• Retour

Action des êtres de Lumière avant l'Intervention de Dieu

Et il arrivera que les êtres de Lumière descendront sur la Terre en grand nombre, pour indiquer aux hommes qui sont soumis à Dieu l'instant où la Terre sera visitée par Sa Colère. Ces êtres se manifesteront dans des modalités les plus variées, ils guideront toujours le fils terrestre qui sert Dieu pour qu’il échappe à la souffrance, et ils le protègeront aussi visiblement de la ruine. L’action de ces êtres sera reconnaissable partout où ceux-ci s’efforcent d'accueillir la Parole du Seigneur qui leur est offerte d'en haut. Ceux-ci reconnaîtront avec une épouvantable clarté les signes qui annonceront l'approche du temps du Jugement. L’action des êtres dans l'au-delà sera dans le plus étroit contact avec les annonces divines qui arrivent, lorsque ces phénomènes se manifesteront selon la nature. Si la Volonté du Seigneur est de montrer aux hommes Son Omnipotence, il leur fournit d'abord la connaissance et Il les laisse libres d'utiliser le temps de Grâce qu'Il leur concède encore dans Sa grande Miséricorde. Il les avertit toujours et toujours de nouveau et l'annonce Lui-même. Il laisse arriver des choses qui doivent mener à la foi si l'homme le veut. Il les porte près de Sa Parole et Il les instruit d'abord sur la nécessité de l'Intervention divine, sur la cause de cela et sur les possibilités de l'éviter. Il rend donc cette Intervention dépendante de la volonté des hommes et est prêt pour chaque Don de Grâce si cela est demandé. Et ainsi il a donc aussi besoin de domestiques de bonne volonté sur la Terre et même dans l'au-delà, qui accueillent et transmettent ce Don de Grâce en agissant ensemble, toujours en accord avec la pensée de vouloir aider dans la plus grande misère spirituelle. Et lorsque l'Intervention de Dieu est devenue inévitable et que le temps où l'humanité doit être chargée d’un grand poids pour le salut des âmes s'approche toujours davantage, le travail spirituel sera aussi devenu plus urgent, et toutes les Forces du Ciel et de la Terre se mettront à la Disposition du Seigneur, pour agir d'abord d’une manière clarificatrice. Depuis l'au-delà le bien spirituel descendra sans interruption sur la Terre et cherchera partout pour le recevoir les fils terrestres de bonne volonté qui saisissent la misère de l'humanité et veulent servir Dieu et le prochain. Ses domestiques sur la Terre seront visiblement gardés de la décadence spirituelle et terrestre, parce que le Seigneur Lui-même les a choisi pour transmettre le Don de la Grâce d'en haut. Ils se trouvent sous Sa Protection, Il mène leurs pas, Il leur fournit la Force et la connaissance et augmente leur volonté de Le servir. Parce que Sa Providence visible laisse pousser toujours davantage leur amour pour Lui, et ils ont toujours plus de nostalgie pour Lui. Et ce désir attire en même temps aussi le bon spirituel, parce que celui-ci est devenu un dans l'amour avec le Père céleste. Et ainsi Dieu Lui-même Œuvre, lorsque les êtres de Lumière se mettent en contact avec les hommes. Lui-même descend vers les hommes et leur donne l'Annonce de Sa Volonté. Il consacre Ses domestiques pour déployer Ses Plans, pour que ceux-ci à nouveau annoncent cela à leur prochain, Lui-même prend généralement contact avec la Terre et ses habitants et Il désire leur volonté. Parce que dès que celle-ci lui appartient, rien n’effraye plus le fils terrestre, quoiqu’il arrive sur la Terre. La tâche des êtres de Lumière est de bouger le cœur des hommes, afin qu’ils sacrifient leur volonté au Père dans le Ciel. L'intime contact avec Lui est établi, lorsque le fils terrestre renonce à sa volonté et la subordonne inconditionnellement à celle du Père céleste. Donc les êtres de Lumière doivent pouvoir s'exprimer mentalement, ils doivent chercher à transmettre leur compréhension et leur sagesse et la rendre compréhensible au fils terrestre dont la volonté est la plus grande entrave tant qu’elle ne tend pas vers Dieu. Et ces pensées doivent arriver à l'homme jusqu'à ce qu’il les accueille dans le cœur, qu’il les accommode avec son esprit et les accepte ou les refuse. L'échange mental, les demandes des hommes et les réponses des êtres spirituels sont de la plus grande importance dans les temps, qui précèdent une catastrophe mondiale, parce que l'homme voit à peine clair sur le but et la destination de la Création et des créatures, et en lui doit se dérouler aussi un changement spirituel. Alors il attendra avec calme l'événement qui arrive et disposera aussi par conséquent de son chemin terrestre, à son tour il pourra à nouveau éclaircir et instruire son prochain et effectuer le travail préparatoire pour les êtres de Lumière, travail qui est absolument nécessaire pour l’influence mentale. Donc le Ciel et la Terre doivent agir unis pour le salut des âmes errantes, et pour la fortification de tout ce que les êtres de Lumière transmettent mentalement aux hommes, Dieu Lui-même se manifestera lorsque sera arrivé le temps pour cela. Il montrera aux hommes qui ne croient pas en Lui Son Omnipotence, mais à ceux qui Le reconnaissent, Son Amour sera reconnaissable.

Amen

Het werkzaam zijn van de lichtwezens vóór het ingrijpen van God

En het zal geschieden, dat een groot aantal lichtwezens naar de aarde afdalen om de mensen, die God toegenegen zijn, het tijdstip aan te geven, wanneer de aarde door Zijn toorn geteisterd wordt. Deze wezens zullen zich op de meest verschillende manieren uiten. Ze zullen het God-dienende mensenkind zo leiden, dat de kwelling hem ontgaat of het ook duidelijk tegen de ondergang beschermt. Het werkzaam zijn van deze wezens is overal te herkennen, waar men ernaar streeft het woord van de Heer, dat hen van boven aangeboden wordt, in ontvangst te nemen. Deze zullen met angstaanjagende helderheid de tekens herkennen, die het naderen van het gericht aankondigen.

Het werkzaam zijn van de wezens in het hiernamaals staat in het nauwste verband met de komende goddelijke zendingen, voor zover deze voor wat de natuur betreft zichtbaar worden. Als het de wil van de Heer is de mensen Zijn almacht te bewijzen, stelt Hij hen van tevoren in kennis en laat hen de keus gebruik te maken van de genadetijd, die Hij hen nog in Zijn grote barmhartigheid verleent.

Hij waarschuwt hen telkens weer en Hij maakt Zichzelf bekend. Hij laat dingen gebeuren, die tot geloof moeten leiden, als de mens bereidwillig is. Hij brengt hun Zijn woord nabij en onderwijst hen van tevoren over de noodzaak van het goddelijke ingrijpen, over de oorzaak hiervan en de mogelijkheden om het af te wenden. Hij maakt dus dit ingrijpen afhankelijk van de wil van de mens en is tot elke genadegave bereid, als deze gevraagd wordt.

En zodoende heeft Hij ook bereidwillige dienaren op aarde en ook in het hiernamaals nodig, die in samenwerking met elkaar deze genadegaven opnemen en overdragen, steeds gedragen door de gedachte te willen helpen in de grootste nood. En als het ingrijpen van God onafwendbaar geworden is en de tijd dus steeds dichterbij komt, waar de mensheid ter wille van de zielen een zware tijd opgelegd zal worden, is ook de geestelijke arbeid urgenter geworden en alle krachten van de hemel en de aarde stellen zich aan de Heer ter beschikking om eerst nog ophelderend werkzaam te kunnen zijn.

Vanuit het hiernamaals daalt onophoudelijk goede geestelijke kracht naar de aarde af en die zoekt allerlei soorten mensenkinderen, die bereid zijn om te ontvangen. Die de nood van de mensheid begrepen hebben en God en de naasten willen dienen. Zijn dienaren op aarde worden duidelijk tegen geestelijke en lichamelijke ondergang beschermd, want de Heer Zelf heeft hen gekozen om de genadegaven van boven door te geven. Ze staan onder Zijn bescherming. Hij leidt hun schreden, Hij geeft hun kracht en inzicht en vergroot hun wil om Hem te dienen.

Want Zijn zichtbare zorg laat hun liefde voor Hem steeds groter worden en ze verlangen steeds vuriger naar Hem. En dit verlangen trekt tegelijkertijd het goede geestelijke aan, want dit verlangen is in de liefde verenigd met de hemelse Vader. En zo werkt God Zelf, als de lichtwezens zich met de mensen in verbinding stellen. Hij daalt Zelf naar de mensen af en maakt hun Zijn wil bekend. Hij wijdt Zijn dienaren in Zijn plannen in, opdat zij er weer vermelding van maken aan de medemensen. Hij neemt dus als het ware Zelf contact op met de aarde en haar bewoners en verlangt naar hun wil. Want als deze Hem toebehoort, schrikt het mensenkind van niets meer, wat nu over de aarde komt.

Het is de taak van de lichtwezens om de harten van de mensen te bewegen de wil aan de Vader in de hemel te offeren. De innige verbinding met Hem wordt tot stand gebracht als het mensenkind zijn wil opgeeft en deze onvoorwaardelijk ondergeschikt maakt aan de hemelse Vader. Daarom moeten de lichtwezens zich via de gedachten kunnen uiten. Ze moeten hun inzicht en wijsheid proberen over te dragen en het mensenkind begrijpelijk te maken, dat de eigen wil zijn grootste hindernis is, zolang hij niet naar God streeft. En deze gedachten moeten de mens zolang toegestuurd worden, tot hij ze opneemt in zijn hart, ze met zijn verstand verwerkt en er nu positief tegenover staat of ze afwijst.

Deze geestelijke uitwisseling, de vragen van de mensen en de antwoorden van de geestelijke wezens zijn van het grootste belang in tijden, die aan een wereldramp voorafgaan, want als het doel en de bestemming van de schepping en het schepsel duidelijk is voor de mens, treedt er een geestelijke verandering in hem op. Hij wacht kalm het komende gebeuren af en stelt ook zijn gang over de aarde daarop in. Hij kan van zijn kant de medemensen weer opheldering geven, hen onderwijzen en voor de lichtwezens het voorwerk verrichten, dat voor de geestelijke beïnvloeding absoluut noodzakelijk is.

Daarom moeten de hemel en de aarde samenwerken aan de redding van dwalende zielen en ter bekrachtiging van hetgeen de lichtwezens via de gedachten op de mensen overdragen, zal God Zichzelf uiten, als de tijd hiervoor gekomen is. Hij zal de mensen die niet in Hem geloven Zijn almacht bewijzen, maar voor degenen, die Hem herkennen, zal Zijn liefde duidelijk zichtbaar zijn.

Amen