• Zurück

Gefahr der Überheblichkeit....

Wer sich Mein Wort zu Herzen nimmt: "Ihr seid allzumal Sünder....", der wird auch in tiefster Demut verbleiben, er wird sich nicht überheben und auch kein hartes Urteil fällen, denn die Erkenntnis, selbst noch nicht vollkommen zu sein, wird ihn immer dessen gedenken lassen, daß er ein schwacher Mensch ist, der Meine Kraft und Stärkung benötigt, und er wird demütigen Herzens zu Mir kommen und Mich darum bitten.... Wer dagegen von sich und seinem Wert überzeugt ist, dessen Wesen wird Hochmut verraten, der wird sich über seine Mitmenschen überheben, und diese Überheblichkeit wird sich äußern in einer Geringschätzung des anderen, in lieblosem Urteil und in der Ansicht, ein höheres Wissen zu haben und somit auch keine Belehrungen mehr zu benötigen, sei dies nun irdischer oder geistiger Art.... immer wird der überhebliche Mensch glauben, die Stufe erreicht zu haben, da er auf die Mitmenschen herabsehen kann. Und es ist die Überheblichkeit wahrlich Anteil Meines Gegners, die ihn in die tiefste Tiefe hinabstürzte, denn er überhob sich über Mich, seinen Gott und Schöpfer, und er zog ein großes Heer der geschaffenen Wesen mit hinab zur Tiefe. Allen diesen gefallenen Wesen haftet noch viel des überheblichen Geistes an, wenn sie als Menschen ihre letzte Willensprobe abzulegen haben. Und es ist die Überheblichkeit ein ganz bedenkliches Zeichen der Unvollkommenheit, gegen das der Mensch nun ankämpfen muß im Erdenleben, bis er zur tiefsten Demut Mir gegenüber gelangt und dann auch den Mitmenschen gegenüber sich nicht mehr hervortun wird, sondern volles Verständnis hat für dessen Schwächen, weil er selbst seine eigene Mangelhaftigkeit erkennt. Es gehört aber tiefste Demut zu einer rechten Bindung mit Mir, und sowie der Mensch sich als sündig erkennt und bekennt, so wird er auch zu Jesus Christus seine Zuflucht nehmen und Ihn bitten, ihn frei zu machen.... Die Demut wird ihn innig rufen lassen zu Ihm, und er wird Gnade finden vor Seinen Augen.... denn "dem Demütigen schenke Ich Meine Gnade...." Und es kann kein Mensch von sich annehmen, vollkommen zu sein, solange er auf Erden wandelt.... Er kann nur einen höheren Grad der Erkenntnis besitzen, aber gerade dies wird ihn stets demütiger werden lassen, weil er die Größe seines Gottes und Schöpfers erkennt und die unendliche Liebe, die dieser Gott und Schöpfer Seinen Geschöpfen zuwendet, die das Geschöpf wohl unsagbar beglückt, aber es nicht überheblich werden lässet. Die Überheblichkeit ist immer noch ein Zeichen mangelhafter Erkenntnis, denn der Gegner sucht das Licht zu trüben, der Gegner hat noch sein Anteil am Menschen, wenn dieser von sich und seinem Wert überzeugt ist.... Ihr alle habt noch sehr anzukämpfen gegen dieses Übel, denn immer wieder wird euch Mein Gegner ein verkehrtes Hoheitsgefühl einblasen, er wird es immer wieder verstehen, eine Angriffsfläche zu finden, wo er in euch einen Eigendünkel erwecken kann. Und ihr alle sollet darum auf der Hut sein und jedes Überheblichkeitsgefühl im Keim zu ersticken trachten, denn immer sollet ihr dessen gedenken, daß euer Heiland und Erlöser Jesus Christus den Weg der tiefsten Demut gegangen ist, um gerade für euren Hochmutsfall Sühne zu leisten.... Ihr sollt Seiner Qualen und Leiden gedenken, die jene Sühne von Ihm forderte.... Und ihr sollt wissen, daß euer Gang über die Erde Folge ist jenes Falles zur Tiefe, den der Hochmut veranlaßt hat. Die Rückkehr zu Mir kann nur auf dem Demutswege erfolgen, und der Erdenweg soll euch diese Erkenntnis bringen, daß ihr schwache, hilflose Wesen seid, die Meine liebende Hilfe brauchen, um wieder zur Höhe zu steigen, und die Mich immer nur um Meine Hilfe angehen müssen, wenn sie den Erdenweg erfolgreich zurücklegen wollen. Wer aber noch überheblichen Geistes ist, der ist noch entfernt von Mir, und er wird Mich auch schwerlich finden. Denn in ihm kann auch nicht die rechte Liebe sich entfalten, die den Nächsten umfaßt, sondern er wird sich in seiner Überheblichkeit fernhalten von dem, dem er Liebe schenken soll und da der Mensch nur reifen kann durch ein Liebeleben, wird der Überhebliche keinen geistigen Fortschritt erzielen, sondern auf gleicher Stufe stehenbleiben, wenn er nicht gar absinkt, weil Mein Gegner ihn noch gefesselt hält. Darum kämpfet an gegen dieses Übel, und übet an euch selbst scharfe Kritik, dann werdet ihr Fehler entdecken, die euch klein werden lassen, und ihr werdet herabsteigen von dem Thron, den ihr selbst euch errichtet habt in falscher Einschätzung eures Wertes.... Die Demut allein wird euch reifen lassen, denn ihr werdet dann von Mir Gnaden empfangen im Übermaß, Ich werde Selbst Mich eurer annehmen, denn in der Demut tretet ihr Mir näher, und euer Gebet zu Mir wird innig und hingebend sein, und Ich werde euch eure Bitte gewähren, Ich werde euch zu Mir ziehen als Meine Kinder, denn ihr habt euch dann endgültig getrennt von Meinem Gegner, der darum zu Meinem Gegner wurde, weil er sich überhob über Den, aus Dessen Kraft er hervorgegangen war....

Amen

Het gevaar van arrogantie

Wie mijn woord ter harte neemt: "U bent allen zondaars" - zal ook in diepste deemoed blijven. Hij zal niet arrogant zijn en ook geen hard oordeel vellen, want het inzicht zelf nog niet volmaakt te zijn, zal hem er steeds aan laten denken dat hij een zwak mens is die mijn kracht en versterking nodig heeft en hij zal met een deemoedig hart tot Mij komen en Mij erom vragen. Wie daarentegen van zichzelf en zijn eigenwaarde overtuigd is, diens wezen zal hoogmoed verraden, die zal zich boven zijn medemensen verheffen en deze aanmatiging zal zich uiten in geringschatting van anderen, in liefdeloos oordelen en in de mening een hoger weten te bezitten en daardoor ook geen onderrichting meer nodig te hebben, of deze nu van aardse of geestelijke aard is. Steeds zal de arrogante mens geloven dat niveau bereikt te hebben vanwaar hij op de medemensen kan neerkijken.

En de verwaandheid die hem in de diepste diepte liet neerstorten, is waarlijk deel van mijn tegenstander, want hij verhief zich boven Mij, zijn God en Schepper en van de geschapen wezens trok hij een grote schare met zich mee de diepte in. Aan al deze gevallen wezens kleeft nog veel van de arrogante geest wanneer ze als mens hun laatste wilsproef moeten afleggen. En de verwaandheid is een teken van onvolmaaktheid, dat heel bedenkelijk is, waartegen de mens nu moet strijden in het aardse leven, tot hij geheel deemoedig wordt tegenover Mij en zich dan ook tegenover zijn medemens niet groter zal voordoen dan hij is, maar het volste begrip heeft voor diens zwakheden, omdat hij zelf zijn eigen onvolmaaktheid inziet.

Bij een juiste band met Mij hoort echter diepste deemoed en zodra de mens bekent dat hij zondig is en zich als zodanig ziet, zal hij ook tot Jezus Christus zijn toevlucht nemen en Hem smeken hem vrij te maken. De deemoed zal hem met innigheid laten roepen tot Hem en hij zal genade vinden voor Zijn ogen, want "de deemoedige schenk Ik mijn genade". En geen mens kan van zichzelf aannemen dat hij volmaakt is zolang hij op aarde leeft. Hij kan alleen een hogere graad van inzicht bezitten, maar juist dit zal hem steeds deemoediger laten worden, omdat hij de grootte van zijn God en Schepper beseft en de oneindige liefde die deze God en Schepper Zijn schepselen schenkt, die het schepsel wel onuitsprekelijk gelukkig maakt maar hem niet verwaand laat worden.

Arrogantie is steeds nog een teken van gebrekkig inzicht, want de tegenstander probeert het licht te verduisteren. De tegenstander heeft nog vat op de mens wanneer deze overtuigd is van zichzelf en zijn eigenwaarde. U allen hebt nog erg te strijden tegen dat euvel, want steeds weer zal mijn tegenstander u een verkeerd gevoel van meerderwaardigheid inblazen. Hij zal steeds weer de kunst verstaan een zwakke plek te vinden waar hij in u een gevoel van eigendunk kan wekken. En u moet daarom op uw hoede zijn en elk gevoel van verwaandheid in de kiem trachten te smoren, want altijd moet u eraan denken dat uw Heiland en Verlosser Jezus Christus de weg van de diepste deemoed is gegaan om juist voor uw val door hoogmoed verzoening tot stand te brengen. U moet aan Zijn kwellingen en lijden denken die die verzoening van Hem eiste. En u moet weten dat uw gang over de aarde het gevolg is van die val in de diepte die de hoogmoed veroorzaakt heeft.

De terugkeer naar Mij kan alleen over de weg van de deemoed plaatsvinden en de weg over de aarde moet u dit inzicht brengen dat u zwakke hulpeloze wezens bent die mijn liefdevolle hulp nodig hebben om weer omhoog te klimmen en die Mij steeds maar weer om hulp moeten vragen als ze de weg over de aarde met succes willen afleggen. Wie echter nog een arrogante geest heeft, is nog ver van Mij en zal Mij ook moeilijk vinden. Want in hem kan zich ook niet de ware liefde ontplooien die de naaste omvat, maar hij zal zich in zijn verwaandheid verre houden van hem die hij liefde moet schenken. En daar een mens alleen maar rijp kan worden door een leven in liefde, zal de arrogante mens geen geestelijke vooruitgang boeken, maar op hetzelfde niveau blijven staan, als hij tenminste niet helemaal wegzinkt omdat mijn tegenstander hem nog gekluisterd houdt.

Strijd daarom tegen deze kwaal en oefen op uzelf scherpe kritiek uit, dan zult u fouten ontdekken die u klein laten worden en u zult afdalen van de troon die u voor uzelf hebt opgericht in het verkeerd taxeren van uw betekenis. Alleen de deemoed zal u rijp laten worden, want dan zult u genaden van Mij ontvangen in overvloed. Ik zal Me zelf over u ontfermen, want in de deemoed komt u dichter bij Mij. En uw gebed tot Mij zal innig en vol overgave zijn en Ik zal uw verzoek inwilligen. Ik zal u naar Mij toe trekken als mijn kinderen, want u hebt u dan definitief afgescheiden van mijn tegenstander - die tot mijn tegenstander werd omdat hij zich verhief boven Hem uit wiens kracht hij was voortgekomen.

Amen