Compare proclamation with translation

Other translations:

Living in divine order is fundamental law....

You are unable to revoke the divine laws but you can act against them.... Yet the latter will never be beneficial for you, for only the human being living within divine order is fulfilling God's will, and only this person can become perfect as long as he lives on earth. But to obey divine order means to live a life of love, for love is divine law.... Love is God Himself, Who is the most perfect Being in infinity. Thus, without love there cannot be perfection, and since bliss and perfection belong together, no human being can be blissfully happy without love. But people can also ignore this law, and this was done by the beings when they deserted God and plunged into the abyss.... thus they had acted against divine order but were nevertheless unable to repeal love itself.... they were merely no longer able to stay within the cycle of this love and therefore they remained without love themselves.... Their will turned against the divine law, their will rejected God's illumination of love, that is, they stepped out of the divine order, they became heartless themselves and thereby also violated divine law.... They fell into sin.... for everything which opposes love is sin and therefore also opposes God Himself. And the logical result of the apostasy from God was therefore an unhappy state, because the being absolutely has to live in divine order if it wants to be happy, that is, it must constantly be able to receive and give love, for love is the fundamental law of eternity, which is and forever will remain the first divine law.

You humans can enter into the divine order again at any time if you make love the basic principle of your lives, if you only ever allow your thoughts and actions to be determined by love.... Then the past state of blissful happiness will soon be granted to you again, for then you will live according to divine law, then you will fulfil God's will, and then you will also unite yourselves again with the Lawmaker of eternity, with God, Who is love Himself. And your character will be the same as it was in the beginning.... God's emanated strength of love, which is now forever merged with God, but as an individually self-aware being it is able to enjoy the inconceivable happiness which it is given by the Eternal Love Itself.

If the being contravenes the divine order it will only ever harm itself, it will never be able to revoke the eternal law. It will only ever get into a wretched state from which it can only be released if it is willing and makes the effort to enter into divine order again. And this is the meaning and purpose of earthly life, for the soul.... the once fallen being.... at the start of its embodiment as a human being is not within this order, but always outside of it. However, it can attain the state, it can completely submit itself to divine order again, and the soul can completely change itself to love and also have submitted itself to divine order. And then the being will be happy again as it was in the beginning, for if it is love in itself it will also correspond to God's fundamental nature and unite itself again with Him, from Whom it once had originated....

Amen

Translator
Translated by: Heidi Hanna

Leven in goddelijke ordening is grondwet

U zult de goddelijke wetten niet omver kunnen stoten, maar u zult wel tegen ze in kunnen handelen. Doch dit laatste zal u nooit tot zegen strekken, want alleen de mens die in de goddelijke ordening leeft vervult de wil van God en alleen deze kan volmaakt worden zolang hij op aarde leeft. De goddelijke orde in acht nemen betekent in de liefde te leven, want de liefde is goddelijke wet. De Liefde is God zelf Die het volmaaktste Wezen is in de oneindigheid. Zonder liefde bestaat er dus geen volmaaktheid en daar bij de gelukzaligheid ook de volmaaktheid hoort, kan zonder liefde ook geen mens gelukzalig zijn.

Maar de mensen kunnen deze wet buiten beschouwing laten en dit hebben de wezens gedaan toen ze afvallig werden van God en in de diepte stortten. Ze handelden dus tegen de goddelijke orde in, maar konden desondanks niet de liefde zelf buiten werking stellen. Alleen konden ze zich niet meer zelf in de stroomkring van deze liefde ophouden en daarom bleven ze zelf zonder kracht. Hun wil was tegen de goddelijke wet gericht, hun wil sloot zich af voor de bestraling door Gods liefde, dat wil zeggen ze traden buiten de goddelijke ordening, ze werden zelf liefdeloos en zondigden daarom ook tegen de goddelijke wet. Ze vielen in zonde, want zonde is alles wat tegen de liefde is gericht en daarom ook tegen God zelf is gericht. En zo was een ongelukkige toestand het begrijpelijk gevolg van de afval van God, omdat het wezen absoluut in goddelijke ordening moet leven, wil het gelukzalig zijn. Dat wil zeggen het moet onophoudelijk liefde kunnen ontvangen en uitdelen, want de liefde is de grondweg van eeuwigheid, die eerste goddelijke wet is en blijven zal tot in alle eeuwigheid.

U mensen zult te allen tijde weer de goddelijke orde kunnen binnentreden, wanneer u zich de liefde tot basisbeginsel van uw leven maakt, wanneer u zich steeds alleen door de liefde zult laten leiden bij uw denken en handelen. Dan zal u ook spoedig weer de vroegere toestand van gelukzaligheid beschoren zijn, want dan zult u leven volgens goddelijke wet, dan zult u de wil van God vervullen en dan zult u zich ook weer aaneensluiten met de Wetgever van eeuwigheid, met God Die de Liefde zelf is. En uw wezen zal zijn zoals in het allereerste begin, door God uitgestraalde liefdeskracht die nu eeuwig met God versmolten is, maar als zelfbewust wezen kan genieten van onvoorstelbaar geluk dat hem door de eeuwige Liefde is bereid.

Zondigt het wezen tegen de goddelijke wet, dan zal het zich steeds alleen zelf schade berokkenen, maar nooit de wet van eeuwigheid ongedaan kunnen maken. Het zal steeds maar in een ongelukkige toestand geraken, waaruit het alleen vrij kan worden wanneer het weer genegen is en zijn best doet de goddelijke orde binnen te treden. En dit is zin en doel van het leven op aarde, want de ziel, het eens gevallen wezen, bevindt zich bij het begin van de belichaming als mens niet in deze ordening, integendeel, steeds alleen erbuiten. Het kan echter de toestand bereiken, het kan zich weer volledig binnen de goddelijke ordening plaatsen en de ziel kan zich helemaal tot liefde veranderen en zich dan ook aan de goddelijke wet hebben onderworpen. En dan zal het wezen weer gelukzalig zijn zoals het was in het allereerste begin, want als het in zich liefde is, stemt het ook overeen met het oerwezen van God en zal zich met Hem weer aaneensluiten uit Wie het eens is voortgekomen.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte