• Volver

El Espíritu de Dios sopla donde quiere....

El Espíritu de Dios sopla donde quiere.... Nuevamente estas Palabras pueden malinterpretarse fácilmente, ya que la voluntad divina se convierte en un requisito previo para la obra del Espíritu en el hombre y esto puede llevar fácilmente a la suposición de que no es el hombre sino Dios Quien es decisivo para recibir las sabidurías de Dios.

La voluntad de Dios subyace en todo lo que es y en todo lo que sucede. Así que la voluntad divina también debe dar el consentimiento cuando el Espíritu de Dios se conecta con la chispa espiritual en el hombre con el propósito de enseñar e impartir verdades espirituales. Por lo tanto, la voluntad de Dios será probablemente el primer requisito previo si el espíritu se expresa en el ser humano.... pero no está en la voluntad divina hacer que un ser humano realice una tarea sin su voluntad que solo puede cumplirse a través de la obra espiritual....

El trabajo espiritual nunca y jamás puede lograrse en un estado de compulsión, el trabajo espiritual depende únicamente de la persona, y la actividad espiritual requiere un grado de madurez extremadamente alto.... El ennoblecimiento de sí mismo debe haber precedido, pero esto debe ser luchado por el hombre mismo y Dios da Su fuerza y Su bendición....

La obra del Espíritu depende de la actitud de la persona hacia Dios.... Aquellos que Le resisten, que trabajan en contra de Su liderazgo lleno de gracia por una voluntad completamente opuesta a la voluntad divina, nunca sentirán la actividad del espíritu dentro de ellos. Por lo tanto el anhelo por Dios debe estar siempre presente, el hombre debe ajustarse afirmativamente a la Divinidad eterna, entonces el Espíritu de Dios puede hacerse efectivo también en él....

Y luego otra vez, Dios elige a aquellas personas que están dispuestas a hacer lo Él les dice a través de Su Espíritu.... Él selecciona a aquellos que son aptos como herramientas, porque han de ejercer un oficio. Y de nuevo la voluntad del hombre es decisiva para difundir lo que ha recibido. Porque cuando se expresa el Espíritu de Dios, quiere hablar a través de esas personas a todas las personas. El receptor de la Palabra divina, es el órgano hablante de Quien da Su Palabra a los hombres. Pero no cada uno capta su tarea y la lleva a cabo, al transmitir el precioso don del cielo a sus semejantes. Y Dios sabe de la voluntad del hombre.

El Espíritu de Dios probablemente se derrama sobre cada uno que Lo desea interiormente y guiará su pensamiento correctamente, pero donde obra obviamente para la salvación y la bendición de la humanidad.... donde la gente debe reconocer claramente, que el Espíritu de Dios se derrama en un hijo terrenal dispuesto, allí Dios Mismo elige a los portadores del Espíritu divino. Él permite que el contenido divino fluya hacia aquellos a quienes considera dignos como recipientes de esto y quienes han subordinado su voluntad a la Suya por su propia voluntad. Probablemente es la voluntad de Dios que todos los hombres se forman de tal manera para que sean dignos de Su don, pero la voluntad humana muchas veces sigue sus propios caminos, y estos no son adecuados como herramientas de Dios. Pero Dios, Que conoce el corazón de todos, se dará a conocer donde encuentra la voluntad de servirle a Él y, por lo tanto, el Espíritu de Dios sopla donde Dios lo quiere....

amén

De geest van God waait waar hij wil

De geest van God waait waar hij wil. Deze woorden vallen weer makkelijk verkeerd te begrijpen, doordat de goddelijke wil het werkzaam zijn van de geest in de mens als voorwaarde gesteld heeft en dit kan gemakkelijk tot de aanname leiden dat niet de mens, maar God bepalend is voor het ontvangen van de wijsheden uit God.

De wil van God ligt wel ten grondslag aan alles wat er is en wat er gebeurt. Zo moet dus ook de goddelijke wil toestemming geven, als de geest uit God zich met de geest van de mens wil verbinden met als doel het onderwijzen en doorgeven van geestelijke waarheden. Daarom zal de wil van God wel de eerste voorwaarde zijn, als de geest in de mens zich uit. Maar het is niet de goddelijke wil om een mens zonder diens wil ertoe te brengen om een opdracht uit te voeren, die alleen maar door een geestelijk werkzaam zijn te vervullen is.

Een geestelijk werkzaam zijn kan nooit en te nimmer in een toestand van dwang bereikt worden. Een geestelijk werkzaam zijn is alleen afhankelijk van de mens en een geestelijk werkzaam zijn vereist een buitengewoon hoge rijpheidsgraad. Er moet in hem een zelfveredeling aan voorafgegaan zijn. Maar deze wordt door de wil van de mens nagestreefd en God geeft hier Zijn kracht en zegen aan.

Het geestelijke werkzaam zijn is afhankelijk van de instelling van de mens ten opzichte van God. Degenen die Hem weerstreven, die Zijn genadevolle leiding tegenwerken door een tegen de goddelijke wil gerichte wil, zullen nooit de geestelijke werkzaamheid in zich gewaarworden. Dus moet het verlangen naar God aanwezig zijn. De mens moet zich positief instellen ten opzichte van de eeuwige Godheid. Dan kan ook de geest van God in hem werkzaam worden.

En dan kiest God weer die mensen uit, die bereid zijn dat te doen, wat Hij door Zijn geest hun bekend maakt. Hij kiest degenen uit, die geschikt zijn als werktuig, want ze moeten een taak vervullen. En weer is de wil van de mens doorslaggevend als het gaat om dat te verspreiden, wat hij ontvangen heeft. Dan uit de geest uit God zich. Zo wil Hij door deze mens tot alle mensen spreken. De ontvanger van het goddelijke woord is het spreekorgaan van Degene, Die Zijn woord aan de mensen geeft. Maar niet iedereen begrijpt zijn opdracht en voert deze uit door het heerlijke geschenk uit de hemel door te geven aan zijn medemensen.

En God kent de wil van de mens. De geest uit God stort zich wel uit over iedereen, die innig naar Hem verlangt en hij zal diens denken goed leiden. Maar waar hij duidelijk tot heil en zegen van de mensheid werkzaam is, waar de mensen duidelijk moeten herkennen dat de geest uit God afdaalt naar een bereidwillig mensenkind, daar kiest God Zelf de drager van de goddelijke geest uit. Hij laat goddelijke inhoud naar degenen toestromen, die Hij als opnamevat hiervoor waardig acht en die uit eigen beweging hun wil aan Zijn wil onderworpen hebben.

Het is wel Gods wil dat alle mensen zich zo ontwikkelen, dat ze Zijn geschenk waardig zijn, maar de wil van de mensen gaat vaak zijn eigen gang en dezen zijn niet geschikt als werktuigen van God. Maar God, Die de harten van allen kent, zal Zich daar bekendmaken, waar Hij de bereidwilligheid om Hem te dienen vindt en zo zal de geest uit God waaien, waar God het wil.

Amen