• Zurück

Wirken des Geistes.... Vaterworte....

Meine Tochter.... Es sind so viele Irrungen in der Welt, deren Urheber die Menschen selbst sind und die niemals durch das Wort, das Ich den Menschen vermittelt habe, entstanden sind. Mein Wort ist Wahrheit und wird niemals zu Irrungen Anlaß geben, solange es so unverbildet und rein bleibt, wie Ich es den Menschen gegeben habe bei Meinem Wandel auf Erden. Die Menschen aber stehen unter dem Einfluß des Widersachers, sie sind nicht stark genug, ihm Widerstand zu bieten. Des Widersachers Trachten aber ist, Mein Wort zu durchsetzen mit Irrtum, und es gelingt ihm dies, sowie der Wille des Menschen zu schwach ist, also dieser Wille sich nicht gänzlich Mir unterstellt.... d.h., wenn der Mensch Mein Wort verstandesmäßig in sich aufnehmen will und ihn nun der Widersacher insofern schlecht beeinflußt, daß er sein Denken verwirrt.... Das Ergebnis dessen sind falsche Auslegungen, die im Laufe der Zeit Meinem Wort beigefügt wurden. Es kann der Mensch nicht unterscheiden, wo Mein Wort mit Menschenwerk durchsetzt ist, so er nicht von Meinem Geist erleuchtet ist. Mein Wort wird ewiglich die gleiche Wahrheit bleiben, das Menschenwerk jedoch wird vergehen, weil alles, was nicht von Mir ist, vergänglich ist. Und nun ist die Zeit gekommen, wo das Wort einer Reinigung unterzogen wird, das als Mein Wort den Menschen nahegebracht wurde und doch zum großen Teil zusätzliches Menschenwerk ist. Es muß diese Reinigung vorgenommen werden, denn es verrennen sich die Menschen in Lehren, die von der reinen Wahrheit abweichen und wahrlich nicht durch Mein Wort ihnen geboten wurden. Es ist ein fragwürdiger Kampf, wenn angebliche Gottesstreiter mit den Waffen kämpfen, die der Widersacher selbst ihnen geliefert hat, indem der Wille zur Wahrheit überlistet wird von dem, der Fürst der Lüge ist. Denn dieser Streiter will für Mich kämpfen und geht gegen Mich, weil er die Wahrheit vertreten will und Irrtum weitergibt. Und also will Ich diese willigen Menschen in die Wahrheit leiten und muß ihnen das entwinden, was ihnen Irrtum vermittelt. Und darum wehre Ich den Menschen nicht, die gegen Mich und Mein Wort vorgehen wollen, wenngleich auch sie unter dem Einfluß des Widersachers stehen und dessen Willen ausführen, der jegliches Wissen um Mich und Mein Wort unterbinden will. Ich wehre Ihnen nicht, weil Mein Wort dennoch bestehenbleibt, weil Mein Wort nicht vergehen kann, der Vernichtungswille aber auch dem Menschenwerk gilt, das der Menschheit zum Schaden ist, weil es das Denken der Menschen verwirrt. Denn was bestehenbleiben soll, wird euch Menschen wieder von oben geboten, und das ist Mein Wort, und es ist dieses Wort unantastbar und wird unantastbar bleiben, denn Ich will es also.... Ich will, daß es der Menschheit zugeführt werde und daß es ihr erhalten bleibe; und wo Mein Wille am Werk ist, dort ist jeglicher Menschenwille unwirksam.... denn wo Mein Wort ist, da bin Ich Selbst, und wo Ich bin, ist Wahrheit....

Amen

Werkzaam zijn van de geest – Woorden van de Vader

Mijn dochter. Er zijn zoveel dwalingen in de wereld, waarvan de grondleggers de mensen zelf zijn en die nooit door het woord, dat Ik de mensen gegeven heb, ontstaan zijn. Mijn woord is waarheid en zal nooit reden tot dwaling geven, zolang het zo onveranderd en zuiver blijft, zoals Ik het aan de mensen gegeven heb bij Mijn gang over de aarde.

Maar de mensen staan onder de invloed van de tegenstander. Ze zijn niet sterk genoeg om verzet te bieden. En het streven van de tegenstander is om Mijn woord te doorspekken met dwaling en dit lukt hem, zodra de wil van de mens te zwak is, dus dat deze wil zich niet geheel aan Mij onderwerpt. Dat wil zeggen wanneer de mens Mijn woord verstandsmatig in zich op wil nemen en de tegenstander hem nu in zoverre beïnvloedt, dat hij zijn denken verwart.

Het resultaat hiervan zijn verkeerde interpretaties, die in de loop van de tijd aan Mijn woord toegevoegd werden. De mens kan niet onderscheiden, waar Mijn woord met mensenwerk doorspekt is, als hij niet door Mijn geest verlicht wordt. Mijn woord zal eeuwig dezelfde waarheid blijven, maar het mensenwerk zal vergaan, omdat alles, wat niet van Mij is, vergankelijk is.

En nu is de tijd gekomen, waarin het woord, dat als Mijn woord nader tot de mensen gebracht werd en toch voor het grootste deel aanvullend mensenwerk is, aan een reiniging onderworpen wordt. Deze reiniging moet gedaan worden, want de mensen verdwalen in leringen, die van de zuivere waarheid afwijken en hun werkelijk niet door Mijn woord geboden werd.

Het is een dubieuze strijd, wanneer zogenaamde strijders van God met het wapen strijden, dat de tegenstander hem zelf geleverd heeft, doordat de vorst van de leugen, de wil naar de waarheid te slim af geweest is. Want deze strijder wil voor Mij strijden en gaat tegen Mijn wil in, omdat hij voor de waarheid op wil komen en dwaling doorgeeft.

En zodoende wil Ik deze gewillige mensen in de waarheid binnenleiden en moet hun dat ontrukken, wat hun dwaling geeft. En daarom belet Ik de mensen niet, die tegen Mij en Mijn woord willen handelen, ofschoon ook zij onder de invloed van de tegenstander staan en diens wil uitvoeren, die aan elke kennis over Mij en Mijn woord een einde willen maken.

Ik belet het hen niet, omdat Mijn woord toch blijft bestaan. Omdat Mijn woord niet kan vergaan, maar de wil om te vernietigen ook het menselijke werk betreft, dat tot schade voor de mensheid is, omdat het het denken van de mensen verwart. Want wat moet blijven bestaan, wordt jullie mensen weer van boven aangeboden en dat is Mijn woord. En dit woord is onaantastbaar en zal onaantastbaar blijven, want Ik wil het zo. Ik wil dat het bij de mensheid bezorgd wordt en dat het behouden blijft. En waar Mijn wil aan het werk is, daar is elke menselijke wil ineffectief, want waar Mijn woord is, daar ben ik Zelf en waar Ik ben, daar is waarheid.

Amen