• Retour

Saisir et expulser des pensées selon la Volonté de Dieu – la peur de la mort

Toutes les pensées qui t'affluent sont saisies par ta volonté. Ta juste volonté dédiée à Dieu expulse toujours ce qui n'est pas destiné à être écrit. Donc tu reçois seulement des Communications qui correspondent entièrement à la Volonté de Dieu, mais en partie seulement destinées à toi, et en partie destinées à être un pur Enseignement pour l'humanité. Avec plus de diligence et de dévouement tu exécuteras ton travail qui doit être pour la Bénédiction de l'humanité, d’autant plus tu seras digne de recevoir Sa Grâce. Parce que pour Dieu chaque événement a une sage signification. Il agit incessamment pour ouvrir les yeux des fils terrestres encore aveugles, parce que l'Amour du Seigneur pour Ses créatures est illimité. Qui se confie à cet Amour, est sous Sa Garde constante et est assisté providentiellement par Lui. La vie offre aux fils de la terre de multiples possibilités qui cependant contribuent seulement à oublier le Créateur. Les hommes voudraient passer leurs jours sur la Terre dans l'insouciance et ne pas avoir à craindre la fin pour leur corps. Et ainsi leurs désirs sont tournés toujours seulement vers les biens terrestres, et ils repoussent volontiers toute pensée de la mort. La première chose est dommageable pour l'âme; et la mort est pour eux une pensée qui les effraye ou les rend mal à l’aise au fur et à mesure qu’ils vieillissent.

Et cela n'est pas dans l'Ordre divin. Qui pense à son âme sur la Terre, ne doit pas être effrayé par la mort, parce qu’en elle il voit seulement la libération de l'âme et l'entrée dans la Paix éternelle. Maintenant la Préoccupation du Créateur est uniquement celle-ci, c’est de rendre compréhensible au fils terrestre que l'activité terrestre n’est que la plus petite partie de la conservation de la Création divine et que le travail sur l'âme est la tâche la plus importante de l'homme sur la Terre. Tout ce qui sert pour la conservation du corps et du bien vivre, deviendra tôt ou tard la proie de la caducité, mais ce que l'homme fait pour le salut de son âme est impérissable, tout comme l'âme est impérissable. L'âme ne peut jamais cesser d’exister, et il est donc de la plus grande importance qu’elle soit dans des conditions optimales, c'est-à-dire dans un état de Lumière lorsqu’elle entre dans l'au-delà, parce que cet état de Lumière est déterminant pour savoir si l'âme souffre ou jouit de la Béatitude céleste. Pour l'âme il est infiniment atroce de désirer la Lumière et par sa faute de devoir renoncer à la Lumière. Et l'âme sera à nouveau très heureuse, lorsqu’il lui aura été concédé l'entrée dans les régions de Lumière, c'est-à-dire de prendre part à la proximité du Père céleste.

Amen

Begrijpen en afscheiden van de gedachten volgens de wil van God – Verschrikkingen van de dood

Alle gedachten die jou toevloeien, zijn door jouw wil gegrepen. De juiste, aan God toegenegen wil, scheidt altijd af wat niet bedoeld is om op te schrijven. Daarom worden alleen zulke bekendmakingen door jou ontvangen, die geheel overeenstemmen met de wil van God, maar deels alleen maar voor jou bestemd zijn en deels als zuivere leer voor de mensheid gegeven zijn. Hoe ijveriger en meer toegewijd jij jouw arbeid, die de mensheid tot zegen strekken moet, vervult, des te meer zul je waardig worden de genade te ontvangen.

Want bij God hebben alle gebeurtenissen steeds hun wijze bedoeling. Hij werkt er onafgebroken aan om de nog blinde mensenkinderen de ogen te openen, want de liefde van de Heer voor Zijn schepselen is grenzeloos. Wie zich aan deze liefde toevertrouwt, staat onder voortdurende bescherming en wordt door Hem zorgzaam begeleid.

Het leven biedt de mensenkinderen de meest veelsoortige afwisselingen, die er alleen maar toe bijdragen dat ze de Schepper vergeten. Ze zouden hun dagen op aarde graag in zorgeloosheid door willen brengen en niet hoeven te vrezen voor het einde van hun lichaam. En zo is hun streven steeds alleen maar op aardse goederen gericht en de gedachten aan de dood wijzen ze graag ver terug. Nu is dat eerste echter schadelijk voor de ziel. Maar met het toenemen van de leeftijd zal de dood hen een gedachte van verschrikking of van onbehagen opleveren. En dit past niet in de goddelijke ordening.

Degene die op aarde aan zijn ziel denkt, zal door de dood geen schrik aangejaagd worden, want hij ziet daarin dan alleen maar de bevrijding van de ziel en de ingang tot de eeuwige vrede. De zorg van de Schepper is nu enkel en alleen om het voor het mensenkind begrijpelijk te maken dat de aardse werkzaamheid slechts voor het kleinste deel de instandhouding van de goddelijke schepping geldt en dat het werk aan de ziel de belangrijkste taak voor de mensen op aarde is. Alles wat tot de instandhouding en voor het welzijn van het lichaam dient, zal vroeger of later een offer aan de vergankelijkheid worden, maar wat de mens voor zijn zielenheil doet, is onvergankelijk, zoals de ziel als zodanig onvergankelijk is.

De ziel kan nooit vergaan, maar het is voor haar van het grootste belang in welke toestand, dat wil zeggen in welke lichttoestand ze het hiernamaals binnen gaat, omdat de huidige lichttoestand doorslaggevend is of de ziel lijdt of hemelse zaligheid geniet. Het is onnoemelijk kwellend voor de ziel om naar het licht te verlangen en het licht door eigen schuld te moeten ontberen. En het zal de ziel weer mateloos gelukkig maken als haar de ingang tot de lichtregio’s verleend wordt en de nabijheid van de hemelse Vader dus haar deel wordt.

Amen