From the kingdom of light you came forth and now walk in darkness, and that through your own fault.... God is the light from eternity, and thus He was the origin, and what came forth from Him had to be light again, for light radiates and spreads light.... And yet, that which came forth from Him sank into darkness, it lost its luminosity because it wanted to escape the original light, because it did not want to be nourished by the eternal original source of light and because it recognized itself as full of light and did not believe it needed an influx of light.... because it thought it was powerful compared to God, thus it exalted itself. It was not ignorance which caused the light-filled being to be arrogant towards God, for it possessed supreme knowledge and precisely this knowledge, because it encompassed everything, was the cause of its arrogance, and therefore its arrogance was a sin against God of utmost significance, for God's living creations sought to belittle their creator, the highest and most perfect being, for they no longer acknowledged Him. They became sinful and fell into darkness, i.e. into a lightless state where they lost all recognition, all knowledge. God withdrew His strength of love from the created being which wanted to escape from Him, He took away from it what its arrogant thinking had caused.... the knowledge and thus the realization of what it was and what it should be.... Yet He also gave it the opportunity to attain realization again and return to its original state, because it is not in accordance with His love and wisdom to be eternally separated from that which was created by Him. It can free itself from the great sin of apostasy from God and thereby also return to the state of light again, but then it has to give up all arrogance, it has to strive towards God's nearness, it has to enter His circle of light and love again and allow itself to be radiated through.... It must want to escape the darkness and desire light.... But you humans, who embody that which has fallen away from God, still walk in deepest darkness, for your will does not strive towards God and therefore you do not enter His circle of light either, and you are still far away from God.... you shun the light, and you remain without knowledge, without all realization. And yet, you are able to lift your distance from God in a short time, to bridge a gulf which you have created for yourselves, for God will assist you in every way with His love and grace in order to guide you to the original state which you voluntarily left. Yet you must also voluntarily try to attain it again, it cannot be returned to you against your will or you would remain imperfect for all eternity. But if you have the will to return to the exit of light, if you strive towards the light yourselves, then it will also become yours, then you will enter the state of realization, you will become knowledgeable, i.e., you will regain the lost knowledge, and you will now give up all arrogance, you will approach God in humble love, and His infinite love, which He has never withdrawn from you, will receive you again and guide you towards your former purpose.... You may work in abundance of light and strength and will be inconceivably happy. You humans on earth, flee the darkness, seek the light, and where a faint glimmer of light shines, turn there and step into this light and it will become ever stronger until you are surrounded by the highest light.... Take this call seriously, for you will never feel at ease in darkness, for after your demise you will experience it as unspeakable torment, and only light will give you bliss, yet then it will be far more difficult for you to reach the light. Therefore, make use of the time on earth, strive for knowledge, strive towards God, the eternal light, and let Him place you in the state of knowledge again, approach the creator and father of eternity again in love and humility, and He will accept you and help you attain beatitude, which you can only find in unity with the original light from Whom you once originated....
Amen
TranslatorU bent voortgekomen uit het lichtrijk en wandelt nu in de duisternis, en dat door eigen schuld. God is het Licht van eeuwigheid en dus was Hij de Oorsprong. En wat van Hem afkomstig was moest weer licht zijn, want het licht straalt uit en verspreidt licht. En toch is wat van Hem afkomstig was in de duisternis gezonken. Het verloor zijn stralingskracht, omdat dit het oer-licht wilde ontvluchten, omdat het zich niet wilde laten spijzigen door de eeuwige Oerbron van licht en omdat het zichzelf zag als vol van licht en geen toevoer van licht nodig meende te hebben, omdat het zich tegenover God machtig waande, dus aanmatigend was.
Niet de onwetendheid gaf aanleiding aan het vol van licht zijnde om aanmatigend tegen God te zijn, want het had het hoogste weten, maar juist dit weten was, daar het alles omvattend was, aanleiding voor zijn aanmatiging. En daarom was zijn aanmatiging een zonde tegen God van de grootste betekenis, want de schepselen Gods trachtten hun Schepper, het hoogste en volmaaktste Wezen te kleineren. Want ze erkenden Hem niet meer. Ze werden zondig en vielen in de duisternis, dat wil zeggen in een toestand zonder licht waar hun elk inzicht, elk weten verloren ging.
God trok Zijn liefdeskracht terug van het geschapene dat Hem wilde ontvluchten. Hij ontnam het wat de reden was van zijn aanmatigend denken: het weten, en bijgevolg het inzicht wat het was en wat het moest zijn. Maar Hij gaf het ook de mogelijkheid weer tot inzicht te komen en in zijn oertoestand terug te keren, omdat het niet overeenstemt met Zijn liefde en wijsheid, van het door Hem geschapene voor eeuwig gescheiden te zijn. Het kan zich vrij maken van de grote zonde van de afval van God en daardoor ook weer terugkeren in de toestand van licht, maar dan moet het elke aanmatiging opgeven. Het moet de nabijheid van God nastreven. Het moet weer Zijn kring van licht en liefde binnengaan en zich laten doorstralen. Het moet de duisternis willen ontvluchten en licht begeren.
Maar u mensen die het van God afgevallene belichaamt, u gaat nog voort in de diepste duisternis. Want uw wil stuurt niet op God aan en daarom gaat u ook niet Zijn kring van licht binnen en u bent nog ver van God verwijderd. U schuwt het licht en u blijft zonder weten, zonder enig inzicht. En toch bent u in staat de afstand tot God in korte tijd op te heffen, een kloof te overbruggen die u zich zelf hebt geschapen, want God staat u op elke wijze bij met Zijn liefde en genade om u naar de oertoestand te leiden die u vrijwillig hebt verlaten. Maar u zult deze ook vrijwillig weer moeten trachten te bereiken. Hij kan u niet tegen uw wil worden teruggegeven, daar u anders onvolmaakt zou blijven tot in alle eeuwigheid.
Hebt u echter de wil om naar de Oorsprong van het licht terug te keren, streeft u zelf naar het licht, dan zult u daar ook in slagen. Dan bereikt u de toestand van het inzicht. U wordt wetend, dat wil zeggen: u verkrijgt het verloren weten terug en u geeft nu elke aanmatiging op. U komt dichter bij God in deemoedige liefde en Zijn oneindige liefde - die Hij u nooit heeft onthouden - neemt u weer aan en leidt u naar uw bestemming van weleer. U zult mogen werken in volheid van licht en kracht en u zult onvoorstelbaar gelukzalig zijn.
U mensen op aarde, ontvlucht de duisternis. Zoek het licht. Wend u naar waar een zwak lichtschijnsel is en stap in dat schijnsel, en het zal steeds sterker worden, tot u omstraald bent door het sterkste licht. Neem deze aanmoediging serieus, want nooit zult u zich in de duisternis goed voelen. Want na uw overlijden zult u ze als onuitsprekelijke kwelling voelen en alleen het licht zal u gelukzaligheid bereiden, maar dan zal het voor u heel wat moeilijker zijn het licht te bereiken.
Benut daarom de tijd op aarde. Streef naar inzicht, stuur op God aan, het eeuwige Licht, en laat u door Hem weer in de toestand van inzicht plaatsen. Nader in liefde en deemoed weer de Schepper en Vader van eeuwigheid, en Hij zal u aannemen en u helpen de gelukzaligheid te bereiken, die u alleen vindt in de vereniging met het Oer-licht waar u eens uit voortgekomen bent.
Amen
Translator