El estado mental de los humanos es todavía tan confuso y el pensamiento está muy alejado de la cognición correcta. Y por eso es muy difícil darles información sobre la obra del espíritu en el hombre, ya que no quieren reconocer nada más que lo que les aparece visible y tangiblemente. Eliminan algo completamente de sus pensamientos, por así decirlo, lo que, sin embargo, solo resulta en la solución correcta, y así no se les puede explicar el funcionamiento de lo que no existe según su concepto.
Y es igualmente imposible convencer a los hombres de la existencia del Espíritu, ya que nuevamente nada externo lo indica, pero todo lo espiritual solo se puede sentir o percibir espiritualmente. El hombre realista exige pruebas y quiere que todo se justifique sobre una base puramente fáctica.... una prueba de la presencia del espíritu divino en el ser humano solo sería posible poniéndolo a prueba.... que el ser humano estaría de acuerdo en cumplir todas las condiciones previas para el despertar del espíritu divino.... entonces experimentaría la credibilidad de esto en sí mismo....
En cambio, el hombre que piensa que está pensando demasiado exacto, rechaza la experiencia del otro y permanece espiritualmente ciego. Una vida interior del alma le es ajena, la vida exterior y su pensamiento le ocupan por completo, y su espíritu duerme en el envoltorio más profundo y no puede liberarse de ello. Y casi nada provoca un cambio de pensamiento. La gente se ríe de aquellos que cultivan el pensamiento espiritual, y uno es tan tonto como para considerar el propio pensamiento como el único correcto, y el mundo los ridiculiza y los critica.
Incluso donde las personas se esfuerzan por conducir a las personas a Dios, se puede encontrar el mismo estado espiritual ciego, porque su pensamiento también es demasiado terrenal, aunque la voluntad es buena.... pero les falta la profundidad de la fe, porque esta debe desarrollarse en cada ser humano por sí mismo y no se puede enseñar de persona a persona en la escuela....
(Interrupción)
TraductorDe geestelijke toestand van de mensen is nog zo verward en het denken is ver van het juiste inzicht verwijderd. En daarom is het heel moeilijk om hun opheldering te geven over het werkzaam zijn van de geest in de mens, omdat ze immers niets anders willen erkennen, dan wat zich zichtbaar en voelbaar aan hen openbaart. Ze elimineren, om zo te zeggen, iets helemaal uit hun gedachten, dat echter wel als eerste de juiste oplossing oplevert. En daarom is voor hen het werkzaam zijn van de geest, wat volgens hun begrip helemaal niet bestaat, niet te verklaren. En het is net zo onmogelijk om die mensen van het bestaan van de geest te overtuigen, omdat weer niets uiterlijks daarop wijst, maar al het geestelijke slechts geestelijk voelbaar of waarneembaar is.
De realistische mens verlangt bewijzen en wil alles zuiver objectief gestaafd hebben. Een objectieve verklaring, een bewijs van het bestaan van de goddelijke geest in de mens, zou echter alleen maar op deze manier mogelijk zijn, dat er een proef op de som genomen zou worden. Dat de mens zich bereid zou verklaren om alle voorwaarden tot opwekking van de goddelijke geest te vervullen. Dan zou hij aan zichzelf de geloofwaardigheid hiervan ervaren.
In plaats daarvan verwerpt de mens, die gelooft heel zorgvuldig te zijn, de ervaring van de ander en blijft geestelijk blind. Een innerlijk zielenleven is hem vreemd. Het uiterlijke leven neemt hem en zijn denken volledig in beslag en zijn geest sluimert in het dikste omhulsel en kan zich daar niet uit bevrijden. En er is bijna niets meer, dat een ommekeer van een dergelijk denken tot stand brengt.
Degene, die geestelijk denkt, wordt uitgelachen. En men is zo dwaas om het eigen verkeerde denken voor de enig juiste te houden en men bespot degene, die de wereld bekritiseert. Zelfs daar, waar het het streven is om de mens naar God te leiden, is dezelfde blinde toestand van de geest aan te treffen, want ook hun denken is te werelds, ofschoon de wil goed is. Maar het diepe van het geloof ontbreekt hen, want deze moet in elk mens zelf tot ontplooiing gebracht worden en kan niet op een schoolse manier van mens op mens overgedragen worden. (Onderbreking)
Traductor