Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

La foi est la condition première pour la Vérité

Pour aussi consciencieux que soient les efforts de l'homme pour atteindre la Vérité, la certitude ne lui sera de toute façon pas garantie tant qu’il ne les associe pas avec une foi très profonde. Tout ce qui est subordonné aux hommes et accepté par eux est mélangé avec des erreurs. La moindre pensée dans la foi sera par contre la très pure Vérité. Et maintenant observe la plénitude de pensées qui afflue sur l’homme lorsqu’il s'occupe de n'importe quelle chose avec la foi en Dieu. Il est pour ainsi dire saisi et pourvu spirituellement d’un très profond savoir et peut être certain de la très pure Vérité, parce que celle-ci provient d’une transmission mentale personnelle que l'homme reçoit lorsqu’il se tourne d’une manière interrogative vers les êtres qui peuvent l'instruire lorsque la pensée se lève en lui, pourvu qu’il en désire la connaissance. L'unique manière pour obtenir une connaissance juste est le désir interrogatif qui est immédiatement satisfait avec les réponses. Quel est le Seul qui peut donner l'Éclaircissement sur toutes les choses? Seulement le divin Créateur Lui-même et Il le fait en chargeant les êtres qui Le servent de donner la réponse à chaque créature sur ce qui lui semble désirable de connaître. Le cours des pensées de chaque homme est la conséquence d'une volonté plus ou moins forte pour la Vérité, parce que la Vérité est Dieu Lui-même. Si l'homme désire la Vérité, et cela avec une foi totale en Dieu, alors Dieu Lui-même la désire. Et ce désir de l'esprit dans l'homme pour Dieu établit aussi le contact avec l'Esprit divin et ainsi l'esprit dans l'homme est instruit par l'Esprit divin Lui-même et donc il peut seulement recevoir la très pure Vérité. Cependant là où prédomine le même désir mais sans la foi en Dieu, là la Divinité ne peut pas se relier avec l’étincelle spirituelle dans l’homme qui désire la Vérité, et donc l'adversaire exploite l'occasion et transmet à l'homme sa volonté et le guide dans l'erreur et dans les pensées fausses. L'union intérieure avec Dieu garantit chaque Communication, celui qui invoque Dieu et ensuite Lui ouvre son cœur et écoute la Réponse, peut recevoir seulement la très pleine Vérité, parce que Dieu est toujours disposé à donner à un cœur croyant qui demande seulement le Don divin et la Vérité est toujours et constamment un Don d'en haut. La Vérité peut arriver seulement de la Hauteur, elle ne peut jamais provenir de l'abîme. Donc il est sage de la part des hommes, de penser toujours au Seigneur Divin pour toute question, parce que la Vérité peut être transmise seulement par Celui qui est la Vérité Même. Et aucun fils terrestre ne la demandera en vain, vu que le Père dans le Ciel veut toujours guider Ses fils dans la Vérité. Donc même les êtres spirituels parfaits doivent se révéler comme porteurs de la Vérité à ceux qui veulent recevoir la Vérité, ils ne doivent trouver aucune résistance, lorsqu’ils veulent se manifester et cela impose de nouveau une profonde foi en Dieu, en la Force spirituelle et la transmission de celle-ci sur l'homme. Donc la foi est la première condition, sans laquelle une transmission de la Vérité sur tout savoir est impensable. Celui qui a une fois trouvé cette solution très simple, à savoir que l'homme reçoit la garantie d’un savoir juste, ne sera ni tourmenté par les doutes, ni découragé et hésitant en ce qui concerne la véracité de telles transmissions, mais il acceptera inconditionnellement ce que lui transmet l'esprit, parce que sa prédisposition envers Dieu lui assure justement la juste façon de penser. L'homme par contre qui se trouve continuellement dans le désir mondain, ne désire pas la Vérité. Il sent instinctivement que des joies terrestres et l'accomplissement de ses désirs ne peuvent pas être le but de la vie terrestre, mais il ne veut pas l'admettre, et ainsi il craint de chercher rigoureusement la Vérité dans toutes les choses et évite scrupuleusement les conséquences de la Vérité qui sont justement que le prince du mensonge conquiert le pouvoir sur son âme et l'éternelle Divinité peut n’envoyer que peu d'Aide à une telle âme, vu que toujours les mêmes résistances procurent toujours les mêmes mauvaises influences, parce que Dieu en tant que l'éternelle Vérité Même veut Être reconnu et donc la foi en Lui est la première condition pour arriver à la Vérité.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Geloof eerste voorwaarde voor de waarheid

Hoe gewetensvol de mens zich ook inspant om in de waarheid te staan, de zekerheid hierover zal toch niet gegarandeerd zijn, zolang hij zijn streven niet met het diepste geloof verbindt. Alles, wat zonder dit geloof de mensen voorgelegd en door hen aangenomen wordt, is met vergissingen doorspekt. Aan de andere kant zal de geringste gedachte in geloof ook de zuiverste waarheid zijn.

En nu let de mens erop, welke overvloed aan gedachten bij hem binnenstromen, als hij zich in het geloof in God met wat voor zaak dan ook bezighoudt. Hij wordt bij wijze van spreken vastgegrepen en hem wordt van geestelijke zijde de diepste kennis gegeven en hij kan zeker zijn van de zuiverste waarheid, want dit is de meest eigen overdracht van de gedachten, dat de mens zich vragend kan wenden tot de wezens, die hem kunnen onderwijzen, voor zover in hem maar de gedachte opduikt, die verlangend op het inzicht gericht is. De enige weg naar het ware onderwijs is het vragende verlangen, dat onmiddellijk beantwoordend gestild wordt.

Wie alleen is in staat om opheldering te geven over alle dingen? Alleen de goddelijke Schepper Zelf en Hij doet dit, doordat Hij Zijn Hem dienende wezens opdracht geeft om aan elk schepsel bekend te maken, wat hem begerenswaardig lijkt om te weten. De gedachtegang van elk mens is het gevolg van zijn meer of minder sterke wil naar de waarheid. Want God is de waarheid Zelf.

Als de mens naar de waarheid verlangt en dit in het volste geloof in God, dan verlangt hij ook naar God Zelf. En dit verlangen van de geest in de mens naar God brengt ook de verbinding met de goddelijke geest tot stand en zo wordt de geest in de mens door de goddelijke geest zelf onderwezen en het kan dus enkel de zuiverste waarheid ontvangen. Maar waar omgekeerd hetzelfde verlangen overheersend is, maar zonder geloof in God, daar kan de Godheid Zich niet verbinden met de zich in de mens bergende geestvonk en dus gebruikt de tegenstander de gelegenheid en geeft de mens zijn wil door en leidt hem naar dwaling en een verkeerd denken.

De innerlijke relatie met God beveiligt elke bekendmaking. Wie God aanroept en dan zijn hart opent en naar het antwoord luistert, kan enkel de volledige waarheid te horen krijgen, want God is overal, waar maar een gelovig hart goddelijke gaven opeist, tot geven bereid is en waarheid is te allen tijde een gift van boven. Waarheid kan alleen maar uit de hoogte komen, maar nooit in de diepte geboren worden. En daarom is het wijs van de mensen om bij elke vraag aan de goddelijke Heer te denken, want alleen Diegene, Die de waarheid in Zichzelf is, kan de waarheid geven. En een mensenkind vraagt hier weer niet tevergeefs om, omdat de Vader in de hemel Zijn kinderen steeds de waarheid binnen wil leiden.

Dus moeten ook de geestelijk volmaakte wezens zich als waarheidsdragers openbaren aan degenen, die de waarheid willen ontvangen. Ze mogen geen weerstand ondervinden, als ze zichzelf willen uiten en dit vereist weer het diepe geloof in God, in geestelijke kracht en de geestelijke overdracht van deze kracht op de mensen. Dus het geloof is de eerste voorwaarde, zonder welke een waarheidsgetrouw overdragen van alle kennis ondenkbaar is.

Degene, die eenmaal deze eenvoudigste oplossing, als het erom gaat wanneer de mens de garantie voor juist denken ontvangt, gevonden heeft, zal noch door twijfels gekweld worden, noch zal hij moedeloos en aarzelend zulke berichten op hun waarachtigheid onderzoeken. Maar hij zal onvoorwaardelijk aannemen, wat de geest hem overdraagt, want zijn instelling ten opzichte van God verzekert hem immers van het juiste denken.

De mens daarentegen, die een voortdurend werelds verlangen heeft, verlangt niet naar de waarheid. Hij wordt instinctief gewaar, dat wereldse vreugden en vervulling van verlangens niet het doel van het aardse leven kunnen zijn. Hij wil dit echter niet inzien en als hij er ook voor terugschrikt in alle andere dingen de strengste waarheid te zoeken en dit het bewuste vermijden van de waarheid ten gevolge heeft, zal juist de vorst van de leugen macht verkrijgen over diens ziel. En de eeuwige Godheid kan zo’n ziel weinig hulp sturen. Dezelfde weerstand zal ook dezelfde boze invloeden ten gevolge hebben, want God, als de eeuwige waarheid Zelf, wil erkend worden en daarom is het geloof in Hem de eerste voorwaarde om tot de waarheid te komen.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling