La clarté de l'esprit est toujours une paix intérieure. Celui qui a la lumière sera rempli d’une sensation de calme et de sécurité, parce qu'il fait parti de ceux qui ont déjà dépassé en partie la matière et se sont tourné seulement vers le spirituel. Et celui-ci ne se laissera plus jamais enjôler par les choses terrestres de sorte qu’au lieu de passer nerveusement et impatiemment à travers la vie, il se trouvera plutôt dans un état de bonheur que rien ne trouble plus de manière insolite. Il vivra certes tout jusqu'au bout, mais avec moins de participation du cœur, il ne souffrira pas particulièrement sous des vicissitudes qui, autrement, auraient ébranlé tout son être, mais il acceptera tout comme un phénomène accompagnant la vie quotidienne et qui lui est seulement assignée par le Père divin en tant que but d’un perfectionnement ultérieur. Et rien ne pourra déranger sa paix intérieure qui se manifestera toujours plus perceptiblement plus le fils terrestre s’emploiera à s'acquitter de la Volonté du Père dans le Ciel. Parce que maintenant l'âme n'a plus à souffrir sous la pression de la matière, elle vit sa vraie destination, et elle ne doit plus craindre les luttes du pouvoir opposé, donc l'âme se trouve dans une condition de tranquillité envers tous les événements terrestres, tandis que spirituellement elle s'active toujours davantage. La Terre et ses désirs sont justement en contradiction avec la vie spirituelle et on ne peut jamais satisfaire aux deux. La vie terrestre avec ses exigences procure toujours des agitations et des absences de paix, tandis que la vie spirituelle et la tendance de l'âme apporte une condition de calme, mais seulement vis-à-vis des vicissitudes terrestres. Cela a toujours pour effet que l'esprit de l'homme est insensible envers toute difficulté qui lui est destinée d’une manière terrestre, et l'homme peut exécuter sa vraie tâche sans dérangement tant qu’il désire seulement demeurer dans les régions spirituelles. Et même il sera dispensé de certaines préoccupations, parce qu'il lui est concédé l'assistance spirituelle dans toutes les misères et les préoccupations, soit du corps comme aussi de l'âme, il se rendra bien compte de cette assistance, et sa paix intérieure sera dérangée seulement rarement à travers des événements qui autrement auraient ébranlé son calme. Ce sont presque toujours des préoccupations mondaines qui inquiètent l'homme et qui lui rendent insupportable la vie terrestre, mais celui qui la sacrifie pleinement croyant au Père dans le Ciel, qui Le prie en toute connaissance spirituelle qu'Il est le Seigneur sur tous les événements, qui porte donc ces préoccupations dans le Royaume spirituel, en sera visiblement libéré et la paix du cœur aura de nouveau le dessus, et ce qui semblait un poids au fils terrestre et qui aurait pu compromettre sa tendance spirituelle sera banni. Et ainsi toute votre tendance doit toujours seulement être orientée vers votre esprit, vous ne devez pas porter votre attention aux exigences terrestres, mais toujours seulement désirer ardemment et demander la lumière pour l'esprit, et le Père céleste vous guidera providentiellement à travers la vie terrestre et il ne laissera s’approcher de vous aucune difficulté, pour que vous trouviez et conserviez la paix intérieure, pour pouvoir promouvoir davantage la vie spirituelle et guider ainsi votre âme à la condition de Lumière.
Amen
TraducteursVerlichting van de geest is innerlijke vrede. Van wie het inzicht ten deel valt, maakt zich een gevoel van geborgen zijn en rust meester. Want hij is het die de materie al voor een deel heeft overwonnen en zich steeds meer op het geestelijke richt. En zo zal deze zich ook nooit door aardse zaken van de wijs laten brengen in die mate dat hij rusteloos en ongeduldig door het leven gaat. Hij zal zich veel meer in de gelukkige toestand bevinden dat niets hem meer buitengewoon raakt. Hij zal alles wel doormaken, echter met geringe deelname van het hart. Hij zal ook niet bijzonder lijden onder gebeurtenissen die anders zijn hele wezen diep zouden hebben aangegrepen, daarentegen alles aanvaarden als een bijverschijnsel van het dagelijks leven, dat hem alleen is toebedacht door de goddelijke Vader ten behoeve van zijn verdere vervolmaking. En niets kan de innerlijke vrede verstoren, die zich alsmaar voelbaarder openbaart, hoe meer het mensenkind zijn best doet de wil van de Vader in de hemel te vervullen. Want voortaan heeft de ziel niet meer zo te lijden onder de druk van de materie. Ze leeft voor haar ware bestemming en de gevechten van de vijandige macht zijn niet meer zo te vrezen. Daarom is de ziel in rust tegenover alle aardse gebeurtenissen, terwijl ze toch geestelijk steeds levendiger werkzaam is.
De aarde en haar verlangen is nu eenmaal in tegenspraak met het geestelijke leven en er kan nooit aan beide tegelijk gevolg worden gegeven. Het leven op aarde met zijn eisen zal ook steeds onrust en onvrede oproepen, terwijl het geestelijke leven en het streven van de ziel de rust biedt, dat wil zeggen alleen tegenover de aardse belevenissen. Dit zal steeds zo’n uitwerking hebben dat de geest van de mens ongevoelig is voor al het moeilijke dat hem aards is beschoren en de mens zonder storingen zijn eigenlijke taak kan vervullen, zolang hij maar begeert in geestelijke regionen te mogen vertoeven. Hij zal ook van een zekere zorg zijn ontheven, want er is hem geestelijke bijstand verzekerd in alle noden en zorgen, zowel van het lichaam als ook van de ziel, en hij zal deze hulp wel waarnemen en zijn innerlijke vrede zal maar zelden worden verstoord door voorvallen die hem anders uit de rust zouden hebben opgeschud.
Het zijn meestal wereldse zorgen die de mens verontrusten en hem het aardse leven onverdraaglijk maken. Wie deze echter heel gelovig aan de Vader in de hemel opoffert, wie Hem vraagt - en dat in het geestelijke inzicht dat Hij de Heer is over al het gebeuren - wie dus deze zorg meeneemt naar het geestelijke rijk, die zal daar duidelijk van worden bevrijd en de vrede van het hart zal weer de overhand nemen. En verbannen zal zijn wat het mensenkind als last voorkomt en zijn geestelijk streven zou kunnen benadelen. En zo moet uw hele streven steeds alleen daarop gericht zijn, bedacht te zijn op uw geest. U moet aan de aardse eisen geen aandacht schenken, maar steeds alleen verlangen naar de helderheid van geest en hierom vragen, en de hemelse Vader zal u zorgzaam door het leven op aarde heen leiden en al het moeilijke ver van u houden opdat u de innerlijke vrede vindt en behoudt, om des te rustiger het geestelijke leven te kunnen bevorderen en zo uw ziel naar het licht te leiden.
Amen
Traducteurs