Compare proclamation with translation

Other translations:

Spiritual death.... term "life"....

The human being can live and yet be spiritually dead, but conversely he can also die and yet enter eternal life, except that this is a spiritual life, whereas the former only concerns the body, whereby the soul is in a state of lightlessness and consequently also without strength, thus a state of death is its fate, even if it lives in the midst of a joyful environment. For earthly life is only an illusory life which does not last, yet the human being who is spiritually dead is also without realisation and therefore places the illusory life before the actual life, the life of the spirit in eternity. But what are you human beings basically and really? You are spiritual, only enclosed by a material cover, and as soon as this cover falls, which is transient, the spiritual in you is free, no matter in what state the soul leaves the body.... It is free from its outer form, but not every soul is free to will and able to create. But wanting and being able to create out of itself is its bliss, it is the state which was its original purpose and which has been lost. Wanting and being able to create, however, is synonymous with life.... being able to be continuously active according to its will.... On earth, too, 'life' means being able to be active unhindered by physical weaknesses and infirmities, for an earthly life which is accompanied by the latter is not fully valued and is regarded as a shortcoming as long as the human being does not have the right knowledge about his earthly task. On earth, however, even the inactive person usually compensates himself by fulfilling earthly desires and thus helps himself to overcome his state of weakness or conscious inactivity.... idleness.... taking himself day by day, which was given to him for the upward development of his soul. In the spiritual kingdom, on the other hand, the soul must do without any anaesthetic, it must feel the state of its inactivity oppressive, it must become a torment to it so that it seeks to escape from it. Its lack of strength prevents it from changing its state on its own authority, it is poor in every respect and has to live in want until help is brought to it in its adversity through the prayer of people close to it on earth. For where love sends such a prayer after it into eternity, a glimmer of realisation will come to the soul in a flash. If it uses this, the light around it will soon become stronger and the dreadful torments of lightlessness will subside. But the desire for life now awakens in it and stimulates it to activity, but activity in the beyond is: to work in love, just as the soul can only gain eternal life on earth through a life of love, which only gives its soul the right life. And thus death need never frighten a person who endeavours to live a life of love on earth, for he will not die but live in eternity. But for the others, who only value earthly life alone, death will retain its sting, for they are truly in the state of death after their demise, only that they are not completely extinguished but that the awareness of their existence clings to them extraordinarily and often such that they only think of themselves and pay no attention to the hardship of the souls around them. And then they are in deepest danger of having to remain in the state of death for eternities, for only love can give life, because the law of love has to be fulfilled on earth as well as in the beyond, because without love there is no life and the human being can never be saved. Life and death can therefore be close together, a person's passing away need not signify his death, just as a person's life on earth can only be called life if the spirit is constantly active, if the person sets himself a spiritual aim and eagerly pursues it; if he works with love as his spirit tells him to do, for he will not die but live for eternity....

Amen

Translator
Translated by: Christian Taffertshofer

Geestelijke dood - Het begrip “leven”

De mens kan leven en toch geestelijk dood zijn, zoals hij echter omgekeerd ook kan sterven en toch het eeuwige leven binnengaan, alleen dat dit een geestelijk leven is, terwijl het eerste het lichaam betreft, waarbij de ziel in een toestand zonder licht is en bijgevolg ook zonder kracht, dus een toestand van dood haar lot is, zelfs wanneer ze midden in een vreugdevolle omgeving leeft. Want het aardse leven is slechts een schijnleven, dat niet blijft bestaan, maar de mens die geestelijk dood is, is ook zonder inzicht en stelt daarom het schijnleven boven het eigenlijke leven, het leven van de geest in de eeuwigheid. Maar wat bent u mensen eigenlijk in wezen? U bent iets geestelijks, alleen door een materieel omhulsel omsloten. En zodra dit omhulsel dat vergankelijk is, wegvalt, is het geestelijke in u vrij, ongeacht in welke toestand de ziel het lichaam verlaat.

Ze is vrij van haar uiterlijke vorm, maar niet iedere ziel is vrij om te willen en in staat voort te brengen. Het willen en het kunnen scheppen vanuit zichzelf echter, is haar gelukzaligheid. Het is de toestand die in het allereerste begin haar bestemming was en die verloren is gegaan. Maar willen en kunnen scheppen heeft dezelfde betekenis als leven - onafgebroken bezig kunnen zijn naar haar wil.

Ook op aarde betekent “leven” een bezig kunnen zijn, niet gehinderd door lichamelijke zwakheden en gebreken. Want een leven op aarde dat samengaat met het laatste, wordt niet als volledig beschouwd en geldt als gebrek, zolang de mens niet het juiste weten heeft over zijn taak op aarde. Maar op aarde verschaft ook de niet werkzame mens zich meestal compensatie door het vervullen van aardse begeerten en helpt zich zo over zijn toestand van zwakheid of over bewust passief zijn - ledigheid - heen.

Hij berooft zichzelf van de ene dag na de andere, die hem werd gegeven voor de positieve ontwikkeling van zijn ziel. In het geestelijke rijk daarentegen moet de ziel elk verdovend middel ontberen. Ze moet terneergedrukt de situatie van haar stilzitten ervaren, die haar tot kwelling moet worden, opdat ze haar tracht te ontvluchten. Haar krachteloosheid hindert haar bij een eigenmachtige verandering van haar toestand. Ze is in elk opzicht arm en moet gebrek lijden tot haar hulp wordt gebracht in haar nood door het gebed van mensen die op aarde nauwe banden met haar hebben. Want waar liefde haar in de eeuwigheid zo’n gebed nazendt, daar ontvangt de ziel als in een flits een glimpje aan inzicht. Benut ze dit, dan zal spoedig het licht om haar heen sterker worden en de ontzettende kwellingen van het zonder licht te zijn nemen af. Maar het verlangen naar leven ontwaakt nu in haar en zet haar aan tot werkzaamheid. Maar werkzaamheid in het hiernamaals is: werken in liefde, zoals ook op aarde de ziel het eeuwige leven kan verwerven alleen door een leven in liefde dat haar ziel pas het ware leven geeft. En zo hoeft de dood nooit meer een mens angst aan te jagen, die zijn best doet op aarde in liefde te leven. Want hij zal niet sterven, maar leven in eeuwigheid. Maar voor de anderen die alleen het aardse leven waarderen, zal de dood zijn prikkel behouden. Want na hun sterven bevinden ze zich werkelijk in een dode toestand. Ze zijn echter niet geheel uitgewist, maar het bewustzijn van hun bestaan hangt hun buitengewoon aan en vaak zo, dat ze alleen aan zichzelf denken en op de nood van zielen rondom hen geen acht slaan. En dan zijn ze in het grootste gevaar, eeuwigheden lang in de dode toestand te moeten blijven. Want alleen de liefde kan leven geven, omdat de wet van de liefde moet worden nagekomen op aarde evenals in het hiernamaals, omdat er zonder de liefde geen leven is en de mens nooit gelukzalig kan worden. Leven en dood kunnen dus dicht naast elkaar bestaan. Het sterven van een mens hoeft niet zijn dood te betekenen, zoals ook het leven van een mens op aarde alleen dan leven kan worden genoemd, wanneer de geest onophoudelijk werkzaam is. Wanneer de mens zich een geestelijk doel stelt en dit ijverig naleeft, wanneer hij werkzaam is in liefde, zoals zijn geest het hem te doen geeft. Want deze zal niet sterven maar leven in eeuwigheid.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte