• Zurück

Gott duldet schlechte Handlungen, heißt sie aber nicht gut....

Was Ich zur Ausführung kommen lasse, braucht nicht immer Meinem Willen zu entsprechen, es kann im Gegenteil gänzlich Meinem Willen entgegengerichtet sein, doch Ich verhindere es nicht, weil Ich einerseits den freien Willen des Menschen achte, und andererseits der falsch gerichtete Wille erkannt werden soll, um nach besserer Erkenntnis gewandelt zu werden. Das Erkennen findet aber zumeist erst dann statt, wenn die Auswirkung schlechten Handelns, Denkens oder Redens in irgendeiner Weise Schaden oder Verlust bedeutet, wenn sie irgendwie verderbend ist. Dann erst ist es möglich, daß sich ein Mensch besinnt, daß er entgegen Meiner ewigen Ordnung tätig ist. Es wäre für den Menschen keine Fortschrittsmöglichkeit gegeben, so Ich jegliche schlechte Handlung verhindern möchte, also Meine Kraft denen entziehen würde, die sie auszuführen gedenken. Es muß der Mensch reifen im freien Willen. Er ist im Besitz von Lebenskraft, solange er auf Erden lebt mit Fleisch und Blut; und diese Kraft muß er frei gebrauchen können nach jeder Richtung hin, sein Wille muß sich recht entscheiden.... Dies ist die Glaubensprobe, die ihr alle bestehen sollt, und ihr seid erst dann gut, wenn ihr das Gute wählt aus freiem Antrieb, obwohl euch das Schlechte großen Vorteil eintragen würde. Und darum werde Ich niemals eine Tat verhindern, nur kann und will Ich die Auswirkung verhüten oder wenden entgegen dem Willen des handelnden Menschen. Und so kann etwas von Menschen als schlecht Erkanntes von Mir als begünstigt erscheinen, und dennoch habe Ich daran kein Wohlgefallen, sondern Ich dulde es nur, heiße es aber nimmermehr gut. Verantworten muß sich der Mensch jedoch für alles, was sein Wille angestrebt hat, selbst wenn es durch Meinen Willen sich segenbringend auswirkt. Es ist dann eine Ausreifungmöglichkeit für die Seelen, die Opfer sind von Taten, die ein schlechter Wille gebärt, die Ich wohl zulasse, aber niemals gutheiße, sowie sie gegen das Gebot der Gottes- und Nächstenliebe verstoßen....

Amen

GOD duldt slechte handelingen maar keurt ze niet goed

Wat IK gerealiseerd laat worden, hoeft niet altijd in overeenstemming met Mijn Wil te zijn, integendeel kan het totaal tegen Mijn Wil gericht zijn, maar IK verhinder het niet daar IK enerzijds de vrije wil van de mens respecteer en anderzijds de verkeerd gerichte wil moet worden beseft, om na 'n beter inzicht veranderd te worden. Maar het inzien vindt meestal pas dan plaats wanneer der uitwerking van het slechte handelen, denken of spreken een zekere schade of verlies betekent, wanneer ze op de een of andere manier verstorend werkt. Pas dan is het mogelijk dat een mens zich bezint, dat hij in strijd met Mijn eeuwige ordening werkzaam is. Voor de mensen zou er geen mogelijkheid gegeven zijn vooruit te komen, als IK elke slechte handeling zou willen verhinderen, dus hun Mijn Kracht zou onttrekken, als ze van plan zijn die uit te voeren. In vrije wil moet de mens rijper worden. Hij is in het bezit van levenskracht zolang hij op aarde leeft in vlees en bloed, en deze kracht moet hij vrij kunnen gebruiken naar elke richting, zijn wil moet een juist besluit nemen.

Dit is de geloofsproef die u allen moet doorstaan en goed bent u dan pas, wanneer u het goede kiest uit vrije aandrang, hoewel het slechte u groot voordeel op zou leveren. En daarom zal IK nooit een daad verhinderen, alleen kan en wil IK de uitwerking ervan voorkomen, of keren tegen de wil van de handelende mens in. En zo kan iets wat door de mens als slecht wordt ingezien, als door MIJ begunstigd schijnen, en toch heb IK daar geen welgevallen aan, veeleer duld IK het slechts, maar keur het nooit goed.

Toch moet de mens zich verantwoorden voor alles waar zijn wil naar streefde, zelfs wanneer het door Mijn Wil een zegenrijke uitwerking heeft. Het is dan een mogelijkheid om rijp te worden voor de zielen die slachtoffer zijn van daden die door een slechte wil worden voortgebracht, die IK wel toelaat, maar niet goedkeur, zodra ze tegen het gebod van de liefde tot GOD en de naaste indruisen.

Amen