Ayuda mucho en vuestra purificación si reflejais una y otra vez los mandamientos del amor hacia Dios y al semejante y preguntad hasta qué punto estáis cumpliendo con estos mandamientos. Mientras estéis honestos contra vosotros mismos, nunca vais a ser contentos con el discurso de vuestra vida, porque siempre podrías ser más trabajoso en la realización de las obras de amor y porque perdéis a menudo una ocasión. Pero ya la voluntad para reaccionar bien o ya el hecho de la contemplación ya es una ventaja para vuestro alma, porque cada buena voluntad es beneficioso. Y con una crítica seria vais a detectar vuestras debilidades que cada hombre las tiene todavía, aunque su voluntad es buena, hasta que sólo la caridad le llena con fuerza de amor y que fortalece bien a su voluntad. Nunca pensad que una mejora del alma ya no sea necesario para vosotros; nunca pensad que ya habéis conseguido un nivel suficientemente alto que os asegurará la entrada al reino de la luz.... tenéis que esforzaros y trabajar en vosotros mientras estéis en la tierra y vais a estar bien si os contemplais a menudo por dentro a buscar vuestros fallos y debilidades. Y vuestra voluntad se fortalecerá para trabajar más en el alma , porque aquellas contemplaciones de sí mismo ya son prueba para una voluntad seria para ser perfecto. Cada impedimento de un acto bueno se os vendrá a la memoria mirándose a sí mismo, cada fracaso o desecho del mandamiento divino del amor se os vendrá a la memoria, y entonces debéis tener la intención de mejorar y aprovechar cada oportunidad de recuperar lo perdido, y os vendrá una bendición que cada vez podéis cumplir más fácil los mandamientos del amor a Dios y al semejante, porque estáis recibiendo fuerza si vuestra voluntad va en serio. El hombre debe enfrentarse con sus obligaciones frente a su próximo si quiere cumplir justamente con estos mandamientos.... Debe tener siempre presente que tiene que ayudar en cada penuria y angustia, sea terrestre o de forma espiritual.... Y no debe cerrar los ojos ante su pena, debe pensar siempre cómo se sentiría él en esta situación y con qué agradecido estaría aceptando una ayuda. Y debe pensar siempre lo que haga falta al otro en espíritu o de cuerpo.... Porque debe aliviar igualmente penuria espiritual donde sea posible, porque es una obra de amor con un efecto especial para el alma del semejante. Por eso el hombre no puede pensar lo suficientemente sobre sí mismo, lo que Dios le pida a través del mandamiento del amor, porque son línea recta para una vida terrestre correcta, siempre puede mantenerse a estos mandamientos para seguir viviendo en tierra según la voluntad divina, siempre pensando en el bien del semejante a sí mismo.... Porque Dios no pide otra cosa del hombre, solo que cambie al amor, Él solo pide que se cumplan Sus mandamientos para regalar una vida llena de luz y fuerza y libertad y que sin amor no es pensable.... Y cada perfección del alma sólo es posible de la transformación( del auto egoísmo) al amor altruista que garantiza el amor de Dios y que establece la unión con Él y de que depende toda la felicidad del reino espiritual....
amén
TraductorHet draagt veel bij aan uw loutering wanneer u zich maar steeds weer de geboden van de liefde voor God en voor de naaste voorhoudt en u afvraagt in hoeverre u deze geboden nakomt. Want als u eerlijk bent tegen uzelf, zult u nooit met uzelf en uw levenswandel tevreden zijn, omdat u steeds ijveriger werkzaam in liefde zou kunnen zijn en u vaak een gelegenheid verzuimt. Maar al de wil om juist te handelen en ook al het feit zich die zelfbeschouwing voor te nemen, is gunstig voor uw ziel. Want elke goede wil heeft een zegenrijke uitwerking. En u wordt u bij zo’n serieus onderzoek ook van uw zwakheden bewust - die ieder mens heeft, zelfs wanneer hij van goede wil is, totdat hij zo ijverig werkzaam is in liefde, dat hem nu de kracht van de liefde vervult, die ook de wil werkelijke versterking geeft.
Geloof alleen nooit een loutering van uw ziel niet meer nodig te hebben. Geloof nooit dat u al die graad hebt bereikt die u het binnengaan in het lichtrijk garandeert. U zult moeten streven en werken aan uzelf, zolang u op aarde leeft. En u zult er alleen goed aan doen wanneer u zich vaak aan zulke beschouwingen overgeeft en probeert uw fouten en zwakheden te doorgronden. En uw wil zal ook gesterkt worden om de arbeid aan uw ziel onophoudelijk uit te voeren, omdat zulke zelfbeschouwingen al blijk geven van uw ernstige wil om volmaakt te worden.
Elk nalaten van een goede daad zal bij een zelfbeschouwing in u boven komen. Elke weigering of veronachtzaming van de goddelijke geboden van de liefde zal u in herinnering komen en dan moet u toch steeds het vaste voornemen opvatten u te beteren en elke gelegenheid te benutten om het verzuimde in te halen. En er zal voor u alleen maar zegen uit voortvloeien dat u steeds gemakkelijker de geboden van de liefde voor God en de naaste zult vervullen, omdat u kracht zult ontvangen als u het serieus meent.
De mens moet zich eens intensief verdiepen in zijn plichten tegenover de naaste, wanneer hij juist dat gebod wil nakomen. Hij moet steeds voor ogen houden dat hij de naaste moet helpen in elke nood en benauwenis, zij het van aardse of geestelijke aard. En hij moet daarom zijn ogen niet gesloten houden voor diens nood. Hij moet er steeds aan denken hoe hem in dezelfde nood hulp van pas zou komen en hoe dankbaar hij die zou aannemen. En hij moet er steeds aan denken waar de medemens behoefte aan heeft, hetzij geestelijk of lichamelijk. Want ook geestelijke nood moet hij trachten op te heffen, waar dat mogelijk is, omdat dit een werk van liefde is met een bijzondere uitwerking op de ziel van de medemens.
Daarom kan de mens niet vaak genoeg in zichzelf keren en over alles nadenken wat God door Zijn geboden van de liefde van hem verlangt. Want steeds zijn deze het richtsnoer voor een juist geleefd aards bestaan. Steeds kan hij zich aan deze geboden houden, wil hij juist en naar de wil van God zijn aardse leven afleggen, steeds zichzelf en zijn medemensen tot zegen. Want God verlangt niets anders van de mens dan dat deze zich verandert tot liefde. Hij verlangt alleen dat hij Zijn geboden onderhoudt, om hem een gelukzalig leven in licht en kracht en vrijheid te schenken, wat echter zonder liefde ondenkbaar is. En elke volmaaktheid van de ziel hangt alleen maar af van de omvorming (van de eigenliefde) tot onzelfzuchtige liefde, die dan ook de liefde voor God garandeert en de vereniging met Hem tot stand brengt, waar alle gelukzaligheid in het geestelijke rijk van afhankelijk is.
Amen
Traductor