• Volver

La invocación del “Espíritu Santo”

Vosotros, los hombres, a menudo invocáis al “Espíritu Santo” para que venga a vosotros, y no sabéis que está dentro de vosotros y que solo necesita vuestro libre albedrío para poder expresarse de frente a vosotros. El Espíritu es Mi parte, está unido indisolublemente con el Espíritu del Padre, es decir, una chispa divina que se le asoció a vuestra alma cuando esta se encarnó como ser humano en esta Tierra, o también: antiguamente emanasteis de Mi por Mi Irradiación de Amor y, por lo tanto, sois de la misma sustancia primordial que Yo Mismo.

Esta substancia se endureció después de vuestra antigua apostasía de Mí, y vosotros, que una vez estuvisteis llenos de vida, os convertisteis en seres muertos. Porque Mi Fuerza de Amor os irradiaba, y esta Fuerza no podía de otra manera que actuar continuamente. Como entonces os defendisteis contra Mi Fuerza de Amor, también os volvisteis incapaces de cualquier actividad. Y en este estado de impotencia aún estáis cuando entráis a la Tierra como un ser humano. Para que ahora podáis cumplir con la tarea que se os ha asignado para la vida terrenal, irradio en cada corazón humano una chispa de Mi Fuerza de Amor eterna, que, por lo tanto, es nuevamente una parte de Mí. Estáis animados con la Fuerza que una vez os irradió como seres, y esto significa que poseéis energía vital, que podéis estar activos en la Tierra y, por lo tanto, también podéis cumplir con vuestra tarea como ser humano.

Pero la tarea verdadera es y sigue siendo vuestra espiritualización, la transformación de vuestro ser a su estado original, y solamente podéis cumplir con ella si os transformáis en Amor. Y para poder hacer esto, primero debe irradiarse de nuevo una chispa de Amor en vosotros, porque estáis completamente desprovistos de cualquier Amor debido a vuestra anterior apostasía de Mí. Así que esta chispa de Amor es la irradiación de Mí Mismo; es la irradiación de Mi Espíritu en vuestra alma, que, sin embargo, solamente os despierta a la vida a vosotros, los hombres, por la voluntad.

Todos vosotros tenéis la chispa espiritual, la parte de Mí Mismo, en vosotros. Ella no tiene que venir primero a vosotros, está en vosotros, pero solo puede expresarse si le dais la posibilidad de hacerlo mediante una vida de Amor, porque no se impone, y de ninguna manera os afecta en contra de vuestra voluntad. Así que podéis despertar el espíritu dentro de vosotros a la vida en cualquier momento, pero no estáis obligados a hacerlo.

Mediante vuestra oración para que el Espíritu Santo venga a vosotros, demostráis vuestro desconocimiento de las relaciones correctas, y demostráis además que os hacéis una falsa idea, porque, por así decirlo, lo personificáis y lo llamáis como un ser. Pero Él es mi “irradiación”, porque Yo Mismo soy el Espíritu más santo de la Eternidad, y también estoy con todos los que Me llaman. Pero el Espíritu al que llamáis nunca se debe pensar como separado de Mí, y no responderá ni podrá responder a vuestra llamada, a menos que os transforméis a vosotros mismos en Amor, porque aunque Mi Fuerza de Amor no conozca ninguna limitación, nunca puede irradiar en un corazón cerrado, y el corazón permanece cerrado mientras no esté dispuesto a amar, porque es capaz de amar precisamente por aquella chispa espiritual o Chispa de Amor de Mí asociada a él.

Pero la voluntad de amar hace que el espíritu se manifieste en vosotros, incluso si no lo llamáis expresamente. Él está en vosotros, pero permanecerá quieto mientras ignoráis el Amor, porque Él Mismo es Amor y, por lo tanto, solo puede expresarse frente al Amor. Y está inseparablemente unido con el Espírito del Padre de la Eternidad, y por lo tanto “Mi Espíritu”, o sea, el divino Fuego del Amor, puede fluir en vosotros, los hombres, en toda la abundancia y de esta manera hacer que la Chispa del Espíritu os instruya continuamente desde dentro, porque la Luz divina del Amor debe iluminar ahora también vuestros corazones, y esto significa el conocimiento más claro, significa obtener un conocimiento que corresponde a la Verdad, porque Mi Espíritu sabe todo y, por lo tanto, solo puede comunicaros la pura Verdad.

Por lo tanto, solo podéis siempre pedir que Yo Mismo esté presente para vosotros, lo cual requiere también que os transforméis en Amor, porque de otro modo el Amor Eterno no puede estar presente para vosotros. Por consiguiente, solo podéis orar por la fuerza para poder cumplir Mis Mandamientos, y entonces también os percataréis de Mi presencia, porque con cada obra de amor me atraéis a vosotros, porque Yo Mismo soy el Amor. Y entonces también obraré en vosotros a través de Mi Espíritu, como lo he prometido.

Amén

Het aanroepen van de "heilige geest"

U mensen roept vaak de "heilige geest" aan, dat hij tot u zou willen komen, en u weet niet dat hij in u is en slechts uw vrije wil nodig heeft om zich tegenover u ook te kunnen uiten. De geest is een deel van Mij, hij is onlosmakelijk met de Vadergeest verbonden, dus een goddelijke vonk die aan uw ziel werd toegevoegd toen u zich als mens belichaamde op deze aarde, of ook wel: Eens bent u als een uitstraling van mijn liefde van Mij uitgegaan en u bent dus van dezelfde oer-substantie als Ik zelf. Weliswaar verhardde deze substantie zich na uw afval van weleer van Mij en zo werd u die eens vol van leven bent geweest, tot dode wezens. Want de kracht van mijn liefde doorstraalde u en deze kracht kon niet anders dan onophoudelijk werkzaam zijn. Daar u nu de kracht van mijn liefde weerde, was u ook niet meer in staat tot enige werkzaamheid. En in deze krachteloze toestand bevindt u zich ook nog wanneer u als mens de aarde betreedt.

Opdat u nu de taak die u voor het leven op aarde gesteld is, zult kunnen vervullen, straalde Ik in het hart van ieder mens een vonk van mijn eeuwige liefdeskracht naar binnen, die dus weer een deeltje van Mij is. U bent bezield met de eens als wezen uitgestraalde kracht en dat betekent dat u levenskracht bezit, dat u aards werkzaam zult kunnen zijn en bijgevolg ook uw taak als mens kunt vervullen. Maar de eigenlijke taak is en blijft uw vergeestelijking, het opnieuw vormen van uw wezen tot zijn oertoestand. En deze taak zult u alleen kunnen volbrengen wanneer u zich geheel omvormt tot liefde. En om dat te kunnen, moet er eerst weer een vonkje liefde in u worden binnen gestraald, daar u door uw vroegere afval van Mij helemaal zonder enige liefde bent. Deze liefdesvonk is dus de uitstraling van Mij zelf, het is de uitstraling van mijn geest in uw ziel, die echter pas door de wil u mensen tot leven wekt.

U allen bezit de geestvonk die een deeltje van Mij zelf is. Hij hoeft dus niet eerst naar u toe te komen, hij is in u, maar kan zich pas uiten wanneer u hem door een leven in liefde daartoe de mogelijkheid geeft, omdat hij zich niet opdringt en u tegen uw wil op een of andere manier beïnvloedt. U kunt dus te allen tijde de geest in u tot leven wekken, maar wordt daar niet toe gedwongen. Door uw gebed dat de heilige geest tot u moge komen, bewijst u uw onwetendheid over de juiste samenhang en u bewijst verder dat u zich een verkeerd beeld hebt gevormd, omdat u hem als het ware als persoon voorstelt en hem als wezen aanroept. Hij is echter mijn "uitstraling", want Ik zelf ben de heilige Geest van eeuwigheid en Ik ben ook bij ieder die Mij roept.

Maar nooit is de geest die u roept gescheiden te denken van Mij. En hij zal en kan ook niet gevolg geven aan uw roep, zolang u uzelf nog niet tot liefde hebt gevormd. Want ofschoon de kracht van mijn liefde van Mij uit geen beperking kent, kan ze toch nooit in een gesloten hart binnen stralen. En gesloten blijft een hart zolang als het niet gewillig is liefde te geven, want in staat tot liefde is het juist door het eraan toegevoegde geestvonkje of liefdesvonkje uit Mij. Maar de bereidwilligheid om liefde te geven zet de geest ertoe aan zich in u te uiten, ook wanneer u hem niet extra roept. Hij is in u, maar hij zal zich stil houden zolang u de liefde buiten beschouwing laat, omdat Hij zelf liefde is en daarom zich alleen maar tegenover de liefde kan uiten. En hij is onlosmakelijk met de Vadergeest van eeuwigheid verbonden, en daarom kan "mijn geest" ofwel het goddelijke liefdesvuur, in alle volheid in u mensen binnenstromen en zo de geestvonk ertoe brengen, u onophoudelijk innerlijk te onderrichten. Want het goddelijke liefdeslicht moet nu ook uw harten verlichten en dat betekent het helderste inzicht. Het betekent het verkrijgen van een weten dat volgens de waarheid is, omdat mijn geest overal van op de hoogte is en u daarom alleen zuivere waarheid kan overbrengen.

U zult dus alleen maar altijd kunnen vragen, of Ik zelf bij u aanwezig wil zijn, wat echter ook vereist dat u zich tot liefde vormt, omdat anders de eeuwige Liefde niet bij u aanwezig kan zijn. U zult dus alleen kunnen bidden om kracht om mijn geboden te kunnen onderhouden en dan zult u zich ook bewust worden van mijn aanwezigheid. Want met elk werk van liefde trekt u Mij tot u, omdat Ik zelf de Liefde ben. En dan zal Ik ook door mijn geest werkzaam zijn in u, zoals Ik het beloofd heb.

Amen