Um die Entfernung von Gott zu verringern, muß der Mensch sich des Abstandes von Ihm bewußt sein und also die Trennung drückend oder schmerzvoll empfinden, dann wird er eine Änderung des ihn nicht befriedigenden Zustandes anstreben und nun also bewußt an sich arbeiten in der Erkenntnis, daß sein eigener Reifezustand gehoben werden muß, um die Entfernung von Gott zu verringern. Es ist also die Selbsterkenntnis erste Bedingung zur bewußten Seelenarbeit, diese aber gerade am wenigsten bei den Menschen zu finden, denn sie halten sich nicht für fehlerhaft, und daher tun sie auch nichts zur Hebung ihres Geisteszustandes. Es ist außerordentlich schwer, das Gefühl der Vortrefflichkeit im Menschen zu erschüttern, und doch ist dies ebenso nötig, denn erst der seine Mängel erkennende Mensch legt selbst Hand an, diese Mängel zu beheben. Und wieder ist der Wille zur Wahrheit unbedingt nötig, denn der wahrheitsliebende Mensch gibt sich selbst Rechenschaft über sein Denken und Handeln, und er übt Kritik, also ist es verständlich, daß der Mensch, dessen Herz die Wahrheit anstrebt, dem rechten Weg nahe ist, denn sein Gedankengang wird so geleitet, daß er sich erkennt und folglich auch eine Veränderung seines Wesens anstrebt. Und so er also seine Mängel erkennt, wird er klein und demütig, er möchte diese beheben und wendet sich bittend an Gott um Kraft, und so nähert er sich schon der ewigen Gottheit, denn er will zu Gott.... Er erkennt seinen unwürdigen Zustand und möchte ihm entfliehen.... Er fühlt, daß er allein dazu nicht fähig ist und fordert also die göttliche Gnade an, und nun wird der Abstand von Gott immer geringer, denn so dem Menschen die Kraft aus Gott zugeht, die er für sein geistiges Wohl anfordert, erfaßt ihn auch die Liebe Gottes und macht sein Herz liebefähig.... Und die Liebe wieder bringt ihn immer näher zu Gott, die Liebe hebt den Abstand von Gott zuletzt gänzlich auf, die Liebe stellt die Vereinigung her.... Es hat der Gang auf Erden nun endgültig zuwege gebracht, daß der Mensch seinen Gott entgegenstrebenden Willen aufgegeben hat und aus eigenem Willen sich seinem Vater von Ewigkeit her wieder verbunden hat, also erlöst ist aus endlos langer Gebundenheit....
Amen
ÜbersetzerOm de verwijdering van God te verminderen, moet de mens zich bewust zijn van de afstand tot Hem en de scheiding dus als bedrukkend of smartelijk ervaren. Dan zal hij een verandering van de voor hem niet bevredigende toestand nastreven en nu dus bewust aan zichzelf werken in het besef, dat zijn eigen rijpheidstoestand verhoogd moet worden om de afstand tot God te verminderen.
Zelfkennis is dus de eerste voorwaarde voor een bewuste arbeid aan de ziel. Maar juist deze zelfkennis is het minst bij de mensen te vinden, want ze houden zich niet voor iemand met gebreken en daarom doen ze ook niets voor de verheffing van hun geestelijke toestand. Het is buitengewoon moeilijk om het gevoel van voortreffelijkheid in de mens te verstoren en toch is juist dit nodig, want pas de mens, die zijn gebreken herkent, helpt zichzelf om deze gebreken uit de weg te ruimen.
En weer is de wil om de waarheid te kennen absoluut nodig, want de mens, die de waarheid liefheeft, geeft zichzelf rekenschap over zijn denken en handelen en hij is kritisch. Daarom is het begrijpelijk, dat de mens, wiens hart de waarheid nastreeft, dicht bij de juiste weg is, want zijn gedachtegang wordt zo geleid, dat hij zichzelf herkent en bijgevolg ook een verandering van zijn wezen nastreeft. En als hij dus zijn gebreken inziet, wordt hij klein en deemoedig. Hij zou deze gebreken graag opheffen en wendt zich vragend tot God om kracht en zo nadert hij de eeuwige Godheid al, want hij wil naar God. Hij beseft zijn onwaardige toestand en zou hem graag ontvluchten.
Hij voelt dat hij er niet alleen toe in staat is en vraagt om de goddelijke genade. En nu wordt de afstand tot God steeds minder, want als de mens de kracht uit God toegestuurd wordt, die hij voor zijn geestelijk welzijn vraagt, grijpt de liefde van God hem ook en maakt zijn hart bekwaam om lief te hebben. En de liefde brengt hem weer steeds dichter bij God. De liefde heft de afstand tot God tenslotte helemaal op. De liefde brengt de vereniging tot stand. De gang over de aarde heeft nu voorgoed tot stand gebracht, dat de mens zijn God tegenstrevende wil opgegeven heeft en zich weer uit eigen wil met zijn Vader van eeuwigheid af verbonden heeft, dus verlost is van een eindeloos lange gebondenheid.
Amen
Übersetzer