Jamais la misère sur la Terre n’a été aussi grande, au point que l'éternelle Divinité se voit poussée à une puissante Intervention dans une mesure telle qu’un abominable malheur en relation avec la terre est destiné à l'humanité. Plus cette dernière parcourt sa voie sans foi, plus durement elle sera frappée par cette disposition, parce que la cause de toute la souffrance est uniquement cette absence de foi, étant donné que cela est la dernière possibilité d'influencer les hommes dans le but de les éduquer. Là où ils traversent les souffrances et les malheurs avec des yeux fermés sans penser au Seigneur, là toute aide pour les âmes est impossible. Seuls la solitude et l'abandon le plus complet font reconnaître aux hommes qu’une autre destination est le motif de son existence terrestre, et le cours de ses pensées est orienté dans le sens juste seulement lorsque l'homme tend à poursuivre sa vraie destination sur la Terre. Ce qui interpelle d'abord son esprit est terrestre et donc totalement inutile. Seulement dans l'état de connaissance l’influence directe de la Force spirituelle est reconnaissable puisque maintenant tout conquiert forme et vie, alors que jusqu'à présent cela touchait d’une manière réduite les pensées des hommes. Dans ces temps de plus profonde incrédulité le sens de l'homme est plutôt incliné à trouver son plaisir dans les choses superficielles, sans importance, et il tend toujours à exploiter le plus possible le bref temps sur la Terre en rejetant toutes les pensées spirituelles, et ainsi les Forces spirituelles ont peu d'influence sur de tels hommes. Là où maintenant chaque effort de celles-ci est sans succès, là où l'homme se trouve totalement hors de toute activité spirituelle, il est alors nécessaire d'employer des moyens qui ont forcément pour conséquence une indicible misère, mais qui ne sont pas entièrement sans succès, et ainsi les événements sur la Terre augmenteront de jour en jour afin d’indiquer visiblement la caducité des biens terrestres comme de la vie corporelle. Aux hommes il est sans interruption indiqué la voie qu'ils doivent parcourir, mais cette voie ne leur semble pas praticable, parce qu'ils ne veulent pas croire. Ils opposeront à chaque catastrophe de la nature ainsi qu’à n'importe quel événement toujours de nouveau leurs sages raisons et objections, mais ils ne voudront jamais reconnaître les Avertissements de l'éternelle Divinité. Et même les événements les plus étranges sont totalement naturels selon leur point de vue, ce sont des phénomènes explicables par les forces de la nature, à laquelle il ne faut attribuer aucune signification particulière. Plus ces événements se répètent, plus l'humanité s'y habitue et plus elle les considère avec une indifférence grandissante et l'inévitable conséquence de cela est que l'éternelle Divinité donnera aux hommes des signes de plus en plus puissants de Son Omnipotence et de Son Action, pour que les hommes qui ne sont pas encore totalement obstinés reconnaissent cela comme envoyé d'en haut et sauvent leurs âmes avant qu’il ne soit trop tard. De tels signaux doivent arriver à l'homme toujours dans le domaine du naturel possible, pour ne pas influencer d’une manière coercitive sa volonté, mais les dimensions miraculeuses de ces signaux pousseront de toute façon quelques hommes à la réflexion. Et ils deviendront même étonnés que jusqu'à présent ils ne s'occupaient que de la science pure lorsqu’ils reconnaîtront que leurs recherches et résultats ne se réalisent pas et que tous les calculs terrestres deviennent inutiles au vu de tels événements qui interviennent d’une manière bouleversante et destructive dans la vie terrestre. Parce que l'Action du Seigneur se manifestera partout, tous les hommes remarqueront l'insolite d’une telle Activité, mais elle ne sera pas reconnue comme telle. Les hommes chercheront une explication qui corresponde à leurs pensées et à leur désir, mais ils devront reconnaître l'insuffisance de leur savoir. À ceux-ci leur doute sera vraiment une bénédiction, vu qu’il marquera le début de la foi, parce que celui qui ne craint pas d'admettre que son savoir ne suffit pas pour une explication, cherche inévitablement à arriver à une explication par la voie spirituelle, et alors il ne sera pas laissé plus longtemps dans l'ignorance ou dans le doute, parce qu'il cherche la Vérité et est déjà arrivé très près de la voie. Si ensuite il s’occupe seulement des impulsions de son cœur, il arrivera vite à la juste connaissance et celle-ci sera utile pour son âme. Aux hommes il est concédé encore un bref temps de Grâce, mais le Jour arrivera très vite où la mort fera une grande récolte, et bienheureux celui qui s’occupe de tous les signaux et ne devient pas paresseux en ce qui concerne le travail sur son âme, parce que Dieu cherche chacun et même le grand événement qui arrive est seulement une preuve de l'infini Amour divin qu’Il a pour toutes les créatures sur la Terre et donc Il ne laisse rien de coté pour sauver ces créatures de la grave misère de l'âme.
Amen
TraducteursNog nooit is de nood op aarde zo groot geweest, dat de eeuwige Godheid zich genoodzaakt zag tot een in zo’n mate gewelddadig ingrijpen, dat de mensheid in aards opzicht een onnoemelijke ellende ten deel zal vallen. Hoe ongeloviger ze haar weg bewandelt, des te harder zal ze door deze ingrepen getroffen worden, want alleen dit ongeloof is de oorzaak van al het lijden. Dit is immers de laatste mogelijkheid om de mensen op een bepaalde manier opvoedkundig te beïnvloeden. Waar men dan ook nog met gesloten ogen aan al het leed en rampspoed voorbijgaat zonder aan de Heer te denken, is elke hulp voor de ziel onmogelijk.
De diepste eenzaamheid en verlatenheid laat de mens pas beseffen, dat één of ander doel aanleiding voor zijn bestaan op aarde is. En pas dan zal de gedachtegang juist geleid worden, wanneer het het streven van de mens is om zijn doel op aarde na te komen. Wat voorheen zijn gemoed bezighield, was aards en dus volledig nutteloos. Pas in de toestand van inzicht is de directe inwerking van geestelijke kracht in zoverre herkenbaar, dat nu alles vorm en leven krijgt, wat de mens tot nog toe slechts vaag via de gedachten trof.
Maar in tijden van het diepste ongeloof is het denken van de mens veel eerder geneigd om plezier te hebben in oppervlakkige, onbelangrijke dingen. En de mens streeft er steeds naar om de korte tijd op aarde zo goed mogelijk aards te benutten, maar alle geestelijke gedachten te verwerpen en daarom hebben de geestelijke krachten weinig invloed op zulke mensen.
Waar nu al hun moeite zonder succes blijft, waar de mens volledig buiten het geestelijke werkzaam zijn staat, is het nu noodzakelijk om middelen aan te wenden, die wel onnoemelijke ellende opleveren, maar niet geheel zonder succes zijn en daarom zullen de gebeurtenissen op aarde, die zichtbaar de vergankelijkheid van aardse goederen alsook van het lichamelijke leven te kennen geven, van dag tot dag toenemen.
De mens wordt onophoudelijk de weg gewezen, die ze moeten gaan, maar deze weg zal hen niet begaanbaar lijken, omdat ze juist niet willen geloven. Ze zullen steeds weer hun wijze verklaringen en bedenkingen tegenover elke natuurramp en ook alle andere gebeurtenissen zetten, maar er nooit de vermaningen en waarschuwingen van de eeuwige Godheid in willen herkennen. En de vreemdste gebeurtenissen zijn, naar hun mening, heel natuurlijke verschijnselen, die kunnen worden verklaard door de natuurkrachten, waaraan geen buitengewone betekenis kan worden toegeschreven.
Een vaker voorkomende herhaling van zulke gebeurtenissen zal tot stand brengen, dat de mensheid er gewend aan raakt en zich hier steeds onverschilliger tegenover opstelt. En het onvermijdelijke gevolg daarvan is, dat de eeuwige Godheid nu overeenkomstig vreselijkere tekenen van Haar almacht en Haar werkzaam zijn aan de mensen geven zal, opdat de geheel verstokte mensen, die nog zwak van geloof zijn, dit als zending van boven herkennen en hun zielen redden, voordat het te laat is.
Zulke tekenen moeten weliswaar steeds binnen de grenzen van wat in de natuur mogelijk is toegestuurd worden om niet met dwang de wil van de mensen te beïnvloeden, maar de geweldige grootte van deze tekenen zullen toch menig mens tot denken aanleiding geven. En degenen, die tot dan toe zuiver wetenschappelijk bezig waren, zullen bij het zien van zulke gebeurtenissen, die aangrijpend en vernietigend in het aardse leven ingrijpen, zelfs achterdochtig worden, wanneer ze zullen beseffen, dat hun onderzoeken en uitkomsten niet standhouden en alle aardse berekeningen ongegrond blijken.
Want het werkzaam zijn van de Heer zal overal zichtbaar worden. Alle mensen zal het buitengewone van Zijn werkzaam zijn opvallen, maar het zal niet als zodanig herkend worden. De mensen zullen te zeer naar een verklaring zoeken, die met hun denken en willen overeenkomt en toch ook het ontoereikende van hun kennis herkennen.
Hun twijfel zal voor deze mensen waarlijk tot zegen zijn, omdat er een begin is tot geloof. Want degene, die er niet voor terugschrikt toe te geven, dat zijn kennis niet toereikend is om tot een verklaring te komen, probeert onwillekeurig, op een geestelijke manier achter een verklaring te komen en zal dan niet langer in onwetendheid of twijfel gelaten blijven, want hij zoekt immers de waarheid en is dus al heel dicht in de nabijheid van de juiste weg geraakt. Als hij dan enkel acht slaat op de opwellingen van zijn hart, zal hij spoedig tot de juiste kennis komen en dit zal zijn ziel tot voordeel strekken.
Er is de mensen nog een kort laatste uitstel verleend en toch zal de dag, dat de dood een grote oogst binnen zal halen, spoedig aanbreken en zalig zijn degenen, die acht slaan op alle tekenen en niet traag worden om aan de ziel te werken. Want God zoekt iedereen op en ook de grote komende gebeurtenis is weer enkel een bewijs van de eindeloze goddelijke liefde, die alle schepselen op aarde betreft en niets onbeproefd laat om deze schepselen te redden uit de hevige nood van de ziel._>Amen
Traducteurs