Eine unverdiente Gnade ist es, daß ihr Menschen euch in Meine Arme flüchten könnet, so ihr in Not seid. Stets wisset ihr, daß Ich für eure Bitten und Anliegen ein offenes Ohr habe, ihr wisset aber auch, daß Ich warte auf euren Ruf, daß Ich die Stimme Meines Kindes hören will, die Mir in jedem gedanklichen Bittruf entgegenschallt.... Ich will, daß ihr zu Mir kommet in jeder irdischen und geistigen Not, damit ihr nun auch Meine Hilfe erfahret. In kleinen wie in großen Nöten stehe Ich euch zur Seite, aber wisset ihr auch, was Ich mit euch vorhabe? Wisset ihr, ob die Hilfe, die ihr euch erwünschet, geeignet ist dafür, daß ihr ausreifet an eurer Seele? Eben weil ihr dieses nicht wisset, sollet ihr beten: "Vater, Dein Wille geschehe...." Ihr sollet wohl bitten, daß Ich euch helfe, nicht aber, in welcher Weise, denn das weiß Ich wahrlich am besten, was eurer Seele dient. Ihr Kinder besitzet doch Meine Liebe, ihr alle sollet das Ziel erreichen auf Erden, den Zusammenschluß zu finden mit Mir.... Alles nun, was dazu dienet, wende Ich euch zu, weil Ich will, daß ihr selig werdet. Zwar sollet ihr Mir alle eure kleinen und großen Sorgen und Nöte vortragen, ihr sollet mit allen Anliegen zu Mir kommen, und so ihr tiefen Glaubens seid und diesen Glauben im Gebet zum Ausdruck bringet, erfülle Ich euch auch eure Bitten, denn ein tiefer Glaube ist schon ein erhöhter Reifegrad, und der Zusammenschluß mit Mir hat dann schon stattgefunden durch die Liebe, die erst den lebendigen Glauben geboren hat. Dann also sollet ihr Meine oft wunderbare Hilfe erfahren. Solange aber der lebendige Glaube noch nicht vorhanden ist, solange ihr noch schwach seid im Glauben und also auch schwach in der Liebe, muß Ich oft euch versagen, was ihr erflehet, doch immer nur aus väterlicher Fürsorge um eure Seelenreife.... Doch stets sollet ihr auf Mich vertrauen, daß Ich alles so für euch regle, wie es gut ist.... Das Leibesleben aber schätzet nicht als der Güter höchstes, sondern betrachtet es nur als für die Seele nötig, und so ihr also der Seele gedenket und ihres Zustandes nach dem Tode und für ihr Leben sorget und schaffet, braucht euch auch der Tod nicht zu schrecken, denn er ist dann für euch nur das Tor in die lichtvollste Ewigkeit, doch ihr werdet nimmermehr nach der Erde zurückverlangen, ihr werdet dann erst leben und in Meiner Nähe unaussprechlich selig sein....
Amen
ÜbersetzerHet is een onverdiende genade dat u mensen in mijn armen zult kunnen vluchten wanneer u in nood bent. Steeds weet u dat Ik voor uw vragen en verlangens een luisterend oor heb. Maar u weet ook dat Ik wacht op uw roepen. Dat Ik de stem van mijn kind wil horen, die Mij in gedachten in elke roep om hulp tegemoet schalt.
Ik wil dat u naar Mij komt in elke aardse en geestelijke nood, opdat u nu ook mijn hulp ondervindt. In kleine en in grote noden sta Ik u terzijde. Maar weet u ook wat Ik met u voorheb? Weet u of de hulp die u voor uzelf wenst, zich ervoor leent dat uw ziel rijper wordt? Juist omdat u dit niet weet, moet u bidden: “Vader, Uw wil geschiede”. U moet wel bidden dat Ik u zal helpen, maar niet op welke manier, want Ik weet waarlijk het beste wat bevorderlijk is voor uw ziel. U kinderen bezit toch mijn liefde. U allen zult het doel moeten bereiken op aarde, de aaneensluiting met Mij tot stand te brengen.
Alles nu, wat daartoe helpt, doe Ik u toekomen, omdat Ik wil dat u zalig zult worden. Wel zult u Mij al uw kleine en grote zorgen en noden moeten voorleggen, u zult met al uw verlangens naar Mij moeten komen en als u een diep geloof hebt en dit geloof in het gebed tot uitdrukking brengt, dan vervul Ik u ook uw wensen. Want een diep geloof is al een verhoogde graad van rijpheid en de aaneensluiting met Mij heeft dan al plaatsgevonden door de liefde, die eerst het levende geloof heeft voortgebracht. Dan dus zult u mijn vaak wonderbaarlijke hulp ondervinden. Maar zolang het levende geloof nog niet aanwezig is, zolang u nog zwak bent in het geloof en dus ook zwak in de liefde, moet Ik u vaak onthouden wat u afsmeekt, maar steeds alleen uit vaderlijke zorg om de rijpheid van uw ziel.
Doch steeds zult u op Mij moeten vertrouwen, dat Ik alles zo voor u regel, zoals het goed is.
Maar acht het lichamelijke leven niet als het hoogste goed. Beschouw het veeleer alleen als noodzakelijk voor de ziel. En als u dus aan de ziel denkt en haar toestand na de dood en voor haar leven zorgt en werkt, dan hoeft u ook geen vrees te hebben voor de dood. Want dan is hij voor u alleen de weg naar de eeuwigheid, vol van licht. Doch u zult nooit meer terugverlangen naar de aarde. Dan pas zult u leven en in mijn nabijheid onuitsprekelijk gelukzalig zijn.
Amen
Übersetzer