Todo espiritual tiene valor de eternidad y duración de eternidad.... todo lo terrenal pasa con la muerte física del ser humano. Las alegrías y las penas pasan y, por lo tanto, no es necesario tomarlas en serio. Sin embargo, lo que ha logrado o se ha perdido espiritualmente es decisivo para la permanencia en la eternidad y, por lo tanto, significativo para el alma humana.
El esfuerzo espiritual siempre se referirá a la vida interior del ser humano y a todo lo que está separado de la materia terrestre.... que por lo tanto no está relacionado con una vida placentera en la tierra ni con ningún deseo físico, sino que apaga el cuerpo por completo y solo se dedica a preguntas espirituales y toca experiencias espirituales. El esfuerzo espiritual es todo lo que se relaciona con Dios, es decir, lo que se refiere a la vida que no termina con la muerte del cuerpo.
Porque solo lo que pertenece a la tierra es transitorio, así también el bien intelectual del hombre, que sólo incluye las cosas terrenales. Lo que el hombre ha adquirido en conocimiento que fue de valor para la existencia terrenal, para el hombre como tal, es completamente inútil desde el momento de su entrada en el más allá. Pertenece a otro mundo, por lo que es inútil para el nuevo mundo.
Y cuando la persona ahora piensa en los bienes espirituales que le quedan, podrá comprender por qué deber luchar por los bienes espirituales en la tierra.... acumular tesoros espirituales. Porque se encuentra en la más grande pobreza si no hubiera adquirido también bienes espirituales en la tierra. y sobre todo la persona que posee conocimiento terrenal no se molestará mucho con cuestiones espirituales y, por lo tanto, también pasará al más allá correspondientemente pobre en tesoros espirituales.
Y entonces es indeciblemente amargo para tal alma tener que reconocer su carencia.... mientras que, por lo contrario, algunas almas disponen de una gran riqueza espiritual que no tenían ningún conocimiento digno de mencionar en la tierra porque solo enfocaban su atención en la maduración del alma, porque las cuestiones terrenales no le afectaban tanto y su deseo no era por los bienes terrenales y el conocimiento terrenal. Esta alma también guarda el éxito de la vida terrenal en el más allá, no necesita regalar nada porque lo que ha recogido es bien espiritual y porque este bien es imperecedero y ya no se le puede quitar en la eternidad.
Mientras que el conocimiento terrenal no sirve para nada en el más allá, el alma que posee bienes espirituales puede obrar con ello de una manera indescriptiblemente beneficiosa.... puede dárselo a las almas ignorantes y encuentra su mejor recompensa en poder ayudar a aquellas que entran en el reine del más allá en la mayor pobreza, mientras que las personas que se esforzaron por el conocimiento terrenal también encontraron su recompensa en la tierra, el honor, el respeto y la riqueza terrenal.... todo lo cual tiene su fin con la muerte corporal. Porque nada de esto lo pueden llevar a la eternidad.
Pero qué breve es el disfrute de los placeres terrenales.... y qué infinitamente larga es la vida después de la muerte.... Para qué felicidad aparente usaba la gente su pensamiento y qué dicha incomprensible han desperdiciado, la cual podía haberse logrado fácilmente a través del esfuerzo espiritual. Y si el hombre se preocupara primero por lo que tiene relación con Dios, entonces su conocimiento terrenal le sería impartido sin esfuerzo al mismo tiempo así como se esfuerza por ello por amor a la humanidad, es decir, quiere servir a sus semejantes a través del conocimiento terrenal. Solo este conocimiento terrenal tiene valor y al mismo tiempo le trae riqueza espiritual. Porque entonces su voluntad de servir a sus semejantes será valorado cuando el conocimiento terrenal se haya vuelto obsoleto....
Pero la necesidad espiritual de aquellos que solo adquirieron su conocimiento terrenal por el bien de su éxito terrenal será indescriptible en la eternidad porque se encuentran desnudos en un ambiente donde lo que poseen no tiene ningún valor. Y pasa mucho tiempo hasta de que se decidan a aceptar lo que les falta de las almas amorosas.... hasta que se decidan a hacer lo que debían hacer en la tierra.... a recoger bienes espirituales para poder traspasarlos con amor a aquellos, quienes como ellos ha dejado de hacer esto en la tierra....
amén
TraductorAl het geestelijke heeft eeuwigheidswaarde en duurt eeuwig. Al het aardse vergaat met de lichamelijke dood van de mens. Vreugde en lijden gaan voorbij en daar hoeft dus niet al te veel betekenis aan gehecht te worden. Wat echter geestelijk verworven of verzuimd werd, is bepalend voor het verblijf in de eeuwigheid en daarom belangrijk voor de ziel van de mens.
Geestelijk streven zal nu altijd verwijzen naar het innerlijke leven van de mens en op alles, wat van de aardse materie gescheiden is. Wat dus noch met een genoeglijk aards leven, noch met één of ander lichamelijk verlangen verband houdt, maar het lichaam volledig uitschakelt en het alleen maar geestelijke vragen en een geestelijk beleven betreft. Geestelijk streven is alles wat met God in verband staat, wat dus het leven betreft, dat niet met de lichamelijke dood beëindigd is.
Want vergankelijk is alleen maar wat tot de aarde behoort, dus ook het gedachtengoed van de mens, dat alleen maar het aardse omvat. Wat de mens ook aan kennis opgenomen heeft, dat voor het aardse bestaan, voor de mens als zodanig, van waarde was, is vanaf het moment van zijn intrede in het hiernamaals volledig waardeloos. Het behoort tot een andere wereld. Bijgevolg is het onbruikbaar voor de nieuwe wereld.
En als de mens er nu aan denkt, wat hem dan aan geestelijk goed overblijft, zal hij kunnen begrijpen waarom hij op aarde geestelijke goederen na moet streven, geestelijke schatten moet verzamelen. Want hij verkeert in grote armoede, als hij niet eveneens geestelijke goederen opgenomen had. En meestal zal juist die mens, die aardse kennis bezit, zich weinig met geestelijke vragen inlaten en dus ook dienovereenkomstig arm aan geestelijke schatten naar het hiernamaals overgaan.
En het is voor zo’n ziel dan onnoemelijk bitter, haar gebrek te moeten erkennen, terwijl andersom menige ziel, die op aarde geen noemenswaardige kennis bezat omdat haar aandacht zich alleen maar op het uitrijpen van de ziel richtte, omdat aardse vragen haar niet zo raakten en haar verlangen niet naar aardse goederen en aardse kennis uitging, over geestelijke rijkdom beschikt. Deze ziel behoudt het resultaat van het leven op aarde ook in het hiernamaals. Ze hoeft niets op te geven, omdat het geestelijke goederen zijn wat ze verzameld heeft en omdat deze goederen onvergankelijk zijn en haar in eeuwigheid niet afgenomen kunnen worden.
Terwijl de aardse kennis in het hiernamaals voor niemand meer nuttig is, kan de ziel, die geestelijke goederen bezit, er onbeschrijflijk zegenrijk mee werken. Ze kan daar onwetende zielen van geven en ze vindt er zelf haar mooiste beloning in om diegenen, die in de grootste armoede het rijk aan de overkant betreden, te kunnen helpen, terwijl de mensen die aardse kennis nastreefden ook hun loon op aarde vonden: eer, aanzien en aardse rijkdom, wat allemaal met de lichamelijke dood tot een einde kwam. Want niets daarvan kunnen ze naar de eeuwigheid meenemen.
Maar hoe kort is het genot van aardse vreugden en hoe eindeloos lang is het leven na de dood? Voor welk schijngeluk hebben de mensen hun denkactiviteit ingezet en welke onbegrijpelijke zaligheid, die gemakkelijk door geestelijk streven verworven had kunnen worden, verspelen ze? En als de mens zich in de eerste plaats met dat bezig had gehouden, wat met God in verband staat, dan zou de aardse kennis hem tegelijkertijd moeiteloos gegeven worden, zodra hij het uit liefde voor de mensheid nastreeft. Dat wil zeggen door aardse kennis de medemensen zou willen dienen. Alleen deze aardse kennis heeft waarde en levert hem tegelijkertijd geestelijke rijkdom op.
Want zijn wil om de medemensen te dienen, zal dan gewaardeerd worden, wanneer de aardse kennis nietig geworden is. Maar de geestelijke nood van degenen, die nu ter wille van hun aards succes aardse kennis opnamen, zal in de eeuwigheid onbeschrijflijk zijn, want ze staan kaal en naakt in een omgeving, waar dat, wat ze bezitten, zonder enige waarde is. En het duurt een lange tijd, voordat ze besluiten om dat, wat hen ontbreekt, van in liefde werkzame zielen in ontvangst te nemen. Tot ze besluiten om dat te doen, wat ze op aarde hadden moeten doen: geestelijke goederen verzamelen om het in liefde door te kunnen geven aan degenen, die net als zij verzuimd hebben dit op aarde te doen.
Amen
Traductor