Ohne Vorkenntnisse zu haben, nimmt der Mensch, dessen Geist wohlgeordnet ist, ein erstaunliches Wissen als geistiges Eigentum entgegen, und es ist dies ein Beweis der Tätigkeit fremder Geisteskräfte. Es kann dieser Schatz jedoch nicht gehoben werden, wenn nicht der Wille zu empfangen stark ist; also das völlige Öffnen des Herzens ist erste Bedingung. Und in ein geöffnetes Gefäß wird nun die Kraft aus Gott sich ergießen. Sie steht dem Erdenkind zur Verfügung, so sie erbeten und empfangen wird. Es ist die Kraft des hl. Geistes nicht eine Illusion, sondern sie ist etwas wirklich Spürbares, das der Mensch sich aneignen kann, wenn sein Wille danach gerichtet ist und sein Herz danach verlangt. Denn es werden dann die Gedanken des Menschen so geordnet, daß sie niedergeschrieben werden können, um gleichzeitig der Menschheit vermittelt werden zu können. Alles Geistige wirkt durchdringend.... Es ist nicht irgendwo zu Ende, sondern pflanzt sich ständig fort, es wird eine Kraft weitergeleitet, die von Gott ausgeht und stets und ständig belebend wirkt. Alles, was Menschenwerk ist, hat ein Ende, was aber von Gott ausgeht, kann nie ein Ende haben.... Es geht seinen Weg über unzählige Wesenheiten, kann immer und überall empfangen werden und muß sich stets belebend auswirken. Es vermittelt die Kraft des hl. Geistes das Wort Gottes den Menschen.... Also muß das Wort Gottes Ewigkeitsdauer haben, es kann nie und nimmer vergehen, denn es bleibt ewig das, was es ist.... göttliche Kraft, die Ausstrahlung der göttlichen Liebe, die eben nur dann vermittelt werden kann, wenn sie bewußt begehrt wird. Und daher kann die Kraft des hl. Geistes nicht geleugnet werden, denn es ist der Beweis des Wirkens sichtbar und unvergänglich.... Es ist alles das, was der Geist aus Gott gelehrt hat, niedergeschrieben, und es wirket dieses wieder weiterhin als Kraft.... Es belebt den Menschen, der seinerseits wieder göttliche Gabe begehrt, der sein Herz öffnet und die Ausstrahlung göttlicher Liebe in sich eindringen läßt.... Er wird die gleiche Kraft verspüren, es werden die Gedanken dessen gleichfalls wohlgeordnet sein, so er empfangsbereit ist und in der Liebe steht.... Er wird nun auch am Born des Lebens schöpfen können und Weisheit und Gnade in sich aufnehmen. Und also wirket das Wort Gottes.... das aufgenommen ist von einem empfangswilligen, in der Liebe stehenden Erdenkind.... stets in der gleichen Art.... Es vermittelt dem Hörer die Kraft aus Gott, so er es mit hungrigem Herzen entgegennimmt. Doch es wird keinen Eindruck hinterlassen auf die Menschen, die unerweckten Geistes sind, die weder göttliche Kraft noch Gnade anfordern, denn in ihnen kann der Geist aus Gott noch nicht wirksam sein; sie nehmen die Worte hin als leeren Schall und bleiben völlig unbeeindruckt....
Amen
ÜbersetzerZonder voorkennis te hebben, neemt de mens, wiens geest goed geordend is, een verbazingwekkende hoeveelheid kennis als geestelijk eigendom in ontvangst en dit is een bewijs voor de werkzaamheid van vreemde geestelijke krachten. Deze schat kan echter niet opgegraven worden, als de wil om te ontvangen niet sterk is. Dus het volledig openen van het hart is de eerste voorwaarde. En de kracht uit God zal zich nu in een geopend vat uitstorten. Ze staat het mensenkind ter beschikking, als ze gevraagd en ontvangen wordt.
De kracht van de heilige geest is geen illusie, maar ze is iets werkelijk voelbaars, dat de mens zich eigen kan maken, als zijn wil daarop gericht is en zijn hart ernaar verlangt. Want de gedachten van de mens worden zo geordend, dat ze opgeschreven kunnen worden om tegelijkertijd op de mensheid overgedragen te kunnen worden. Al het geestelijke werkt doordringend. Het loopt nergens ten einde, maar plant zich voortdurend voort. Een kracht, die van God uitgaat en voortdurend tot leven wekkend werkt, wordt verder geleid.
Alles, wat mensenwerk is, heeft een einde, maar wat van God uitgaat, kan nooit een einde hebben. Wat van God uitgaat, gaat zijn weg via talloze wezens, kan altijd en overal ontvangen worden en moet steeds een tot leven wekkende uitwerking hebben. De kracht van de heilige geest geeft het woord van God aan de mensen. Dus moet het woord van God eeuwig duren. Het kan nooit en te nimmer vergaan, want het blijft eeuwig dat, wat het is, goddelijke kracht. De uitstraling van de goddelijke liefde, die pas dan overgedragen kan worden, wanneer er bewust naar verlangd wordt. En daarom kan de kracht van de heilige geest niet ontkend worden, want het bewijs van het werkzaam zijn is zichtbaar en onvergankelijk.
Alles, wat de geest uit God onderwezen heeft, is opgeschreven en dit werkt voortaan weer als kracht. Het wekt de mens op, die van zijn kant weer naar de goddelijk gave verlangt, die zijn hart opent en de uitstraling van goddelijke liefde in zich binnen laat dringen. Hij zal dezelfde kracht bespeuren, de gedachten van hem zullen eveneens goed geordend zijn, als hij bereid is om te ontvangen en in de liefde staat. Hij zal nu ook uit de bron van het leven kunnen putten en wijsheid en genade in zich opnemen.
En zodoende werkt het woord van God, dat opgenomen is door een mensenkind, dat bereidwillig is om op te nemen en in de liefde staat, steeds op dezelfde manier. Het geeft de luisteraar de kracht uit God, als hij het met een hongerig hart in ontvangst neemt. Maar het zal geen indruk op de mensen achterlaten, van wie de geest nog niet opgewekt is. Die noch om goddelijke kracht, noch om genade vragen, want in hen kan de geest uit God niet werkzaam zijn. Ze nemen de woorden op als holle klank en raken totaal niet onder de indruk.
Amen
Übersetzer