• Zurück

Die rechte, vor Gott gültige Ehe....

Zur Ehegemeinschaft ist unbedingt der Segen Gottes erforderlich, ansonsten eine Ehe wohl auf Erden, jedoch nicht im Himmel als geschlossen gilt. Was sich auf Erden zusammentut im Unglauben an den Schöpfer und Erhalter aller Dinge, an den Gott und Vater von Ewigkeit, der kann keinen Anspruch machen auf den Segen Gottes. Er erkennt Gott nicht an, und also erkennet auch Gott einen Bund nicht an, wenngleich er auf Erden rechtlich geschlossen ist, d.h. allen Formalitäten genügt wird, die eine Eheschließung verlangt. Erst wenn beide vor Gott hintreten mit der Bitte, ihren Bund zu segnen, wenn beide Gott als ihren Herrn anerkennen, Dem sie in Liebe zustreben, können sie auch Seines Segens gewiß sein, denn Gott ist zugegen, wo Er begehrt wird, Er ist gewissermaßen Zeuge einer Verbindung, die auf der Liebe zueinander begründet ist.... Und so ist es wohl verständlich, daß nur wenige Ehen Anspruch erheben können darauf, als vor Gott geschlossen zu gelten, denn auch eine kirchliche Handlung ersetzet nicht das Erfüllen der von Gott gestellten Bedingungen. Denn eine kirchliche Handlung kann auch vorgenommen werden an Menschen, die sich ohne Liebe binden um irdischer Vorteile willen, wozu Gott nie und nimmer Seinen Segen gibt. Die Ehe ist eine heilige Einrichtung, die von Gott aus getroffen worden ist zur Fortpflanzung des Menschengeschlechtes, wie auch zu gemeinsamem Ausreifen der Seelen, die sich in Liebe zugetan sind. Die Ehe ist aber nicht als eine geschäftsmäßig einzugehende Verbindung anzusehen, um nur der Triebhaftigkeit frönen zu können oder um irdische Vorteile zu erzielen. Die Ehe ist auch kein Zustand, der beliebig abgebrochen oder verändert werden kann. Was vor Gott rechtmäßig verbunden ist, d.h., wozu der Segen Gottes erfleht wurde in übereinstimmendem Willen, das bleibt auch ewiglich vor Gott verbunden und kann irdisch nur durch den Tod gelöst werden und eine zeitweise Trennung erfahren. Doch zumeist verbinden sich auch solche Ehepartner im geistigen Reich und streben gemeinsam zur Höhe. Es ist der Zusammenschluß geistig gleichgesinnter Seelen sowohl auf Erden als auch im Jenseits das höchste Glück und Ziel, und was einmal durch die Liebe sich verbunden hat, bleibt auch verbunden bis in alle Ewigkeit. Doch selten nur gibt es solche wahren, vor Gott geschlossenen Ehen.... Und darum ist auf der Erde so selten tiefes Glück und geistige Übereinstimmung anzutreffen, weil die Menschen in ihrer Triebhaftigkeit nicht jener achten, sondern zufrieden sind mit rein körperlicher Sympathie, die aber niemals eine tiefe Liebe genannt werden kann und auch niemals von Bestand ist. Nur wer Gottes Segen innig erbittet, der geht eine rechte, vor Gott gültige Ehe ein, und diese leben in Harmonie der Seelen bis zu ihrem Leibestode und auch in der Ewigkeit....

Amen

Het ware, voor God geldige huwelijk

Voor de huwelijksgemeenschap is absoluut de zegen van God vereist, daar anders een huwelijk wel op aarde, echter niet in de hemel als gesloten geldt. Wat zich op aarde aaneensluit in het ongeloof aan de Schepper en Behouder van alle dingen, in de God en Vader van alle eeuwigheid, kan geen aanspraak maken op de zegen van God. Hij erkent God niet en dus erkent ook God geen bondgenootschap, al is het op aarde voor de wet gesloten, dat wil zeggen aan alle formaliteiten wordt voldaan, die vereist zijn voor een huwelijkssluiting. Pas wanneer beiden voor God verschijnen met de vraag, hun verbond te zegenen, wanneer beiden God als hun Heer erkennen, op Wie ze in liefde aansturen, kunnen ze ook van Zijn zegen zeker zijn, want God is aanwezig, waar Hij wordt verlangd. Hij is in zekere zin getuige van een verbinding, die gebaseerd is op de liefde voor elkaar. En zo is het wel begrijpelijk, dat slechts weinig huwelijken er aanspraak op kunnen maken, te gelden als voor God gesloten, want ook een kerkelijke handeling vervangt het vervullen van de door God gestelde voorwaarden niet. Want een kerkelijke handeling kan ook worden voltrokken bij mensen, die zich zonder liefde verbinden omwille van aardse voordelen, waartoe God nooit ofte nimmer Zijn zegen geeft.

Het huwelijk is een heilige instelling, die van God uit is beschikt tot voortplanting van het menselijke geslacht, alsmede tot het gemeenschappelijk rijp worden van de zielen, die elkaar in liefde zijn toegedaan. Maar het huwelijk is niet te beschouwen als een verbinding, die zakelijk kan worden aangegaan, om alleen de zinnelijkheid te kunnen botvieren of om aardse voordelen te verkrijgen. Het huwelijk is ook geen toestand, die naar believen kan worden afgebroken of veranderd. Wat voor God rechtmatig is verbonden, dat wil zeggen waarvoor Gods zegen werd afgesmeekt in eensluidende wil, blijft ook eeuwig voor God verbonden en kan aards alleen door de dood worden ontbonden en een tijdelijke scheiding doormaken. Maar meestal verbinden zich zulke huwelijkspartners ook in het geestelijke rijk en streven ze er gezamenlijk naar omhoog te gaan. De aaneensluiting van geestelijk gelijkgezinde zielen is zowel op aarde alsook in het hiernamaals het hoogste geluk en doel. En wat zich eenmaal door de liefde heeft verbonden, blijft ook verbonden tot in alle eeuwigheid. Maar slechts zelden zijn er zulke ware, voor God gesloten huwelijken. En daarom is er op aarde zo zelden diep geluk en geestelijke overeenstemming te vinden, omdat de mensen in hun zinnelijkheid dit eerstgenoemde niet achten, maar tevreden zijn met zuiver lichamelijke sympathie, die echter nooit een diepe liefde kan worden genoemd en ook nooit blijft bestaan. Alleen wie innig Gods Zegen afsmeekt, gaat een waar, voor God geldig huwelijk aan en dezen leven in harmonie der zielen tot aan hun lichamelijke dood en ook in eeuwigheid.

Amen