• Back

Redirecting and transmitting the power from God....

Countless living beings are born through the omnipotence of the divine creator, and these beings now fulfil the task assigned to them by the creator. The earthly activity of these beings is quite varied, yet spiritually they all fulfil the same task of feeding everything that comes into contact with them with divine strength, the transfer and transmission of which is their responsibility. They therefore serve as a kind of intermediate station.... they are the collecting vessels that are needed in the whole of creation so that the power from God may penetrate into the darkest corners, for living beings are everywhere, even if they are not always visible to the eye because of their tiny size. But there is no object which is not populated by living beings, and since each of these smallest living beings was created by God's will in order to fulfil a mission, and this mission consists of imparting the power from God which is necessary for earthly life, the spiritual activity of the living beings must be tremendously important, therefore primarily the reason for the emergence of these beings. Thus every being lives, so to speak, through the help of other beings, since the strength from God is transmitted from being to being, but then every living being will align itself with the divine plan of creation and thus will also be destined for earthly activity, which in turn will benefit the whole work of creation. Nothing in creation is without life, as it constantly receives life force from God. This power must be collected in innumerable receiving stations and redirected to other stations. This process can only be seen with the spiritual eye, but will be understandable to people in the depiction of a drainage system that first collects everything flowing into it in order to then pass it on in a way that is beneficial to the earth, i.e. the influx is never wasted haphazardly....

Amen

Omleiden en doorgeven van de kracht uit God

Er worden door de almacht van de goddelijke Schepper talloze schepselen geboren en deze wezens wijden zich nu aan de taak, die de Schepper hun gegeven heeft. De aardse werkzaamheden van deze wezens zijn heel uiteenlopend, maar geestelijk vervullen ze allemaal dezelfde taak om alles, wat met hen in aanraking komt, te voeden met goddelijke kracht, waarvan het omleiden en doorgeven hun taak is. Ze dienen dus in zekere zin als tussenstation. Ze zijn de verzamelbakken, die in de gehele schepping nodig zijn, opdat de kracht uit God zich een weg baant tot in de meest duistere hoeken, want schepselen zijn overal, ofschoon vanwege hun nietigheid niet altijd zichtbaar voor de ogen.

Maar er is geen tegenstand, die niet door de schepselen bestrooid wordt en omdat elk van deze kleinste schepselen door de wil van God geschapen werd om nu eenmaal een missie te vervullen en deze missie hierin bestaat om de kracht uit God, die voor het aardse leven noodzakelijk is, door te geven, dan moet de geestelijke werkzaamheid van de schepselen enorm belangrijk zijn, dus in de eerste plaats de beweegreden voor het ontstaan van deze wezens. Dus in zekere zin leeft elk wezen door de hulp van andere wezens, omdat de kracht uit God van wezen tot wezen overgedragen wordt. Maar dan past elk schepsel zich aan het goddelijke scheppingsplan aan en wordt dus ook tot aardse werkzaamheid voorbestemd, die weer nuttig is voor het gehele scheppingswerk.

In de schepping is er niets zonder leven, omdat het voortdurend levenskracht van God ontvangt. Deze kracht moet zich in talloze ontvangststations verzamelen en weer naar andere stations omgeleid worden. Dit proces kan alleen met geestelijke ogen bekeken worden. Maar het zal voor de mens in de uitbeelding van een drainagesysteem, dat eerst al het haar toestromende opvangt om het dan verder te leiden zoals het voor de aardbodem nuttig is, zodat de aanvoer dus nooit zonder plan verspild wordt, begrijpelijk zijn.

Amen