El don más maravilloso de Dios es Su gran amor, que ofrece a todos los seres humanos para hacerlos felices. El amor divino abarca a todas Sus criaturas, no deja fuera a ningún ser, sólo el grado de los rayos de amor es diferente, dependiendo de la distancia del ser a Dios. La fuerza de la voluntad dirigida a Dios determina el grado del amor de Dios por el hombre, por lo que acercarse a Dios o alejarse de Él significa aumentar o disminuir el amor....
Así, el hombre puede participar del mayor don de la gracia o privarse de ello si su estilo de vida está de acuerdo con la voluntad de Dios o va completamente en contra de ella. En el amor divino, el hombre encuentra el cumplimiento de su anhelo en la Tierra, porque una paz maravillosa entra en el corazón de quienes están cautivados por el amor de Dios. No desea otra cosa que poder permanecer en este amor divino, añora a Dios y no exige nada más del mundo.
El amor de Dios se expresa de tal manera que el hombre añora cada vez más a Dios. Por lo tanto, el amor divino enciende también la brasa del amor a Dios en el corazón humano.... “Yo no os doy como el mundo os da....” Es un cumplimiento diferente que hace feliz al hombre; El hombre ya no anhela los placeres terrenales, sino que su deseo y el cumplimiento del mismo son puramente espirituales. Y, sin embargo, hace al hombre increíblemente feliz y no se puede comparar con la felicidad terrenal. Porque es Dios Mismo que Se comunica a los hombres, porque Dios es el amor.
Ser bendecido por el amor de Dios significa poder llevarse a Él dentro de si mismo, y por eso el hombre debe esforzarse en hacer sólo lo que el amor divino le trae, ya que esto le garantiza el estado más dichoso. Por mucho que los innumerables alegrías terrenales le parezcan valiosas, son sólo luces engañosas, se aparará y no dejarán nada atrás, mientras que el amor divino nunca podrá desvanecerse una vez que se ha apoderado del niño terrenal, porque lo que Dios da es incomparablemente glorioso y eterno....
amén
TraductorHet kostelijkste geschenk van God is Zijn overvloedige liefde, die Hij alle mensen aanbiedt om hen gelukkig te maken. De goddelijke liefde grijpt al Zijn schepselen, ze slaat geen wezen over, alleen de mate van de stralen van liefde zijn verschillend en afhankelijk van de afstand tussen het wezen en God. De kracht van de op God gerichte wil bepaalt de mate van Gods liefde voor de mens, en dus betekent naderen of afstand nemen van God toegenomen of verminderde liefde. Dus de mens kan zichzelf aan het grootste geschenk deelachtig maken of zich hiervan beroven, als zijn levenswandel overeenkomstig de wil van God is of hem volledig tegenstreeft.
De mens vindt de vervulling van zijn verlangen op aarde in de goddelijke liefde, want er trekt een wonderbaarlijke vrede in het hart van degene, die door de liefde van God gegrepen is. Hij verlangt niets anders, dan in deze goddelijke liefde te kunnen blijven. Hij verlangt naar God en verlangt naar niets werelds. De liefde van God komt op zo’n manier tot uiting, dat de mens altijd meer en meer naar God verlangt. De goddelijke liefde ontsteekt bijgevolg de liefdesgloed voor God in het hart van de mens.
„Ik geef jullie niet, zoals de wereld geeft” Het is een andere vervulling, die de mens gelukkig maakt. De mens verlangt niet meer naar aardse vreugden, maar zijn verlangen is zuiver geestelijk en ook de vervulling hiervan. En toch maakt het de mensen onnoemelijk gelukkig en het is niet te vergelijken met aards geluk. Want het is immers God Zelf, Die Zich aan de mensen openbaart, want God is de liefde.
Door de liefde van God gelukkig gemaakt te worden, betekent Hemzelf in zich te mogen dragen en daarom moet de mens ernaar streven steeds slechts dat te doen, wat hem de goddelijke liefde oplevert, omdat dit voor hem de gelukzaligste toestand garandeert. Talloze aardse vreugden mogen hem nastrevenswaardig lijken, ze zijn slechts bedrieglijke lichten in vergelijking met de goddelijke liefde. Ze zullen net als bedrieglijke lichten uitdoven en niets achterlaten, terwijl de goddelijke liefde nooit kan vergaan, als ze eenmaal het mensenkind gegrepen heeft, want wat God geeft, is onvergelijkbaar kostelijk en onvergankelijk.
Amen
Traductor