Die Beweisführung zu erbringen von Behauptungen der jenseitigen Welt über jenseitiges Wirken wird unmöglich sein und bleiben, denn bewiesen kann nur Irdisches mit Irdischem werden, Überirdisches aber ist und bleibt etwas, was nur geglaubt werden muß, niemals aber bewiesen werden kann. Und sonach ist es auch unmöglich, eine richtiggehende Lehre über Dinge aufzustellen, die nicht bewiesen werden können. Es kann nur dem Menschen im Rahmen eines Vortrages eine Darstellung gegeben werden, die der Wahrheit wohl entspricht, niemals aber als unwiderlegbare Wahrheit hingestellt werden kann, solange der Mensch Beweise fordert. Er kann sie wohl als Wahrheit anerkennen.... dann gibt ihm die innere Stimme darüber Aufschluß und weiset ihn recht. Will jedoch der Mensch verstandesmäßig Belege dafür haben und mit purem Kopfverstand die Wahrheit ergründen ohne Mitwirkung des hl. Geistes, so wird er niemals die Wahrheit erkennen können als solche. Und anders ist es nicht möglich Beweise zu erbringen, die keinen Zweifel aufkommen lassen an der Wahrheit dessen, was durch Geisteswirken gezeitigt wurde. Es gibt aber doch Menschen, die felsenfest von der Wahrheit dessen überzeugt sind, was sie vernommen haben durch jenseitige Kräfte.... denen diese Kräfte glaubwürdiger sind als Menschen, die sich rein wissenschaftlich mit Fragen abgeben, die das Jenseits betreffen. Bei diesen ist der Ursprung ihrer Weisheiten eine Belehrung oder Erfahrung oder ein eingehendes Studium, das aber nimmermehr vollste Wahrheit garantiert, während jene geistigen Kräfte die Menschen lehren, die möglichst wenig eigene Weisheiten in sich tragen und die darum widerstandslos entgegennehmen, was ihnen der göttliche Geist vermittelt. Denn der Ursprung dieser Weisheiten muß und kann wieder nur Gott Selbst sein. Was Gott jedoch lehrt, bedarf keines Beweises und soll daher widerstandslos geglaubt werden auch ohne Beweisführung....
Amen
ÜbersetzerHet bewijs te leveren van beweringen van de wereld aan de overzijde over het werkzaam zijn in het hiernamaals zal onmogelijk zijn en blijven, want het aardse kan alleen maar met het aardse bewezen worden, maar bovenaards is en blijft iets, wat alleen maar geloofd moet worden, maar nooit bewezen kan worden. En het is dus ook onmogelijk om een echte leer te formuleren over zaken die niet bewezen kunnen worden. De mens kan alleen maar door het raamwerk van een verslag een voorstelling gegeven worden, dat wel met de waarheid overeenkomt, maar nooit als onweerlegbare waarheid neergezet kan worden, zolang de mens bewijzen eist. Hij kan dit wel als waarheid erkennen. Dan geeft de innerlijke stem hem hier opheldering over en geeft aan dat hij gelijk heeft.
Maar als de mens daar verstandsmatig bewijzen van wil hebben en met puur hersenwerk de waarheid wil doorgronden zonder hulp van de heilige geest, dan zal hij de waarheid nooit als zodanig kunnen herkennen. En anders is het niet mogelijk om bewijzen te leveren, die geen twijfel op laten komen over de waarheid van dat, wat door een geestelijke werkzaam zijn veroorzaakt werd.
Maar er zijn toch mensen, die rotsvast overtuigd zijn van dat, wat ze gehoord hebben door krachten in het hiernamaals. Voor wie deze krachten geloofwaardiger zijn dan mensen, die zich puur wetenschappelijk met vragen inlaten, die het hiernamaals betreffen. Bij hen is de oorsprong van hun wijsheid een onderrichting, of een ervaring, of een grondige studie, die echter nooit de volste waarheid garandeert, terwijl deze geestelijke krachten die mensen onderwijzen, die zo weinig mogelijk eigen wijsheden in zich dragen en die daarom zonder verzet in ontvangst nemen, wat de goddelijke geest hun geeft. Want de oorsprong van deze wijsheden moet en kan weer alleen maar God Zelf zijn. Maar wat God onderwijst, behoeft geen bewijs en moet daarom zonder verzet geloofd worden zonder dat er ook maar bewijs geleverd wordt.
Amen
Übersetzer