Compare proclamation with translation

Other translations:

The soul's process of development before embodiment....

You humans have passed through many forms.... i.e., your real Self, your soul, had to go through a long process of development before it was allowed to incarnate in a human body.... And this process of development was the path through all the works of creation.... Dissolved into countless minute particles the soul had to animate each one of these works of creation and thus slowly mature, as soon as various particles had joined each other they had to constantly enter new forms, and all forms.... the innumerable works of creation.... contributed towards the maturing of these substances of soul until, finally, all particles were allowed to come together again and as a human soul enter and give life to the last form, the human body. Hence you all had to travel this path of development since due to your past fall into sin the separation from God became so great that the soul in its lifeless state, which was the result of its apostasy, would never have been able to overcome this vast distance from Him. It first had to be brought back to life. But life could not be granted to the beings which had become sinful.... they had to acquire it through being of service. However, the being would never serve voluntarily because it would have been prevented from doing so by God's adversary, whom it had followed into the abyss....

But it wasn't meant to remain eternally subject to death, it was meant to be given the opportunity to attain life.... and this 'opportunity' was the creation. God seized the fallen spirits from His adversary and made them serve Himself, He gave every work of creation its purpose according to natural law and made it fulfil this purpose in a state of compulsion.

As a result it had to be of service and, if only after an infinitely long time, thereby acquired a weak life which nevertheless enabled it to become constantly more active. For every being having once emerged from God's love was His emanated strength which wants to be active.... However, the beings which had joined God's adversary rejected God's illumination of love which is needed for living, thus for a being's activity, and therefore it fell into the state of death. And were it left to the being itself it would never be able to come alive again because its fall into the abyss made it completely helpless. For this reason God called a work into existence which at first ruled out the being's will for activity, which subordinated itself entirely to His will and which, through 'natural law', carried out the purpose He had assigned to this work, to the whole of creation.

His plan consisted of slowly bringing back to life what was lifeless, of giving it the possibility to be active again. And thus it was joined to the individual works of creation in tiny particles and through natural law obliged to get active again.... It was bound in these creations and unable to resist, it had to be of service.... but thereby was also able to reach the degree of development which gained it ever more freedom and finally also placed the spiritual being into the state of free will, from where it then has to decide whether it wants to continue its ascent or return into the abyss once more.... For God certainly helps the being to ascend but He does not compel it if it wants to descend. This decision of free will therefore takes place during the final stage of development on this earth.... when the soul is embodied as a human beings and can use its free will again at its own discretion.... Then the human being must recognise the great mercy of the former process of development and make conscious use of his earthly life, he must prove himself worthy and have the will that his final stage shall take him to the goal, he must strive whole-heartedly for his perfection and thus prove that he belongs to God; he must do whatever it takes so as not to fall again into the hands of the one from whom God's love had helped him become free throughout infinitely long times.... He must not live carelessly during this short time but again and again only remember the spiritual goal which will release him from all constraints, which signifies the reunion with God in light and strength and happiness.... And thus you humans were given earthly life for the sake of liberating your soul from a bondage which was placed upon you by God's adversary since time immemorial but which was its own fault and thus it will also have to remove its own share in order to gain its freedom and everlasting life....

Amen

Translator
Translated by: Heidi Hanna

De ontwikkelingsgang van de ziel voor haar belichaming

U mensen bent door vele omvormingen heengegaan. Dat wil zeggen: uw eigenlijke ik - de ziel - moest een eindeloos lange ontwikkelingsgang afleggen, voordat ze zich als mens mocht belichamen. En deze ontwikkelingsgang dus was de gang door een verzameling van scheppingswerken. De ziel moest, in talloze partikeltjes opgelost, elk van deze werken der schepping bewonen en daardoor langzaam rijp worden. Ze moesten steeds weer nieuwe vormen betrekken, zodra verschillende deeltjes zich hadden aaneengesloten. En alle vormen - de ontelbare werken der schepping - droegen dus bij aan het rijp worden van deze zielenpartikeltjes, tot op het laatst weer alle deeltjes zich aaneen mochten sluiten en als menselijke ziel de laatste vorm, het menselijk lichaam, betrokken en deze bewoonden.

Deze ontwikkelingsgang hebt u dus allen moeten gaan, omdat de afstand tot God door uw vroegere zondenval te groot is geweest en de ziel deze verre verwijdering van Hem nooit zou hebben kunnen overwinnen, wegens hun dode toestand die de afval hen had opgeleverd. Ze moest eerst tot leven worden gebracht. Maar het leven kon die zondig geworden wezens niet worden geschonken. Ze moesten het verwerven door dienstbaar te zijn. Maar vrijwillig zou het wezen nooit dienstbaar zijn geweest, omdat de tegenstander van God, die het eens gevolgd is in de diepte, het wezen bij het dienstbaar zijn zou hebben gehinderd.

Het mocht echter ook niet eeuwig aan de dood zijn vervallen, het moest de mogelijkheid worden geboden levend te worden. En deze "mogelijkheid" was dus de schepping. God ontworstelde Zijn tegenstander het gevallen geestelijke en maakte het dienstbaar aan zich zelf. Hij wees elk scheppingswerk naar de natuurwet een bestemming toe en liet het gevallene deze bestemming in gebonden toestand vervullen. Bijgevolg moest het dienen en het verwierf daardoor - ofschoon pas na eindeloze tijd - weer een gering leven, dat het echter gestaag tot vergrote activiteit in staat stelde. Want alles wat uit Gods liefde eens als wezenlijk is voortgekomen, was door Hem uitgestraalde kracht die aandringt op werkzaamheid. Maar het wezenlijke dat zich bij de tegenstander van God aansloot, verweerde zich tegen de bestraling door Gods liefde die voor het leven - dus voor het actief zijn van een wezen - noodzakelijk is en daarom verviel het in de toestand van dood zijn. En het zou ook eeuwig niet meer de weg naar het leven terugvinden als het aan het wezen zelf was overgelaten, omdat het totaal krachteloos werd door zijn val in de diepte.

Daarom heeft God dus een werkstuk in het leven geroepen, dat de wil van het wezen om actief te zijn, tevoren uitsloot, dat nu alleen aan Zijn wil ondergeschikt werd, dat volgens de wetten der natuur de bestemming vervulde die Hij dit werk, de gehele schepping, had toegewezen. Zijn plan bestond alleen daarin, het dode weer langzaam tot leven te brengen, het de mogelijkheid te geven werkzaam te zijn. En zo werd het in nietige partikeltjes aan de afzonderlijke scheppingswerken toegevoegd en volgens de wetten der natuur aangezet tot werkzaamheid. Het was gebonden in die scheppingen en kon zich niet verzetten. Het moest dienen, maar kon daardoor ook een graad van ontwikkeling bereiken, die het steeds meer vrijheid opleverde en die ook het wezenlijke uiteindelijk verplaatst in de toestand van vrije wil, waarin het nu echter vrij moet beslissen of het verder ernaar wil streven omhoog te gaan of de diepte weer wil kiezen. Want God helpt het wezen wel opwaarts te gaan, maar Hij dwingt het er niet toe, wanneer zijn wil verlangt naar beneden te gaan.

De beslissing in vrije wil heeft nu plaats in het laatste ontwikkelingsstadium op deze aarde, wanneer de ziel als mens is belichaamd en weer de vrije wil kan gebruiken naar eigen goeddunken. Dan moet de mens de grote genade van de ontwikkelingsgang tot nu toe inzien en het aardse leven bewust ten volle benutten. Hij moet zich deze genade waardig tonen en willen, dat ook de laatste uitermate korte periode hem naar het doel zal voeren. Hij moet met al zijn zinnen de laatste voltooiing nastreven en dus het toebehoren aan God bewijzen. Hij moet alles doen om niet weer in handen te vallen van diegene, van wie Gods liefde hem eindeloos lange tijden door heeft geholpen zich los te maken. Hij mag niet lichtvaardig van deze korte tijd genieten, hij moet steeds maar aan het geestelijke doel denken, dat hem het vrij worden van elke gebondenheid oplevert, dat hereniging met God betekent in licht en kracht en gelukzaligheid. En daartoe is u mensen het aardse leven gegeven, opdat uw ziel vrij zal worden van een keten die haar lange tijd geleden werd aangedaan door de tegenstander Gods, waaraan ze echter ook zelf schuld had en daarom ook zelf haar deel moet aflossen om vrij te worden en te kunnen leven in eeuwigheid.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte