L'incarnation de l'être est une Grâce et elle est d'une importance si inouïe qu’elle est de toute façon trop peu reconnue comme telle. Et vraiment cette ignorance est la cause que le temps de l'incarnation n'est pas bien utilisée dans le dernier stade dans lequel à l'homme il est donnée la raison et l'esprit pour réfléchir sur cela et donc pour en tirer avantage par des pensées justes. Ce n'est pas dû à son mérite d'avoir atteint ce degré de maturité qui maintenant permet l'incarnation en tant qu’homme. Ce degré de maturité est plutôt à attribuer à la Grâce du Créateur divin dont l'Amour pour Ses créatures voudrait de nouveau les attirer à Lui. C’est un très grand Amour qui a fait se lever l'Œuvre de Création, spécialement pour ces nombreuses entités qui, au travers de la Création peuvent se développer jusqu'à une certaine marche. Sans l'Aide divine cela serait de toute façon impossible, donc Dieu tourne vers l'être tout Son Amour, pendant qu'Il le met dans la situation de pouvoir se développer jusqu’à la plus haute maturité, et à cet effet l'être peut s'incarner en tant qu’homme, pour recevoir maintenant tous les moyens et les attentions de la part de l'éternelle Divinité et pouvoir les utiliser. Dieu donne à l'homme dans une mesure illimitée tout ce qui l'aide à monter en haut ; en tant qu’homme l'être peut recevoir chaque aide, donc l'apport de Grâce divine ne cessera jamais ou bien arrivera à l'être dans une mesure limitée tant qu’il demeure sur la Terre. Il est vrai que l'Amour de Dieu a déjà assisté l'être avant le temps de l'incarnation en tant qu’homme, mais il n'avait ni la raison ni l'esprit pour pouvoir reconnaître l'Amour divin, tandis que l'homme au travers de la Grâce de Dieu est capable de reconnaître l'infini Amour de Dieu, et donc de saisir aussi la Grâce évidente qui est donnée à l'être à travers l'incarnation. Saisir l'amour de Dieu dans toute sa profondeur n’est pas possible aux hommes sur la Terre, mais le fait que l'homme en général soit en mesure de penser est une des plus grandes preuves de l'Amour du Seigneur, parce que déjà penser est un signe de Force divine. Lorsque l'être est capable de penser, il peut entrer en contact avec son Créateur, et s'il aspire à cette liaison, il prend contact avec l’Entité suprême, il peut se former pour devenir un être de Lumière plus haut déjà sur la Terre. Dieu Lui-même lui donne donc la possibilité de se former selon Sa Volonté. Et cela est un Cadeau de Grâce d'une importance inouïe, ainsi Dieu offre à l'être la chose la plus sublime, la possibilité de pouvoir devenir un fils de Dieu. Et Il lui donne pour cela tous les moyens dans la main, donc il donne à l'être Grâces sur Grâces seulement pour le reconquérir et pour pouvoir l’appeler Son fils pour des temps éternels. Son Amour en arrive au point d’offrir ces Grâces même à ceux qui ne Le désirent pas consciemment, tandis qu'Il charge Ses messagers d’apporter la Lumière, même si elle n'est pas désirée. Cette Grâce est incommensurable, parce qu'Il transmet aux hommes quelque chose qui requiert le plus grand désir, Il charge Ses messagers de réveiller dans les hommes ce désir, et agit avec évidence, pour apporter aux ignorants la connaissance de Son Amour infini. Et cette Action est une Grâce, une Grâce qui arrive à tous ceux qui utilisent leur esprit et leur raison pour sonder le but de leur existence. Dieu est près d'eux avec Sa Grâce, pour que l'incarnation en tant qu’homme leur apporte la dernière libération, pour que l'incorporation sur la Terre mène au dernier but qui est de devenir définitivement libre de la forme.
Amen
TraducteursDe belichaming van de wezens is een genade van een enorme betekenis en toch wordt het veel te weinig als zodanig herkend. En juist die onwetendheid is er de oorzaak van, dat de tijd van de belichaming in het laatste stadium, waar de mens verstand en denkvermogen gegeven werd om hierover na te denken en dus het voordeel uit het juiste denken te halen, niet goed gebruikt wordt.
Het is niet de eigen verdienste van het wezen deze rijpheidsgraad bereikt te hebben, die nu de belichaming als mens toelaat. Deze rijpheidsgraad is veeleer ook een genadeschenking van de goddelijke Schepper, Wiens liefde voor Zijn schepselen dezen weer naar Zich toe zou willen trekken. Het is deze buitengewoon grote liefde, die het scheppingswerk tot stand heeft gebracht, juist ter wille van de vele wezens, die zich door de schepping tot een bepaald niveau kunnen ontwikkelen.
Maar zonder goddelijke hulp zou dit niet mogelijk zijn. Daarom doet God het wezen Zijn gehele liefde toekomen, doordat Hij het in die toestand plaatst, zodat het zich tot de hoogste rijpheid kan ontwikkelen en het wezen zich voor dit doel als mens mag belichamen om nu alle middelen en toewijding van de kant van de eeuwige Godheid in ontvangst te kunnen nemen en het te kunnen gebruiken. God geeft de mens onbeperkt alles, wat hem omhoog helpt. Als mens kan het wezen elke hulp in ontvangst nemen, dus de goddelijke genadeschenking zal nooit ophouden of het wezen in beperkte mate toegestuurd worden, zolang het op aarde verblijft.
Weliswaar heeft de liefde van God het wezen al voor de tijd van de belichaming als mens verzorgd. Maar dit wezen had noch verstand, noch denkvermogen om de goddelijke liefde te kunnen herkennen, terwijl de mens door Gods genade in staat is om de eindeloze liefde van God te herkennen en dus ook de duidelijke genade begrijpt, die door de belichaming het wezen toegestuurd wordt.
Het is voor de mensen op aarde niet mogelijk om Gods liefde in haar gehele diepte te begrijpen, maar dat de mens zelfs maar in staat is te denken, is één van de grootste bewijzen van liefde van de Heer. Want het denken is al een teken van goddelijke kracht. Als het wezen in staat is om te denken, kan het zich in verbinding stellen met zijn Schepper. Als het deze verbinding nastreeft, dus in contact komt met het hoogste Wezen, kan het zich op aarde al tot het hoogste lichtwezen ontwikkelen. Dus God geeft hem Zelf de mogelijkheid om zich volgens Zijn wil te ontwikkelen.
En dat, dat God het wezen het hoogste aanbiedt, is een genadegeschenk van een ontzettende betekenis: de mogelijkheid om een kind van God te kunnen worden. En dat Hij hun daartoe alle middelen in de hand geeft. Dus het wezen steeds opnieuw genade verleent, enkel om deze terug te winnen en het voor eeuwig Zijn kind te kunnen noemen. Hij gaat in Zijn liefde zelfs zo ver, dat Hij de genaden ook degenen, die niet bewust naar deze genaden verlangen, aanbiedt, doordat Hij Zijn boden opdraagt licht te brengen, ofschoon niet naar dit licht verlangd wordt.
Deze genade is niet in zijn volle omvang te beseffen, want Hij geeft de mensen iets, dat het grootste verlangen vooropstelt. Hij wijst Zijn boden aan om dit verlangen in de mensen op te wekken en Hij is zichtbaar werkzaam om de onwetenden kennis te geven van Zijn eindeloze liefde. En dit werkzaam zijn is genade. Genade, die al degenen, die hun verstand en denkvermogen gebruiken om het doel van hun bestaan te doorgronden toegestuurd wordt. God is dezen met Zijn genade nabij, opdat de belichaming als mens hun de grootste verlossing brengt. Opdat de belichaming op aarde tot het hoogste doel leidt, tot de volkomen bevrijding uit de vorm.
Amen
Traducteurs