• Retour

La capacité de l'âme – le renoncement – Stades préliminaires – Sphères de Lumière

Durant un temps antérieur indescriptiblement long il a été imposé à l'âme des tâches qui exigeaient un accomplissement complet, et seulement ainsi a été parcouru le chemin du développement vers le Haut. Si maintenant l'âme dans toute sa constitution à travers des transformations continuelles de son enveloppe a atteint la plus haute capacité, alors maintenant dans la vie terrestre il doit aussi lui être imposé une tâche d'égale dimension ou bien d’une responsabilité plus grande, qui peut se dérouler justement seulement lorsqu’elle peut exploiter toutes les facultés à sa disposition et se consacrer avec une vraie ferveur à ce travail. Pour cela elle aura d'immenses avantages si elle exploite chaque occasion et dépasse chaque difficulté, parce que seulement cela promeut son état de maturité si elle prend avec bonne volonté sur elle ce qui lui est imposé pour son vrai perfectionnement. Ainsi par exemple il faut un temps déterminé pour que l'âme se soit libérée de toutes les avidités terrestres, et elle peut y arriver seulement si elle s'exerce dans le renoncement, si seulement elle comprend qu'un affaiblissement du corps est toujours un dommage pour l'âme, si de la même façon elle pense combien l'âme doit languir lorsque le corps est choyé et qu’elle-même doive fournir toute sa force de résistance pour être aidée. L'homme a la responsabilité de son âme, parce qu’il a aussi la capacité de faire ou de ne pas faire ce qui sert à l'âme, et à nouveau il dépend seulement de la volonté de l'homme de bien utiliser ces capacités et, si le corps prétend autre chose que ce qui est le mieux pour l'âme, à cela il doit être opposé la juste résistance. Parce que seulement ainsi la tâche terrestre peut être accomplie définitivement. Et l'homme doit combattre cette bataille quotidiennement et à toute heure, et ne doit pas baisser les bras, parce qu'il s'agit du plus grand engagement, il s'agit de l'Éternité. Pour les hommes ce concept est incompréhensible, parce que vous ne saisissez pas la Parole dans sa signification la plus profonde. Mais vous devez savoir, que vous recevez infiniment plus que ce que vous donnez, mais que, d'autre part, vous ne pouvez pas recevoir dans la condition où vous êtes maintenant sur la Terre, parce que vous ne seriez pas capables de supporter les Magnificences si auparavant vous n'y aviez pas été formés de façon à pouvoir en avoir une part. Ainsi du fait que l'âme doit se former d'abord pour vivifier maintenant le corps humain, du fait que son actuelle constitution est totalement différente des stades antérieurs dans lesquels le cheminement à travers d’innombrables êtres individuels a permis d’accomplir l'unification seulement au cours d’un temps inconcevablement long pour s'incarner maintenant dans l'homme, alors maintenant dans l'existence terrestre l'âme doit chercher à atteindre la condition qui lui permette d’abandonner sa demeure obscure dans la matière et de s'élever dans des régions lumineuses, pour pouvoir supporter justement cette plénitude de Lumière qui est le symbole de la Béatitude. Pour recevoir les plus sublimes délices et goûter la Béatitude illimitée, il doit être imposé la plus grande résistance aux désirs du corps sur la Terre. Alors l'âme exploite ses facultés de la manière juste, tandis qu'elle aspire toujours seulement à la Vie dans l'Éternité et considère la vie terrestre seulement comme une étape de formation.

Amen

Werkkracht van de ziel – Zelfverloochening – Voorstadia – Lichte sferen

Al sinds een onbeschrijfelijk lange tijd werden aan de zielen opdrachten gegeven, die volledige vervulling vereisten. En alleen zo werd de gang van de opwaartse ontwikkeling afgelegd. Wanneer nu de ziel in haar hele hoedanigheid door voortdurende verandering van haar omhulsel de grootste capaciteit bereikt heeft, dan moet haar nu in het leven op aarde ook een opdracht van eveneens de grootste omvang of verantwoordelijkheid gegeven worden, die ze enkel dan vervullen kan, als ze er naar streeft om alle haar ten dienste staande vermogens te benutten en ze zich met volle ijver aan deze arbeid overgeeft. Het zal voor haar van onnoemelijk voordeel zijn, wanneer ze elke gelegenheid benut en al het moeilijke overwint. Want alleen wat ze bereidwillig op zich neemt, wat haar tot haar eigen vervolmaking opgelegd is, bevordert haar rijpheidsgraad.

Zo zal er bijvoorbeeld een bepaalde tijd nodig zijn, totdat de ziel zich vrij gemaakt heeft van elke aards verlangen. En ze kan dit alleen maar volbrengen, wanneer ze zich in zelfverloochening oefent, wanneer ze er steeds maar op bedacht is, dat een vervulling van het lichamelijke verlangen steeds tot schade voor de ziel leidt. Wanneer ze er evenzo aan denkt, hoezeer de ziel gebrek moet lijden wanneer het lichaam bedacht wordt en ze dus elke weerstandskracht aan moet wenden om de ziel te helpen.

De mens draagt de verantwoordelijkheid voor zijn ziel, omdat hij anderzijds ook de bekwaamheid heeft om alles na te laten of te doen, wat nuttig is voor de ziel. En dat het opnieuw alleen van de wil van de mens afhangt om deze vaardigheden op de juiste manier te gebruiken en, als het lichaam iets anders verlangt dan goed is voor de ziel, deze hier de juiste weerstand tegenover zet. Want alleen zo kan de opdracht op aarde volkomen vervuld worden. En deze strijd moet de mens elke dag en elk uur uitvechten. En hij moet niet moe worden, want het gaat immers om de hoogste inzet, het gaat om de eeuwigheid.

Voor jullie mensen is dit idee onbegrijpelijk, want jullie begrijpen het woord niet in zijn diepste betekenis. Maar jullie moeten weten, dat jullie eindeloos meer ontvangen, dan jullie opgeven. Maar dat jullie anderzijds in de toestand, zoals jullie nu op aarde zijn, niet kunnen ontvangen. Dat jullie niet in staat zijn om de heerlijkheden te verdragen, als jullie je niet van tevoren zo ontwikkeld hebben, dat jullie hieraan deelachtig kunnen zijn.

Dus, zoals de ziel zich van tevoren moest ontwikkelen om nu het menselijke lichaam te bewonen, zoals haar huidige gesteldheid volledig verschillend is van de voorstadia, waar de gang door talloze afzonderlijke wezens pas na ondenkbaar lange tijd de vereniging tot stand bracht, om zich nu in de mens te belichamen, moet de ziel nu tijdens het bestaan op aarde evenzo proberen te bereiken, dat ze het duistere verblijf in de materie verlaat en zich in lichte regionen verheffen kan, om juist die volheid van licht, die het toonbeeld van de zaligheid is, te kunnen verdragen.

Om de hoogste gelukzaligheid te ontvangen en te genieten van die onbegrensde gelukzaligheid, moet op aarde aan het verlangen van het lichaam de grootste weerstand geboden worden. De ziel benut dan haar vermogens op de juiste manier, doordat ze steeds alleen streeft naar het leven in de eeuwigheid en het aardse leven enkel als ontwikkelingsstation beschouwt.

Amen