Compare proclamation with translation

Other translations:

Recognising the truth is a duty to advocate it....

In a world of scorners and blasphemers the truth will hardly be able to establish itself, for they negate everything of a divine nature and therefore also the truth which comes from God. But every person who knows the truth, who thus recognises it, is nevertheless duty bound to advocate it, even towards those who always want to fight against the truth. To deviate from the truth with them would be the same as complying with the adversary of truth. The truth will always be fought, for it comes from above.... however, materialistically minded people only want to acknowledge that which comes from below, from the world, and that will always contradict the truth. If the truth is to be spread on earth its advocate may by no means love the world, nor may he fear people who want to prevent him from spreading the truth, instead, by completely renouncing all earthly advantages, he must rather be willing to sacrifice his life than to withhold the truth or speak contrary to his conviction. This requirement is indeed not an easy one to comply with; after all, a person's physical life is still too valuable as to give it up for the sake of a truth which is not desired by fellow human beings and is more likely to be rejected. And yet it is expected by God as soon as He has deemed people worthy to receive the truth from Him. Recognising the pure truth is also a commitment to pass it on and to inform an uninformed person of God's activity. And if people treat this gift with hostility the human being must not become intimidated and speak fearfully or keep silent, instead, he should even fearlessly stand up for the truth where the ruling power demands silence. It is, after all, God Himself he advocates.... And the informed person should never deny God which, however, he would do were he to divert from the truth, that is, were he to say something against better knowledge which does not correspond to truth or unquestioningly allows untruth to be spread when he recognises it as such. As soon as the human being denies God he becomes weak, on the other hand, if he endorses the truth, the flow of strength to stand firm against every hostile argument will come to him. And he will remain victorious over the scorners and blasphemers who only favour lies and will therefore always fight the truth....

Amen

Translator
Translated by: Heidi Hanna

Het erkennen van de waarheid verplicht om ervoor op te komen

In een wereld van spotters en godslasteraars zal de waarheid zich moeilijk een weg kunnen banen, want ze ontkennen al het goddelijke en dus ook de waarheid, die van God komt. Maar het is toch de plicht van elk mens, die zelf in de waarheid staat en deze dus erkent, om daarvoor op te komen. Zelfs tegenover degenen, die de waarheid steeds willen bestrijden. Want tegenover hen van de waarheid af te wijken, zou hetzelfde betekenen als de tegenstander van de waarheid ter wille te zijn. De waarheid zal steeds bestreden worden, want deze komt van boven. Maar de materieel ingestelde mensen willen enkel dat erkennen, wat van beneden komt. Wat van de wereld is en dat zal steeds in strijd met de waarheid zijn.

Als nu de waarheid op aarde verspreid moet worden, dan mag haar vertegenwoordiger op geen enkele manier de wereld liefhebben en hij mag de mensen, die hem willen hinderen bij het verspreiden van de waarheid, niet vrezen, maar hij moet liever afstand doen van aardse voordelen en bereid zijn om zijn leven op te geven, dan de waarheid te verzwijgen of tegen zijn overtuiging in te spreken.

Dit is wel een eis, die niet zo gemakkelijk vervuld kan worden. Het lichamelijke leven van de mens is nog te waardevol, dan dat hij het op zou willen geven ter wille van de waarheid, die door de medemensen niet begeerd, maar eerder afgewezen wordt. En toch stelt God deze eis, zodra Hij de mensen waardig bevonden heeft om de waarheid van Hem te ontvangen. Het herkennen van de zuivere waarheid verplicht hen ook om deze door te geven en de onwetenden kennis te geven van het werkzaam zijn van God. En als dit geschenk van de kant van de mens vijandelijk tegemoet getreden wordt, dan moet de mens niet timide worden en angstig spreken of zwijgen, maar ook daar zonder vrees daar voor de waarheid opkomen, waar de heersende macht een zwijgen eist. Want waar de mens voor opkomt, is immers God Zelf.

En nooit mag de wetende mens God verloochenen, wat hij echter zou doen, als hij van de waarheid afwijkt. Dat wil zeggen als hij tegen beter weten in iets zegt, wat niet met de waarheid overeenkomt. Of hij duldt het zonder tegenspraak, dat de onwaarheid verspreid wordt, als hij deze als zodanig erkent. Zodra de mens God verloochent, wordt hij krachteloos. Als hij daarentegen voor de waarheid opkomt, zal hem ook kracht toestromen om tegen elk vijandelijk weerwoord stand te houden. En hij zal overwinnaar blijven van de spotters en godslasteraars, die alleen maar de leugen gunstig gezind zijn en daarom steeds de waarheid zullen bestrijden.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling