Kundgabe mit Übersetzung vergleichen
Genützte göttliche Kraft.... Mißbrauchte Kraft....
Der in Sich Leben und Kraft ist, leget solche auch dem Menschen in die Brust und stattet ihn aus mit Fähigkeiten, die von Seiner Liebe und Weisheit zeugen. Er bleibt in immerwährender Verbindung mit ihnen durch Zuwendung jener Kraft, die das Leben des Menschen bedingt. Also ist das, was der Mensch gibt, der Gott in sich trägt, gleichfalls Kraft. Denn durch seine Fähigkeiten vermag er in irgendeiner Weise diese Kraft so zu verwerten, daß dies dem Mitmenschen zum Nutzen gereicht, sofern er die Liebe pflegt. Er kann jedoch auch die Kraft.... die ihm zugeht, ungeachtet dessen, ob er deren würdig ist.... auch in Gott entgegenstrebendem Sinn verwerten, wenn er sie nützet zum Entstehen von Dingen, die dem Nächsten schaden an Leib und Seele. Denn dann ist diese Kraft nicht mehr gleichbedeutend mit Leben, sondern mit dem Tod. Göttliche Kraft in Empfang nehmen zu dürfen ist ein Vorgang, der sich stets und ständig wiederholt. Denn es vergeht keine Sekunde, da der Kraftstrom aus Gott aussetzt, und er kann stets und ständig leben-erweckend genützt werden, wenn das Streben des Menschen immer dem Guten gilt.... Dann wirkt diese Kraft aufbauend, nicht aber zerstörend. Und so nun diese Kraft aus Gott genützt wird zum Aufbau dessen, was in sich zusammenzufallen droht.... wenn vermittels dieser Kraft im Rückgang Begriffenes wieder zur Höhe geleitet wird, dann wirkt diese Kraft wahrhaft leben-erweckend. Es muß immer wieder die Not dessen bedacht werden, der gleichfalls aus Gott ist, aber sich seiner leben-erweckenden Kraft nicht bewußt (ist = d. Hg.).... Er nützet nicht, was ihm geboten wird, und das bedeutet Stillstand des Geistigen in sich.... Oder er nützet es in verkehrter Weise, und das bedeutet Rückgang. Das Leben, das dem Menschen gegeben ward auf Erden, wird ihm erhalten eben durch Zuwendung göttlicher Kraft. Es soll diese Kraft nicht ungenützt bleiben, sie soll aber auch nicht mißbraucht werden.... Genützet wird sie vom Menschen durch jegliche Tätigkeit, und ist die Tätigkeit Gott-gewollt, dann wird also die Kraft im Sinne Gottes gebraucht. Mißbrauchte Kraft aber ist Sünde vor Gott, denn mißbrauchte Kraft ist alles Beginnen, das sich wider Gottes Gesetz richtet, also jede Tat, die der Liebe zu Gott und zum Nächsten entbehrt. Und darum liegt es jedem einzelnen Menschen ob, sich aufbauend im Erdenleben zu beteiligen am göttlichen Schöpfungswerk sowohl als auch an dem das göttliche Schöpfungswerk belebenden Geistigen.... d.h., sich mit seiner Kraft einzusetzen für alles der Seele Zuträgliche. Denn dieser soll die größte Sorge des Menschen gelten. So der Mensch die ihm von Gott vermittelte Kraft dazu verwendet, geistig aufbauend tätig zu sein, nützet er diese Kraft in gottgefälliger Weise, und er wird nun weitgehendst Unterstützung finden, denn es laufen nun Kraftströme zusammen, die außerordentliches Wirken gewährleisten. Es wird nun ein Bau fortgesetzt, zu dem Gott Selbst den Grundstein gelegt hat, indem Er jedem Menschen die Fähigkeit gab, zu erkennen, was dem göttlichen Willen entspricht. Alles, was aufbauend tätig ist, wird leben, denn es nützet die Kraft aus Gott in Ihm gefälliger Weise, und so wird sie ihm nimmermehr entzogen werden, und es wird ihm ein unaufhörliches Leben beschieden sein mit ständiger Entgegennahme göttlicher Kraft und ständigem Nützen dieser nach Seinem Willen....
Amen
Übersetzer
Gebruikte goddelijke kracht – Misbruikte kracht
Degene, Die in Zichzelf leven en kracht is, legt dit leven en deze kracht ook de mensen in de borst en Hij rust hen uit met vaardigheden, die van Zijn liefde en wijsheid getuigen. Hij blijft in voortdurende verbinding met hen door de schenking van deze kracht, waar het leven van de mens uit voortkomt. Derhalve is dat, wat de mens die God in zich draagt geeft, eveneens kracht. Want door zijn vaardigheden is hij in staat om op één of andere manier deze kracht zo te gebruiken, dat het de medemensen tot nut strekt, voor zover hij de liefde beoefent. Maar hij kan dan die kracht, die hem toegestuurd wordt, ongeacht of hij deze waard is ook op een God tegenstrevende manier gebruiken, wanneer hij haar gebruikt voor het ontstaan van zaken, die de naaste zowel aan lichaam als aan ziel schade toebrengt. Want dan staat deze kracht niet meer voor leven, maar voor de dood.
Goddelijke kracht in ontvangst te mogen nemen, is een gebeurtenis, die zich voortdurend herhaalt. Want er gaat geen seconde voorbij, waar de krachtstroom uit God ophoudt en hij kan voortdurend leven opwekkend gebruikt worden, wanneer het streven van de mens steeds het goede betreft. Dan heeft deze kracht een opbouwende werking, en geen verwoestende. En als nu deze kracht uit God gebruikt wordt voor de opbouw van dat, wat dreigt in te storten, wanneer door deze kracht tot stand gebracht wordt, dat het begrip weer van de achteruitgang naar de hoogte geleid wordt, dan werkt deze kracht waarlijk leven opwekkend.
Steeds weer moet er aan de nood van degene, die eveneens uit God is, maar zich niet bewust is van zijn leven opwekkende kracht, gedacht worden. Hij gebruikt niet, wat hem aangeboden wordt en dat betekent stilstand van het geestelijke in zich. Of hij gebruikt het op een verkeerde manier en dat betekent achteruitgang.
Het leven, dat de mens op aarde gegeven werd, blijft juist door deze schenking van kracht in stand. Deze kracht mag niet onbenut blijven, maar ze mag ook niet misbruikt worden. Ze wordt bij elke activiteit door de mens gebruikt en als de activiteit door God gewild is, dan wordt de kracht dus volgens de bedoeling van God gebruikt. Maar misbruikte kracht is een zonde voor God, want misbruikte kracht is elke onderneming, die zich tegen de wil van Gods wet richt, dus elke daad, die de liefde voor God en de liefde voor de naaste ontbeert.
En daarom is het in het aardse leven van elk individueel mens de taak om opbouwend deel te nemen aan het goddelijke scheppingswerk, als ook aan het geestelijke, dat de goddelijke schepping leven geeft. Dat wil zeggen zich met zijn kracht in te zetten voor alles, wat voor de ziel bevorderlijk is. Want dit moet de grootste zorg van de mens zijn. Als de mens de hem door God gegeven kracht gebruikt om geestelijke opbouwend werkzaam te zijn, benut hij deze kracht op een God welgevallige manier en hij zal nu verregaande ondersteuning vinden, want er komen nu krachtstromen bij elkaar, die voor buitengewone werken zorgen.
Er wordt nu een bouw voortgezet, waarin God Zelf de grondsteen gelegd had, doordat Hij elk mens de bekwaamheid gaf om te herkennen, wat met de goddelijke wil overeenkomt. Alles, wat opbouwend werkzaam is, zal leven, want hij gebruikt de kracht uit God op een Hem welgevallige manier en dus zal ze hem nooit ontnomen worden en hem zal een onophoudelijk leven ten deel vallen met een voortdurend in ontvangst nemen van goddelijke kracht en een voortdurend gebruik volgens Zijn wil.
Amen
Übersetzer