Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Das Hören des göttlichen Wortes.... Gedanken....

Nur durch das innere Wort kann euch Aufklärung werden in Fragen, die irdische Wissenschaftler nicht beantworten können. Es gibt wohl eine Instanz, die zuständig ist für geistig Fragen, jedoch den Weg zu ihr gehen die Menschen selten. Daher wird auch selten nur die der Wahrheit entsprechende Antwort empfangen werden, die eben nur der Eine geben kann, Dem nichts fremd ist, Der um alles weiß, Der auch euch Menschen das Wissen zuleiten will, auf daß Er erkannt wird von den Menschen. Durch das Wort also äußert Sich Gott und wer es hören will, muß sich Gottes Liebe erringen, er muß Ihn sich geneigt machen, indem er selbst alles tut, was Gott von ihm verlangt.... dann tritt Gott euch so nahe, daß ihr Seine Stimme vernehmen könnet, denn Er äußert Sich durch Sein Wort, Er gibt Sich Selbst euch kund, Er redet mit euch Menschen in leicht verständlicher Sprache, Er spricht durch euer Herz zu eurem Verstand und geht auf jede Frage ein, die ihr aussprechet oder in euren Gedanken bewegt. Er antwortet euch.... Sein Wort ist also ein Zeichen der Verbundenheit von Ihm zu euch, denn nur dann könnet ihr Sein Wort vernehmen, so ihr euch mit Ihm zusammenschließet gedanklich oder durch Liebeswirken....

Und so hat Gott immer zu den Menschen gesprochen, solange die Erde besteht, nur ist Er leichter verstanden worden bisher, während nun sehr selten Seine Sprache verstanden wird. Diese wenigen Menschen aber bedenket Er mit einem Maß, das unbegrenzt ist. Ihnen will Er alles erklären und begründen, auf daß sie das so gewonnene Wissen ihren Mitmenschen vermitteln können zu deren Seelenheil. Und auf daß sie nicht weiter in Zweifel fallen, lässet Er sie Einblick nehmen in Seinen ewigen Heilsplan, und Er zündet so ein Licht in ihnen an, daß sie ewiglich nicht mehr in die Dunkelheit zurücksinken.... Er tritt im Wort den Menschen nahe, die sich belehren lassen wollen. Und so bleibt das Wort stets und ständig die Brücke zwischen Gott und den Menschen, die der Mensch aber nur betreten kann, so er sich zurückzieht von der Welt, so er die breiten Wege meidet, die seinen Augen reizvoller erscheinen und ihn zum Beschreiten locken.... (29.7.1949) Nur in der Einsamkeit vernimmt er die Stimme Gottes, d.h., er muß die Welt meiden und seine Gedanken schweifen lassen in das geistige Reich. Dann tut er das, was er zuvor tun muß: Er verbindet sich in Gedanken mit Gott, er hält Zwiesprache mit Ihm, er legt Ihm die Fragen vor, die ihn bewegen, indem er den Gedanken freien Lauf lässet.... Und diese Gedanken sind schon Ausstrahlungen aus dem geistigen Reich. Denn es kann der Mensch nichts von sich aus hervorbringen. Es ist wohl der Verstand fähig, die ihm zuströmenden Gedanken aufzunehmen und zu verarbeiten, doch der Gedanke selbst entsteht nicht im Menschen, sondern er berührt sein Herz, entströmt aber dem Reich, das außerhalb irdischer Sphären liegt.... Der Gedanke ist Geistesprodukt, also eine Kraft, die eine bestimmte Form annimmt, sowie sie vom Verstand aufgenommen wird, worin also der Verstand vom Herzen beeinflußt wird, in Tätigkeit zu treten, indem er die ihm zugeleiteten Gedanken nun formt und ihnen eine gewisse Ordnung gibt. Die Verstandestätigkeit ist das Festhalten der Gedanken, die wellenartig das Herz berühren und auch keinen Widerhall finden können, wenn der Wille des Menschen durch das Treiben der Welt die Gedankentätigkeit nur für weltliche Dinge beansprucht und geistigen Strömungen keine Aufmerksamkeit schenkt. Geht aber der Mensch in die Stille und wendet er der Welt den Rücken zu, dann berühren geistige Strömungen sein Herz, die es wohltätig empfindet und die dann der Mensch begierig entgegennimmt. Dann formt sich durch diese Empfangswilligkeit das Wort, d.h., es kommt dem Menschen sinnvoll und verständlich zum Bewußtsein, was Gott Selbst ihm sagen will. Er hört also Seine Stimme im Herzen, die Gedankenwellen werden vom Herzen aufgenommen und dem Verstand zugeleitet, und der Mensch als solcher vermag das empfangene Geistesgut auch verstandesmäßig anzueignen und es auch dem Mitmenschen verständlich zu erklären. Es ist dies ein Vorgang, der an sich einfach und unkompliziert ist, nur von den Weltmenschen nicht begriffen wird, weil er für Empfindungen der Seele kein Verständnis hat und er deshalb auch die Gedankentätigkeit nur rein organisch sich zu erklären sucht. Doch wo der Gedanke im Grunde seinen Ausgang nimmt, das ist ihm fremd, und eine Erklärung darüber ist ihm unannehmbar, weil er Geistiges überhaupt nicht anerkennt, weil er nur das anerkennt, was er sehen oder greifen kann. Gott aber gibt immer wieder einen Beweis von Kräften, die der menschliche Verstand nicht zu erklären vermag, und über alles gibt Er Aufschluß durch Sein Wort.... Wer das Wort Gottes zu sich sprechen lässet, der wird über ein umfangreiches Wissen verfügen, denn es gibt nichts, was dem Menschen fremd bleibt, der durch das Wort sich von Ihm belehren lässet, und so kann der Mensch sein Wissen erweitern, er kann eindringen in alles und sich Aufschluß holen, worüber er Aufschluß begehret. Denn von Gott aus sind dem Menschen keine Grenzen gesetzt, sowie er sich mit dem Geber des Wissens und der Wahrheit in Verbindung setzt und sich von Ihm belehren lässet.... sowie er glaubet, daß Gott Selbst zu ihm redet durch das Herz....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Het horen van het goddelijke Woord - Gedachten

Alleen door het innerlijke Woord kan u opheldering ten deel vallen aangaande vragen die aardse wetenschappers niet kunnen beantwoorden. Er bestaat weliswaar een Instantie die competent is geestelijke vragen op te helderen, maar de weg erheen gaan de mensen zelden. Daarom zal ook maar zelden het antwoord ontvangen worden dat overeenstemt met de waarheid, dat toch alleen die Ene kan geven die niets vreemd is, die alles weet, die ook u mensen het weten wil doen toekomen, opdat Hij herkend wordt door de mensen.

God uit Zich dus door het Woord. En wie het horen wil, moet Gods Liefde verwerven. Hij moet zich Hem genegen maken, doordat hij zelf alles doet wat God van hem verlangt. Dan komt God u zo nabij dat u Zijn stem zult kunnen vernemen. Want Hij openbaart Zich door Zijn Woord. Hij uit Zichzelf tegenover u. Hij spreekt met u mensen in gemakkelijk te begrijpen taal. Hij spreekt door uw hart tot uw verstand en gaat in op elke vraag die u uitspreekt of uw gedachten bezighoudt. Hij antwoordt u. Zijn Woord is dus een teken van de verbondenheid van Hem met u. Want u zult alleen dan Zijn Woord kunnen vernemen, als u zich met Hem aaneensluit door middel van gedachten of door werken van liefde.

En zo heeft God altijd tot de mensen gesproken, zolang de aarde bestaat. Alleen werd Hij tot nu toe gemakkelijker verstaan, terwijl nu zeer zelden Zijn spreken wordt begrepen. Deze weinige mensen bedenkt Hij echter met een mate die onbeperkt is. Hij wil hun alles uitleggen en motiveren, opdat ze het zo verkregen weten aan hun medemensen kunnen overbrengen voor hun zielenheil. En opdat ze niet verder twijfelen, laat Hij hen inzage nemen in Zijn eeuwige heilsplan. En zo ontsteekt Hij een licht in hen, zodat ze eeuwig niet meer terugzinken in de duisternis. In het Woord komt Hij de mensen naderbij, die zich willen laten onderrichten. En zo blijft het Woord steeds de brug tussen God en de mensen. De mens kan deze echter alleen maar betreden, als hij zich terugtrekt van de wereld. Als hij de brede weg mijdt, die zijn ogen bekoorlijker voorkomt en hem lokt deze te begaan.

Alleen in de eenzaamheid verneemt hij de stem van God. Dat wil zeggen: hij moet de wereld mijden en zijn gedachten laten zwerven in het geestelijke rijk. Dan doet hij wat hij eerst moet doen: hij verbindt zich in gedachten met God. Hij houdt tweespraak met Hem. Hij legt Hem de vragen voor die hem bezighouden, terwijl hij zijn gedachten de vrije loop laat. En deze gedachten zijn al uitstralingen van het geestelijke rijk. Want de mens kan niets uit zichzelf voortbrengen. Zijn verstand is wel in staat de hem toestromende gedachten op te nemen en te verwerken, maar de gedachte zelf ontstaat niet in de mens. De gedachte treft zijn hart, maar stroomt vanuit het rijk dat buiten aardse sferen ligt.

De gedachte is een product van de geest. Dus een kracht die een bepaalde vorm aanneemt, zodra ze door het verstand wordt opgenomen. Waarin dus het verstand door het hart wordt beïnvloed werkzaam te worden, doordat het de hem toegestuurde gedachten nu vormt en ze een zekere ordening geeft. De werkzaamheid van het verstand is het vasthouden van de gedachten die als golven het hart treffen en ook geen weerklank kunnen vinden wanneer de wil van de mens door de drukte van het leven het denkwerk alleen voor wereldse zaken opeist en aan geestelijke stromingen geen aandacht schenkt.

Maar gaat de mens in de stilte en keert hij de wereld de rug toe, dan treffen geestelijke stromingen zijn hart, die het weldadig ondergaat en die de mens dan gretig in ontvangst neemt. Door deze bereidwilligheid om te ontvangen, vormt zich dan het Woord. Dat wil zeggen: er komt de mens zinvol en begrijpelijk tot bewustzijn wat God Zelf hem zeggen wil. Hij hoort dus Zijn stem in het hart. De gedachtengolven worden door het hart opgenomen en naar het verstand toegezonden. En de mens als zodanig is in staat zich het ontvangen geestelijke goed ook met het verstand eigen te maken en het ook aan de medemens begrijpelijk uit te leggen.

Dit is een proces dat op zich eenvoudig en ongecompliceerd is. Het wordt alleen door de wereldse mens niet begrepen, omdat hij voor gewaarwordingen van de ziel geen begrip heeft. En daarom probeert hij voor zichzelf het denkwerk ook alleen zuiver organisch te verklaren. Maar waar de gedachte eigenlijk vandaan komt, is hem vreemd. En een uitleg daarover is voor hem onaanvaardbaar, omdat hij het geestelijke al helemaal niet erkent. Omdat hij alleen datgene erkent, wat hij kan zien of vastpakken. Maar God geeft steeds weer een bewijs van krachten die het menselijke verstand niet vermag te verklaren. En over alles geeft Hij opheldering door Zijn Woord.

Wie het Woord Gods tot zich laat spreken, zal over een omvangrijk weten beschikken. Want er bestaat niets wat de mens vreemd blijft, die door het Woord zich door Hem laat onderrichten. En zo kan de mens zijn kennis uitbreiden. Hij kan tot alles doordringen en zich opheldering verschaffen waarover hij opheldering wenst. Want van God uit zijn de mens geen grenzen gesteld, zodra hij zich met de Gever van het weten en de waarheid in verbinding stelt en zich door Hem laat onderrichten. Zodra hij gelooft dat God Zelf tot hem spreekt door het hart.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte