Ein offensichtlicher Leichtsinn ist es, das Erdenleben zu betrachten nur vom Gesichtspunkt dessen, was dem Körper zuträglich ist. Es ist ein schweres Beginnen, solchen Menschen den wahren Erdenlebenszweck verständlich zu machen, denn sie werden niemals körperlichen Genuß ausschalten wollen und daher anderen Auffassungen und Belehrungen unzugänglich sein, genügt ihnen doch des Lebens Inhalt, so er in irdischen Genüssen besteht. Aber es wird das Erwachen eines irrenden Menschen furchtbar sein. Denn der Körper wird gar bald den Anforderungen des Erdenlebens nicht mehr gewachsen sein, er wird mit zunehmendem Alter seine Schwächen und Gebrechen erkennen, und es bleibt von dem so wichtig genommenen Erdenleben nichts, was Bestand hat, so seine Außenform, die körperliche Hülle, gebrechlich zu werden beginnt. Er muß nun doch einsehen, daß auch die schönsten irdischen Genüsse an Reiz verlieren, so der Körper nicht mehr die jugendliche Kraft besitzt. Also muß ihm nun auch das Leben öd und leer und nutzlos erscheinen, solange er nur auf den Körper bedacht ist. Und wieder ist es eine Gnadengabe, so der Körper des Menschen immer schneller dem Verfall entgegengeht, denn nun erst ist Hoffnung, daß der Mensch sich mit seinem Geist in Verbindung setzt und Fühlung nimmt mit den Kräften, die sich liebevoll des nun nachdenklich gewordenen Menschen annehmen, ihm die Nutzlosigkeit des bisherigen Lebenswandels vorstellen und ihn zu bewegen versuchen, sich ernstlich mit dem Geistigen, mit der Höherentwicklung der Seele zu befassen. Es wird dem Menschen nun noch zur Genüge Gelegenheit geboten, körperliche Begierden zu unterdrücken oder zu bekämpfen, so er willig ist, d.h. sich den göttlichen Gesetzen unterordnet und nur noch diesen Willen gelten läßt. Es ist aber weitaus verdienstvoller, wenn der Mensch die irdischen Genüsse schon bekämpft, solange er jung und lebensfreudig ist, denn desto eher gelangt er zum Wissen, zur Erkenntnis, denn es ist dann sein Streben in vollster Freiheit des Willens rege geworden, er ist nicht durch körperliche Notlage zum Entsagen gezwungen worden, sondern entsagt diesen Freuden aus eigenem Antrieb, und es wird ihm das sowohl sein Geist, der sich nun mit seinesgleichen einigen kann, als auch seine Seele, die anders zu denken und zu wollen bestimmt wird, danken mit aller Innigkeit, denn nur sie weiß um den rechten Erdenlebenszweck, erkennt sie auch die furchtbare Notlage der diesem Leben entrissenen und unvollkommenen Geistwesen, die aber dem Menschen erst vor Augen geführt werden muß, soll er sich frei machen können von der Macht, die ihn hindert auf dem Weg nach oben....
Amen
ÜbersetzerHet is een duidelijke lichtzinnigheid om het aardse leven alleen vanuit het gezichtspunt van wat nuttig voor het lichaam is te beschouwen. Het is een moeilijke onderneming om zulke mensen het ware doel van het leven op aarde begrijpelijk te maken, want ze zullen nooit van lichamelijke genoegens af willen zien en daarom zullen ze ontoegankelijk zijn voor andere opvattingen en onderrichtingen. Het leven heeft voor hen voldoende inhoud, als het uit aardse genoegens bestaat.
Maar het ontwaken van een dwalend mens zal vreselijk zijn. Want het lichaam zal heel spoedig niet meer tegen de eisen van het aardse leven opgewassen zijn. Hij zal met het ouder worden zijn zwakheden en gebreken beseffen en er blijft van het aardse leven, waar zoveel belang aan gehecht wordt, niets over van wat duurzaam is, als zijn uiterlijke vorm, het lichamelijke omhulsel, gebrekkig begint te worden. Hij moet nu toch inzien, dat ook de prettigste aardse genoegens aan aantrekkingskracht verliezen, als het lichaam niet meer de jeugdige kracht bezit. Dus moet het leven nu ook doods en leeg en nutteloos voor hem lijken, zolang hij enkel aan zijn lichaam denkt.
En het is weer een genadegave, als het lichaam van de mens steeds sneller de aftakeling tegemoet gaat, want nu pas is er de hoop, dat de mens zich met zijn geest in verbinding stelt en contact zoekt met de krachten, die het nu nadenkend geworden mens liefdevol aannemen, hem de nutteloosheid van zijn huidige levenswandel laten zien en hem proberen te bewegen om zich ernstig met het geestelijke, met de opwaartse ontwikkeling van de ziel bezig te houden. Er wordt de mens nog voldoende gelegenheid geboden om de lichamelijke begeerten te onderdrukken of te bestrijden als hij gewillig is, dat wil zeggen, dat hij zich aan de goddelijke wetten onderwerpt en alleen nog deze wil laat gelden.
Maar het is veel verdienstelijker, wanneer de mens de aardse genoegens al bestrijdt, zolang hij jong is en vol levensvreugde zit, want des te eerder komt hij tot kennis, tot inzicht, want zijn streven is dan in volledige vrijheid van de wil actief geworden. Hij werd niet door een lichamelijke noodsituatie tot ontzegging gedwongen, maar hij ontzegt zich deze vreugden uit eigen beweging en zowel zijn geest, die zich nu met zijn gelijken verenigen kan, als ook zijn ziel, die ertoe gebracht wordt om anders te denken en te willen, zullen hem nu met alle vurigheid bedanken, want alleen zij kennen het juiste doel van het aardse leven. Zij herkennen ook de vreselijke noodsituatie van het uit dit leven weggerukt en onvolmaakt geestelijk wezen. Maar dit moet de mens eerst onder ogen gebracht worden, als hij zich vrij moet kunnen maken van de macht, die hem hindert op de weg naar boven.
Amen
Übersetzer