• Retour

La Pensée et l'activité mentale – le cœur – le cerveau

Unissez-vous à Moi en pensées et occupez-vous de Mes Paroles, parce que l'esprit qui est en vous, vous manifestera perceptiblement Ma Volonté. Et si vous faites Ma Volonté votre vie vous mènera irrévocablement au but. La pensée est une Force spirituelle, elle se propage et de ce fait elle est la meilleure preuve qu’elle n’est pas quelque chose de mort, qu’elle vit et vivifie et est toujours en liaison continue avec l'activité mentale de l'homme. C’est une nourriture pour la vraie activité mentale de l'homme à travers la Force spirituelle. L'homme est capable d'accueillir ce Courant de Force d’une manière efficace et de le transférer vers le cœur qui, en tant que station de réception de la Force spirituelle fait un usage constant de la Nourriture qui lui arrive et la renvoie revalorisée au centre du cerveau et de là elle met en mouvement les mécanismes de l'homme. Ce processus est encore incompréhensible pour l’être humain, vu que jusqu'à présent celui-ci soutient l'opinion erronée qu’uniquement le cerveau exerce une activité organique et que le reste du corps n'est pas impliqué tant que des mouvements volontaires n’ont pas lieu et seulement alors le corps exécute l’activité mentale, mais en fait c’est le cœur qui est la station de réception et c’est seulement là que se déroule un choix, et lorsque l'homme est de bonne volonté pour accueillir la Force spirituelle, c’est à dire les transmissions mentales, cela se produit ensuite d’une manière que le corps et avec lui le cerveau en tant qu’organe consent à conserver le spirituel reçu comme patrimoine spirituel, ou bien l’accueille d’une manière fantasmagorique et le rejette vite.

Pour cette raison, il arrive souvent qu’une opposition surgisse lorsqu’une âme particulièrement intelligente et prête à accueillir veut transmettre au cerveau ce qu’a accueilli le cœur. Le cerveau refuse entièrement l'accueil, et le renvoie dans le cœur de l'homme, là de nouveau il est reçu avec tristesse et il est renvoyé à plusieurs reprises vers le haut jusqu'à ce que dans le cerveau la résistance soit fatiguée et alors il agit maintenant comme il se doit, car il est maintenant déterminé par la Force de l'esprit qui agit encore plus fort, et ainsi la résistance du cerveau diminue. L'activité mentale s'explique entièrement seulement de cette façon, et cela fournit la réponse à la question du pourquoi la même Sagesse qui est portée à la connaissance des hommes de la même manière est crue bien qu’accueillie totalement différemment par ces derniers. Cela dépend uniquement de la volonté de l'homme que cette Force spirituelle soit accueillie et considérée comme patrimoine spirituel reçu par le cœur, mais si de quelque manière ce dernier offre une résistance à travers la simple activité des organes, alors la Force spirituelle est seulement utilisée dans la mesure où il en a besoin pour son activité, et on est en présence d’une pensée purement terrestre. Mais pour résoudre les problèmes spirituels la collaboration du cœur avec les organes pensants est indispensable, parce que tout le spirituel prend d'abord sa source dans le cœur de l'homme, avant qu'il ne soit transmis plus en avant, et il devra aussi être pleinement accueilli dans les organes à qui il revient la faculté de penser. Et à nouveau un cœur qui vit dans l'amour, sera pourvu d’une manière immensément abondante avec la Force spirituelle et avec cela l'homme dans lequel demeure l'amour augmente son savoir spirituel et il se trouvera dans une très pleine connaissance.

Amen

Denkend bezig zijn - Hart - Hersenen

Verenig u in het geloof en sla acht op mijn woorden, want de geest in u zal mijn wil duidelijk kenbaar maken en uw leven zal onherroepelijk tot het doel voeren, als u deze wil van Mij vervult. De gedachte is geestelijke kracht, ze plant zich voort en is bijgevolg het beste bewijs dat ze niets doods heeft, dat ze leeft en doet leven en in voortdurende verbinding staat met het denkend bezig zijn van de mens.

Een regelmatige voeding door geestelijke kracht is eigenlijk het denkend bezig zijn van de mens. De mens is in staat deze stroom van kracht op te nemen en in zekere zin om te leiden via het hart, dat als opnamestation van alle geestelijke kracht onafgebroken de naar hem toekomende voeding gebruikt en dan verwerkt teruggeeft aan het hersencentrum en van daar het mechanisme van de mens als het ware in beweging zet.

Dit is een proces dat voor de mens nog geheel onbegrijpelijk is, daar hij tot nu toe de verkeerde mening voor waar houdt dat slechts alleen de hersenen hun organische werkzaamheid uitoefenen en dus de rest van het lichaam daar voorlopig niets mee te maken heeft - tot de wil zich in beweging zet en het denkend bezig zijn nu ook het lichaam tot verwezenlijking aanzet. Het hart is echter het ontvangststation en daar vindt eerst een afscheiding plaatsvindt in hoeverre de mens gewillig is die geestelijke kracht - dus overdracht door middel van gedachten - op te nemen. En dit proces geschiedt op die manier, dat het lichaam - en daar mede juist de hersenen als orgaan - toelaat, het ontvangen geestelijke te behouden als een geestelijk goed, of dat het alleen vaag opgenomen en dadelijk weer verworpen wordt.

Daarom gebeurt het zo vaak dat zich weerstanden doen gevoelen als een ziel die bijzonder veel inzicht geniet en tot ontvangen bereid is, dat wat met het hart opgenomen is ook aan de hersenen wil overbrengen. Deze weigeren het zonder meer aan te nemen en zenden het daarom weer terug naar het hart. Daar wordt het bedrukt terugontvangen, doch steeds weer omhoog gezonden, tot in de hersenen de weerstand verlamd raakt en deze nu zo handelen als ze handelen moeten, daar ze nu geleid worden door de kracht van de geest, die des te sterker wordt hoe zwakker de weerstand van de hersenen zich er tegen verzet.

Het denkend bezig zijn is alleen op deze wijze volkomen te verklaren en het geeft de oplossing op de vraag, waarom dezelfde wijsheden, op dezelfde manier aan de mensen meegedeeld, geheel verschillend opgenomen, dat wil zeggen: geloofd worden. Dat dit enkel en alleen aan de wil van de mens ligt, in hoeverre deze het door het hart ontvangene opneemt en als geestelijk goed benut, of dat hij in zekere zin weerstand biedt door de loutere activiteit van de organen, doordat deze de geestelijke kracht maar in zoverre benutten als de hersenen deze kracht perse nodig hebben om te kunnen werken, dus om zuiver aards te denken.

Om echter geestelijke problemen op te lossen is een samenwerken van het hart met de denkorganen onvermijdelijk, omdat al het geestelijke eerst de weg naar het hart van de mens neemt eer het verder geleid wordt, en dan ten volle moet worden aangenomen door die organen, waaraan het denkvermogen is opgedragen. En wederom zal een hart dat in de liefde leeft ontzaglijk rijk bedacht worden met geestelijke kracht. En bijgevolg zal ook de mens in wie de liefde woont, zijn geestelijke kennis vermeerderen en hij zal in een het volste inzicht staan.

Amen