Die Weltmenschen in ihrer Unkenntnis geistiger Dinge werden niemals ergründen können, was alte Seher und Propheten in Meinem Auftrag ausgesprochen haben, und daher werden auch nur wenige Menschen den tiefen geistigen Sinn jener Prophezeiungen verstehen, nur wenige Menschen werden es wissen, in welcher Zeit sich diese erfüllen. Von Beginn dieser Erlösungsperiode an gab Ich den Menschen Hinweise auf das Ende, auf die Mißstände in der Zeit des Endes, auf das teuflische Wirken und den Kampf gegen die Gläubigen; ich ließ sie schauen, jedoch nicht die natürliche Auswirkung des Mir völlig abgewandten Willens der Menschen, sondern in Bildern standen die kommenden Ereignisse vor ihren Augen, die sie selbst nicht auszulegen vermochten und deren Sinn auch den Sehern selbst verborgen war. Doch keines der geschauten Bilder war ohne Bedeutung, weil die Seher und Propheten fromme, Mir ergebene Menschen waren, die Ich dazu ausersah, als Warner und Mahner aufzutreten unter den Menschen aller Generationen bis zum Ende. Wer ernsthaft bestrebt war, einen Mir wohlgefälligen Lebenswandel zu führen, der kam auch im Nachdenken über jene Bilder der Wahrheit nahe; doch nur einem geweckten Geist ist es möglich, sie richtig zu erklären. Ich sah die Zeit voraus, Ich wußte von Beginn alle Mißstände, Ich wußte die Entwicklung der Menschen irdisch und geistig, Ich erkannte alle Mängel, die Verblendung unter den Menschen, Ich wußte um die hartnäckige Ablehnung der Wahrheit, um den Triumph des Irrtums, der darum lange Zeit triumphiert, weil die Voraussetzung gegeben war in dem Verhalten der Menschen Mir gegenüber, weil sie in der Mehrzahl Kinder Meines Gegners sind, die falsche Wege gehen und daher blind sind für die Wahrheit, während der Irrtum von ihnen bedenkenlos angenommen und verbreitet wird. In der geistigen Welt wirken sich solche Gesinnungen und die sich daraus ergebenden Ereignisse als Zerrbilder aus, wie alles Geistige Entsprechungen hat, und so sahen die Seher jener Zeit den Verlauf des Geschehens in der Endzeit in solchen Bildern, die wahrlich einen Menschen entsetzen mußten, dessen Seele sanft war und der Mir als Seher und Prophet recht war seiner Gottergebenheit wegen. Ihm selbst war es nicht gegeben, seine Gesichte und Träume zu deuten, weil Ich es wollte, daß es unergründet bleiben sollte bis zum Ende, was er sah. Doch es sollten seine Gesichte erhalten bleiben der Nachwelt, um immer wieder suchende und strebende Menschen zum Nachdenken anzuregen. Und es wird auch in der Endzeit nur wenige geben, die hellhörig und hellsehend sind und Meiner alten Propheten Gesichte wohl verstehen in der Erkenntnis des geistigen Tiefstandes der Menschen und der Nähe des angekündigten Endes. Ihnen erhelle Ich den Geist, sowie es nötig ist, daß sie darüber Auskunft geben den Mitmenschen, und so sie dann in Meinem Auftrag reden werden, verkünden sie auch die reine Wahrheit, denn sie werden nicht reden, bevor sie den Auftrag haben, und von Stund an erkennen sie selbst in aller Klarheit den Sinn dessen, was sonst den Mitmenschen unverständlich ist, bis Ich Selbst den Schleier lüften werde.... bis sich erfüllet, was alte Seher und Propheten vorausgesagt haben in Meinem Willen....
Amen
ÜbersetzerDe wereldse mensen zullen in hun onwetendheid over geestelijke zaken nooit kunnen doorgronden wat zieners en profeten in vroegere tijden in Mijn opdracht hebben uitgesproken. En daarom zullen ook slechts weinig mensen de diepe geestelijke zin van de profetieën begrijpen. Maar weinig mensen zullen weten in welke tijd deze worden vervuld.
Vanaf het begin van deze verlossingsperiode gaf Ik de mensen verwijzingen naar het einde, naar de misstanden in de tijd van het einde, naar het duivels werkzaam zijn en de strijd tegen de gelovigen. Ik liet hen schouwen. Echter niet de natuurlijke uitwerking van de volledig van Mij afgekeerde wil der mensen, maar in beelden stonden hen de komende gebeurtenissen voor ogen, waarvan ze zelf niet in staat waren die uit te leggen. En ook voor de zieners en profeten zelf was de zin verborgen.
Maar geen van de geschouwde beelden was zonder betekenis, omdat de zieners en profeten godvruchtige, Mij toegedane mensen waren, die Ik ertoe bestemde als waarschuwers en vermaners op te treden onder de mensen van alle generaties tot aan het einde.
Wie er serieus naar streefde een Mij welgevallige levenswandel te leiden, kwam ook bij het nadenken over die beelden dichter bij de waarheid. Doch slechts een gewekte Geest is het mogelijk ze juist uit te leggen. Ik zag de tijd vooruit. Ik kende vanaf het begin alle misstanden. Ik kende de ontwikkeling van de mensen, aards en geestelijk. Ik zag alle onvolkomenheden, de verblinding onder de mensen. Ik kende de hardnekkige afwijzing van de waarheid en de triomf van de dwaling, die lange tijd zegeviert, omdat de voorwaarde daarvoor gegeven was in de verhouding van de mensen tegenover Mij, omdat ze voor het merendeel kinderen van Mijn tegenstander zijn, die verkeerde wegen gaan en daarom blind zijn voor de waarheid, terwijl de dwaling door hen zonder bezwaar wordt aangenomen en verbreid.
In de geestelijke wereld hebben zulke gezindheden en de daaruit voortkomende gebeurtenissen een uitwerking van vertekende beelden, zoals al het geestelijke overeenkomsten heeft. En zo zagen de zieners uit die tijd het verloop van het gebeuren in de eindtijd in zulke beelden, die een mens waarlijk moesten ontstellen, wiens ziel goedaardig was en die goed voor Mij was als ziener en profeet vanwege zijn ootmoedigheid. Het was hemzelf niet gegeven zijn visioenen en dromen te verklaren, omdat IK wilde dat wat hij zag ondoorgrondelijk zou blijven tot aan het einde. Maar zijn visioenen moesten bewaard blijven voor latere generaties om steeds weer zoekende en strevende mensen aan te sporen tot nadenken. En er zullen er ook in de eindtijd slechts weinige zijn, die helderhorend en helderziend zijn en die de visioenen van Mijn oude profeten wel begrijpen vanuit het besef van het geestelijk lage niveau der mensen en het nabij zijn van het aangekondigde einde. Hen verlicht Ik de Geest, zodra het nodig is dat ze daarover aan de medemensen opheldering geven. En als ze dan in Mijn opdracht zullen spreken, verkondigen ze ook de zuivere waarheid. Want ze zullen niet spreken voordat ze de opdracht hebben. En vanaf dat ogenblik zien ze zelf in alle duidelijkheid de betekenis ervan in, wat anders voor de medemensen onbegrijpelijk is, tot Ik Zelf de sluier zal oplichten; tot vervuld wordt wat vroegere zieners en profeten hebben voorspeld in Mijn Wil.
Amen
Übersetzer