Allen Menschen lasse Ich Kunde zugehen von dem bevorstehenden Ende, denn auch Meine Gegner mache Ich aufmerksam, damit sie nicht einstens sagen können, es sei ihnen verborgen geblieben. Doch so sie ihr Ohr verschließen, so sie spotten oder verlachen, was in Form von Prophezeiungen ihr Ohr berührt, sind Meine Warnungen und Ermahnungen vergeblich, denn zum Glauben zwinge Ich keinen Menschen. Doch diese werden erbeben, so das Ende nahe ist, erkennen sie doch ihr verkehrtes Denken und auch die Hoffnungslosigkeit ihrer Lage. Die Menschheit will nichts mehr annehmen, was aus dem geistigen Reich ihr geboten wird; sie ist so irdisch gesinnt, daß ihr jegliches Gefühl für geistiges Gut abgeht, Ich aber kann den Menschen nicht mehr bieten, als was sie anzunehmen bereit sind. Ich kann sie nicht durch offensichtliche Wunder zum Glauben zwingen, weil es Meine Geschöpfe sind, die ursprünglich in vollster Freiheit des Willens tätig waren und die durch einen Glaubenszwang ihre Freiheit gänzlich verlieren würden und also unvollkommen blieben bis in alle Ewigkeit. Ich kann nur durch Menschenmund Mich äußern und muß es ihnen überlassen, ob sie Mein Wort erkennen wollen durch unbedingtes Wahrheitsverlangen und uneigennützige Liebetätigkeit. Denn nun wird ihnen Mein Wort tönen, und sie erkennen den Geber des Wortes in jeder Mahnung und Warnung, und also beachten sie es auch. Doch welche Willenlosigkeit beherrschet die Menschen gerade diesen geistigen Kundgaben gegenüber. Sie nehmen nichts ernst und glauben, daß Gott die Geschehnisse so lenken wird, wie es ihrem Willen und ihrer Berechnung entspricht. Und wie wenig tun sie daher an ihrer Wesensgestaltung.... Und es wird die Stunde kommen, ohne daß sie vorbereitet sind auf das nahe Ende.... Sie verfolgen nur das Weltgeschehen und ziehen ihre Schlüsse daraus.... Doch Ich werde sie aufschrecken und ihnen zeigen, daß Ich die Welt regiere und daß Ich wahrlich so bestimme, wie es euch Menschen dienlich ist.... Und alles wird sich abwickeln Meinem Plan von Ewigkeit entsprechend.... wie Ich es euch Menschen ankündige durch Meine Diener auf Erden.... Und die Menschen werden nun erkennen müssen, daß Ich nur auf ihr Wohl bedacht war, daß Ich sie retten wollte und nur Widerstand bei ihnen fand. Denn nur der Wille zu Gott verbindet ihre Seelen mit Mir. Der Wille zu Mir aber gibt ihnen auch das Verständnis für Mein Wort, für Mein Handeln und Wirken in der letzten Zeit vor dem Ende. Und dann erst wird Mein Wort befolgt werden, sowie es noch Zeit ist, denn was Ich ankündige, geht buchstäblich in Erfüllung, weil Ich durch den Geist ein Wissen zur Erde leite, das voll und ganz der Wahrheit entspricht.... Und darum muß sich alles erfüllen, was Ich euch Menschen verkündet habe lange Zeit zuvor, auf daß ihr daran erkennet, wann das Ende nahe ist....
Amen
ÜbersetzerAlle mensen stel Ik in kennis van het aanstaande einde, want ook Mijn tegenstanders maak Ik opmerkzaam, opdat ze eens niet kunnen zeggen, dat het voor hen verborgen was gebleven. Maar als ze hun oren sluiten, als ze wat hun oor treft in de vorm van profetieën bespotten of uitlachen, dan zijn Mijn waarschuwingen en aanmaningen tevergeefs. Want Ik dwing geen mens om te geloven. Doch dezen zullen worden verheven, als het einde nabij is en ze toch hun verkeerde denken en ook hun hopeloze toestand inzien.
De mensheid wil niets meer aannemen wat haar uit het geestelijke rijk wordt aangeboden. Ze is zo aards gezind, dat haar elk gevoel voor geestelijke lering ontbreekt. Maar Ik kan de mensen niet meer bieden dan wat ze bereid zijn aan te nemen. Ik kan ze niet door openlijke wonderen dwingen om te geloven, omdat het Mijn schepselen zijn, die oorspronkelijk in volledige vrijheid van wil werkzaam waren en dus door een dwang om te geloven hun vrijheid helemaal zouden verliezen en dus onvolkomen bleven tot in alle eeuwigheid.
Ik kan Me alleen door de mond van mensen uiten en moet het aan hen overlaten of ze Mijn Woord willen herkennen door een absoluut verlangen naar de waarheid en onbaatzuchtige werkzaamheid in liefde. Want nu zal Mijn Woord voor hen klinken en ze herkennen de Schenker van het Woord in elke aanmaning en waarschuwing, en dus komen ze het ook na.
Maar welk een willoosheid beheerst de mensen juist tegenover deze geestelijke bekendmakingen. Ze nemen niets serieus en geloven, dat God de gebeurtenissen zo zal leiden, zoals het overeenstemt met hun wil en hun berekening. En hoe weinig doen ze daarom aan de vorming van hun wezen.
En het ogenblik zal komen, zonder dat ze voorbereid zijn op het nabije einde. Ze volgen alleen het wereldgebeuren en trekken daaruit hun conclusies. Maar Ik zal ze laten schrikken en hun tonen, dat Ik de wereld regeer en dat Ik waarlijk zo beslis, zoals het voor de mensen dienstig is. En alles zal zich afwikkelen overeenkomstig Mijn plan van eeuwigheid, zoals Ik het u mensen bekend maak door Mijn dienaren op aarde.
En de mensen zullen nu moeten inzien, dat Ik alleen op hun welzijn bedacht was, dat Ik ze redden wilde en alleen maar weerstand bij hen vond. Want de wil tot God verbindt hun zielen met Mij. Maar de wil tot Mij geeft hun ook het begrip voor Mijn Woord, voor Mijn handelen en werkzaam zijn in de laatste tijd voor het einde.
En dan pas zal er aan Mijn Woord gehoor worden gegeven, wanneer er nog tijd is. Want wat Ik aankondig gaat letterlijk in vervulling, omdat Ik door de Geest een weten naar de aarde zend, dat geheel en al overeenstemt met de waarheid. En daarom moet alles worden vervuld, wat Ik u mensen lange tijd tevoren heb verkondigd, opdat u daaraan herkent wanneer het einde nabij is.
Amen
Übersetzer