sont éloignés de Dieu, mais ils ne peuvent jamais et encore jamais perdre l'appartenance à Lui, ils doivent toujours seulement de nouveau arriver à la conscience de l'appartenance à Dieu. Et cela est le but de l'Œuvre de Création qui donc témoigne seulement de l'infini Amour, de la Bonté et de la Miséricorde de Dieu.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Doel van de schepping – Bewijs van liefde – Verkeerde wil

Stelt u zich zo goed als u kunt de grootte van het scheppingswerk voor en herken daaraan de almacht van de goddelijke liefde. Want alles wat u ziet, is geschapen voor jullie, die nog onvolmaakt zijn en daarom eindeloos ver verwijderd zijn van God. Maar Zijn liefde wil jullie niet op deze afstand laten blijven en liet daarom iets als middel ontstaan om de afstand tot Hem te verminderen. De schepping is een bewijs van Zijn liefde en genade, want er is geen andere weg voor het zich tegen Hem verzettend geestelijke, om het weer naar Hem toe te leiden, dan juist de gang door de schepping, die een bepaalde onderwerping aan de goddelijke wil vereist en dit betekent al een nadering tot God.

Echter wordt de wil van het wezen nooit gedwongen om God te naderen. Het wordt het wezen alleen maar in het bewustzijn gebracht wat het betekent om zijn vrije wil niet meer te kunnen gebruiken om het aan te sporen de vrije wil weer te kunnen gaan gebruiken. Dit laatste moet het wezen zelf bewerkstellingen. Zodoende werd het naderen van God nooit tegen de wil van het wezen teweeggebracht, als dit eenmaal plaatsgevonden heeft, want het wezen heeft daar zelf toe besloten en liet nu de wil actief worden.

En om in het wezen het verlangen naar de vrijheid van de wil op te wekken, moest het de lange weg door de schepping gaan en de gebonden toestand als kwelling leren ervaren, want alleen dan kon het bewust de vrijheid nastreven. Elk scheppingswerk is daarom als een liefdesbewijs van God te beschouwen, want het dient er toch toe om het wezen uit zijn van God verwijderde toestand te verlossen, die voor het wezen noch gelukkig makend, noch bevredigend is.

Wat uit God voortgekomen is, heeft goddelijke gevoelens en goddelijke taken. En het vervullen van deze taken veroorzaakt het grootste geluksgevoel. Maar als het wezen door eigen schuld zo ver van God verwijderd is, dat het zijn taak niet meer herkent, dan moet het geluksgevoel in overeenstemming daarmee verminderen. Het wezen is dus onvolmaakt geworden en de staat van onvolmaaktheid bezorgt hem kwellingen.

De liefde van God wil elk wezen terugbrengen en hem weer zijn oorspronkelijke overvloed aan kracht toesturen om het voor zijn eigenlijke opdracht bekwaam te maken en tegelijkertijd het wezen weer in de staat van gelukzaligheid te brengen. En dit kan alleen maar gebeuren, wanneer het wezen zelf zijn wil, die verkeerd is, opgeeft en zich aan de goddelijke wil onderwerpt.

Maar het wezen heeft zijn vermogen om het te beseffen verloren door zijn verwijdering van God en dus moet hem zijn verkeerde wil duidelijk tot bewustzijn gebracht worden en daarom liet God de schepping ontstaan, die de wil van het wezen net zo lang bindt, tot het wezen het gebonden zijn als kwellend ervaart en daarvan vrij zou willen komen. Dan begint zijn wil zich weer naar God toe te keren en de verwijdering van Hem wordt steeds minder.

En hoewel het scheppingswerk ook schijnbaar een vastbinden van de wil is, is dit toch de enige mogelijkheid om het wezen het verkeerde van zijn vroegere wil te laten ervaren en te laten beseffen, want pas het besef brengt de wil ertoe om een andere richting in te slaan. Maar de wil van het wezen kan nooit gedwongen worden, omdat anders de volmaaktheid onmogelijk weer bereikt zou kunnen worden.

Eeuwig en altijd is de eindeloze liefde van God aan het werk om alles wat van Hem afvallig geworden is, weer naar Zich toe te leiden. En alles wat er is, wat voor de mens als scheppingswerk zichtbaar is, bewijst alleen maar de grote liefde van God voor de wezens, die door eigen schuld met God braken, maar hun verbondenheid met Hem kunnen ze nooit verliezen. Ze moeten alleen maar weer tot het bewustzijn van de verbondenheid met God komen. En dit is het doel van het scheppingswerk, dat daarom enkel de eindeloze liefde, goedheid en barmhartigheid van God toont.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling