Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Subordonner sa volonté à la Volonté divine

Celui qui se soumet à la Volonté divine n'aura pas à craindre de ne pas pouvoir satisfaire les Demandes divines, parce qu'il a déjà renoncé à sa résistance d'autrefois, il s'est confié à la Puissance qui l'a créé, et maintenant il est assisté affectueusement par cette Puissance de sorte qu’il n’a pas à craindre de rechute, parce que la Volonté divine se transmettra à un tel fils terrestre car maintenant il pense, agit et veut selon cette Volonté. Le désir de trouver l'Approbation de Dieu dans tout ce qu’il fait maintenant le protège du péché, parce que le péché est tout ce qui va contre la Volonté de Dieu. Le péché est tout ce que l'adversaire inspire à l'homme. Mais un homme qui donne consciemment sa volonté à Dieu a échappé à l'influence de l'adversaire et fera toujours seulement ce qui est complaisant à Dieu. Et donc la première tâche de l'homme est de renoncer à sa volonté. Lorsqu’il rend sa volonté à son divin Créateur, lorsqu’il se donne à Lui librement, lorsqu’il remet à la Volonté divine tout acte et toute pensée, alors il doit absolument exécuter ce qui est la Volonté de Dieu. Il ne peut maintenant plus agir arbitrairement, mais il attend la Conduite de Dieu et donc il se subordonne constamment à Sa Volonté. Maintenant l'homme la sentira dans le cœur, il sentira ce qu’il doit faire et ne pas faire, et si maintenant il cède à cette poussée du cœur, il s'acquittera toujours de la Volonté divine, et il parcourra d’une manière claire et déterminée sa voie terrestre, il sera parfois craintif mais il ne sera pas découragé, il exécutera toujours décidé et courageux tout ce que lui prescrit son cœur. Et cette voix du cœur est la Voix divine. L'homme qui désire Dieu, renoncera toujours à sa volonté, parce qu'il ne se rebelle plus, mais reconnaît avec humilité sa distance de Dieu et il ne désire maintenant pas autre chose que de diminuer cette distance, et maintenant il voudrait faire ce qui correspond à la Volonté divine. Et si l'homme fait ce que veut Dieu, il devient libre. Maintenant il doit parcourir inévitablement sa voie, parce que celle-ci lui a été prescrite par Dieu Lui-Même et il ne s'y oppose pas. Et maintenant la Grâce divine peut lui arriver, il reconnaîtra dans tout l'Amour de Dieu et il voudra Le conquérir, pour s’en montrer digne et il s’efforcera de vivre comme il plait à Dieu. Parce qu'il veut arriver à Dieu, et cette volonté lui procure aussi l'Amour et la Grâce du Père céleste et Sa constante Providence pour le développement vers le Haut de l'âme.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Het onderwerpen van de wil aan de goddelijke wil

Degene, die zich aan de goddelijke wil onderwerpt, zal niet hoeven te vrezen niet aan de goddelijke eisen te voldoen. Want hij heeft al zijn vroegere verzet opgegeven. Hij heeft zich aan de macht toevertrouwd, Die hem geschapen heeft. En hij wordt nu door deze macht liefdevol verzorgd, zodat een terugval niet meer te vrezen valt, want de goddelijke wil zal op zo’n mensenkind overgaan en het zal nu denken, handelen en willen in overeenstemming met de goddelijke wil. Het verlangen om Gods toestemming te krijgen voor alles wat hij nu doet, beschermt hem tegen de zonde, want alles, wat tegen Gods wil in gaat, is zonde. Zonde is alles, wat de tegenstander de mensen ingeeft.

Maar een mens, die zijn wil bewust aan God geeft, is aan de invloed van de tegenstander ontsnapt en zal nu steeds dat doen, wat God welgevallig is. En daarom is de onderwerping van de eigen wil de eerste opdracht van de mens. Wanneer hij zijn goddelijke Schepper zijn wil teruggeeft, wanneer hij zich vrijwillig binnen Zijn ban begeeft, dus de goddelijke wil bij al het handelen en denken vooropzet, dan moet hij onvoorwaardelijk dat uitvoeren, wat Gods wil is. Hij kan nu nooit eigenmachtig handelen, maar hij verwacht de leiding van God en onderwerpt zich dus voortdurend aan Diens wil.

De mens zal dit nu in het hart gewaarworden. Hij zal zich gedrongen voelen tot alle doen en laten en als hij nu aan deze drang van het hart toegeeft, zal hij steeds de goddelijke wil vervullen. Hij zal duidelijk en zeker zijn aardse weg gaan. Hij zal niet angstig zijn en de moed verliezen, maar steeds vastberaden en moedig alles uitvoeren, wat zijn hart hem voorschrijft. En deze stem van het hart is de goddelijke stem.

De mens, die naar God verlangt, zal ook steeds zijn eigen wil opgeven, omdat hij zich niets meer aanmatigt, maar in alle deemoed zijn afstand van God herkent en nu naar niets anders meer verlangt, dan deze afstand te verkleinen en hij zou nu alles willen doen, wat met de goddelijke wil overeenkomt. En als de mens wil, wat God wil, wordt hij vrij.

Hij moet nu onvermijdelijk de juiste weg gaan, want God Zelf schrijft hem deze weg voor en hij verzet zich hier niet tegen. En nu kan de goddelijke genade hem toegestuurd worden. Hij zal in alles de liefde van God herkennen en deze liefde willen verwerven, zich haar waardig betonen en zich inspannen om zo te leven, zoals het God welgevallig is. Want hij wil naar God en deze wil levert hem ook de liefde en genade van de hemelse Vader op en Zijn voortdurende zorg voor de opwaartse ontwikkeling van de ziel.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling