Ta vie future s’organisera d’une manière telle qu’il ne te manquera pas la volonté de faire ce dont t’a chargé le Très haut. Et ainsi laisse bien parler ta volonté, mais en plein accord avec la Volonté de Dieu. Aucun doute ne n’inquiètera, pas plus que les changements dans ton activité spirituelle, mais tu devras te subordonner entièrement à la Volonté de Dieu et tu trouveras la Force nécessaire pour ton activité. Chaque action se déroulera ensuite d’une manière qui va dans le Sens du Père céleste, et donc conforme-toi toujours seulement pleine de confiance à toutes les Paroles qui t'arrivent, et reste pleinement assurée que le Seigneur te guide sagement et ne te laisse pas te tromper. Mais maintenant commençons:
En tout lieu de l'atmosphère où se manifeste la vie, cette dernière est continuellement favorisée par des forces subordonnées à la Volonté de Dieu. Celles-ci sont presque toujours des êtres sans forme, c'est-à-dire non liés, auxquels revient la tâche d'agir en vivifiant. La fonction de ces entités non liées est de stimuler l’instinct qui demeure dans les créatures les plus petites de la création, et avec cela ici aussi se manifeste de nouveau une Force spirituelle qu’il est difficile de vous faire appréhender à vous les hommes. Sachez seulement que toutes les créatures exécutent une activité qui reste toujours égale, mais toutes d’une manière différente. Lorsque vous assistez au mouvement des êtres vivants les plus petits vous devez reconnaître une régularité dans l'activité qui leur a été assignée par le Créateur et malgré cela vous ne réussissez pas à vous expliquer quelle peut être son utilité. Elle devient compréhensible seulement lorsque vous acceptez l'explication que pour le réveil des plus petits esprits de vie il faut l’intervention directe de l'Esprit de Dieu, car tout ce qui vit dans ce monde est saisi par l'Esprit de Dieu, et les innombrables minuscules entités doivent s'acquitter de leur tâche fixée par Dieu dans la Création entière. Et chacune exécute avec ferveur cette tâche. Le concept de «Vie» embrasse toujours un développement continu et jamais un arrêt dans le même état. Ce qui vit doit continuellement changer, soit dans sa forme extérieure comme aussi dans sa constitution spirituelle. Ainsi même la plus petite créature doit parcourir la voie de son évolution depuis l'instant de son apparition jusqu'à la fin de sa vie. Elle doit parcourir la voie du développement prescrite, et lorsqu’elle a atteint le degré le plus haut dans une incarnation alors sa vie comme telle est terminée, et une autre forme attend la substance spirituelle déjà plus mûre, pour être de nouveau vivifiée par elle. Ainsi d’innombrables substances animiques s’unissent de nouveau dans un être vivant plus grand, et l’atmosphère est toujours remplie avec de telles âmes qui vont à la rencontre d’une incarnation, et donc la Force vivifiante se trouve dans tout ce qui vous entoure, dans l'air, dans l'eau, dans la pluie, dans le vent, avec chaque souffle vous assumez en vous cette Force et avec celle-ci vous êtes corporellement rafraîchis et fortifiés, parce qu'elle vous pourvoit avec des substances dont vous avez besoin pour la vie. Tout le bien-être que vous ressentez lorsque en plein air vous vous laissez au bon effet de tels flux provenant de l'éternel, est une preuve de l'activité qui réveille à la vie grâce à toutes ces entités qui, dans leur état lié, poussent les innombrables êtres vivants à leur activité voulue par le Créateur, mais exerce dans leur état non lié une influence favorable sur tous les êtres vivants grands et petits en leur assurant l'apport de tous les éléments importants pour la vie, dont ils ont besoin pour leur existence. Aucun de ces êtres n'est sans activité, l'Omnipotence de Dieu pousse chacun à exécuter Sa Volonté, et celle-ci consiste dans la vivification continue de toutes les Œuvres de la Création. Le Seigneur, qui a donné la Vie à chaque être, pourvoit incessamment afin que ceux-ci soient conservés, même si c’est toujours dans autre forme, et cette activité ininterrompue est aussi en même temps une remontée toujours continue. Qui reconnaît bien cela, l'observera aussi ensuite sur lui-même de la même façon, et son attention sera tournée vers le Miracle de la Vie qui se révèle dans chaque être individuel. Et il chantera honneur et louange à son Créateur dans lequel il reconnait seulement maintenant toute Sa Grandeur.
Amen
TraducteursHet verdere leven zal zich zo vormen, dat het jou niet aan de wil zal ontbreken om te doen, wat de opdracht van de Allerhoogste is. En dus zul je in ieder geval wel jouw wil laten spreken, maar in volledige overeenstemming met de wil van God. Geen enkele bedenking zal jou weerhouden van jouw geestelijke werkzaamheid. Je zal ook niet verontrust raken door twijfel, maar je zal je geheel en al aan de wil van God onderwerpen en zo ook de kracht vinden, die je nodig hebt voor al je handelen. Al het werkzaam zijn zal zich dan op die manier voltrekken, zoals het de bedoeling van de hemelse Vader is. Houd je daarom maar vol vertrouwen vast aan alle woorden, die je toegestuurd worden en blijf er volledig van verzekerd, dat de Heer je wijs leidt en je niet verkeerd zal laten gaan. Maar begin nu:
Waar er in de atmosfeer een voortdurend leven tot uiting komt, wordt dit leven onophoudelijk gesteund door krachten, die aan de wil van God onderworpen zijn. Dit zijn meestal ongevormde, dat wil zeggen ongebonden wezens, aan wie deze opdracht ten deel valt om tot leven wekkend werkzaam te zijn. De natuurlijke drift, die in de kleinste schepselen aanwezig is, is een functie van deze ongebonden wezens en zodoende treedt ook hier weer een geestelijke kracht aan het licht, die jullie mensen moeilijk begrijpelijk te maken valt.
Jullie weten slechts zoveel, dat alle schepselen een steeds gelijkblijvende bedrijvige werkzaamheid uitvoeren, maar allemaal van een verschillende aard. Jullie zien de bedrijvigheid van de kleinste levende wezens. Jullie moeten een regelmaat herkennen in de door de Schepper aan hen toegewezen werkzaamheid en jullie kunnen toch niet de directe aanleiding tot deze werkzaamheid verklaren.
Dit valt dan alleen maar te begrijpen, wanneer jullie de verklaring accepteren, dat voor de opwekking van de kleinste levensgeesten het directe inwerken van Gods geest de voorwaarde is. Dat alles, wat in deze wereld leeft, gegrepen wordt door de geest van God en de talloze kleinste wezens uit God hun opdracht in de hele schepping moeten vervullen. En elk van hen vervult ijverig deze opdracht.
Het begrip "leven" betekent steeds een verdere ontwikkeling, maar nooit een verstarren in hetzelfde. Wat leeft, moet zich voortdurend omvormen, zowel in zijn uiterlijke vorm, alsook in zijn geestelijke gesteldheid. Zo moet ook het kleinste schepsel haar ontwikkelingsgang hebben vanaf het moment van het ontstaan tot aan de beëindiging van het leven. Ze gaat de haar voorgeschreven ontwikkelingsgang en als ze de hoogste graad in deze belichaming bereikt heeft, dan is dat leven als zodanig beëindigd en een andere vorm wacht al op de rijpere geestelijke substantie om door haar tot leven gewekt te worden.
En talloze van zulke zielensubstanties zullen zich verenigen tot een groter levend wezen en steeds is de atmosfeer gevuld met zulke zielen, die de belichaming tegemoet zien. En daarom zal ook de jullie mensen omgevende atmosfeer zich in het volle leven bevinden, omdat steeds de leven gevende kracht in alles is, wat jullie omgeeft, in de lucht, in het water, in de regen, in de wind. Jullie nemen met elke ademtocht deze kracht in jullie op en worden hierdoor lichamelijk fris en gesterkt, omdat ze jullie van stoffen voorziet, die jullie nodig hebben om te leven.
Al het welbehagen, dat jullie ervaren als jullie je in vrijheid aan de goede werking van zulk binnenstromen van buiten overgeven, is een bewijs voor de leven opwekkende werkzaamheid van al deze wezens, die in gebonden toestand talloze levende wezens aanzetten tot de werkzaamheid, waarvan de Schepper wil dat ze die uitvoert. Maar ongebonden oefenen ze een gunstige invloed op alle grote en kleine levende wezens door hen de toevoer van alle voor het leven belangrijke elementen te verzekeren, die ze voor hun bestaan nodig hebben.
Er is niet één zo’n wezen zonder werkzaamheid. De almacht van God zet ze allen aan om de wil van God uit te voeren en deze wil bestaat in het ononderbroken tot leven wekken van alle scheppingswerken. De Heer, Die elk wezen het leven gaf, zorgt er onophoudelijk voor, dat deze ook behouden blijft, ofschoon ook in een steeds andere vorm en deze ononderbroken werkzaamheid is tegelijkertijd ook een voortdurend opstijgen. Degene, die dit goed beseft, zal zichzelf dan op dezelfde manier bekijken en zijn aandacht zal gericht zijn op het wonder van het leven, dat zich in elk individu openbaart. En hij zal eer en lof zingen voor zijn Schepper, Die hij nu pas in alle grootheid herkent.
Amen
Traducteurs