Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Zerstörungswerk durch Menschenhand....

Es ist nichts im Weltall verborgen vor dem Herrn. Es ist kein Schöpfungswerk, das nicht in seinen feinsten Bestandteilchen vom ewigen Schöpfer erkannt und gewollt wäre; es ist nichts darin, was sich Seinem Willen entzieht. Es gibt nichts Willkürliches, nichts, das entstanden wäre ohne den Willen und das Wissen des Herrn. Es kann sonach nichts seinen Entwicklungsweg gehen, ohne ständig vom ewigen Schöpfer betreut zu werden, da ohne Seinen Willen nichts geschieht und auch nichts gegen die göttliche Ordnung verstoßen kann. Denn es wird vom Willen des Schöpfers das gesamte Schöpfungswerk bestimmt, und es hat keine Macht Gewalt über das Geringste, was Gott geschaffen hat. Es ist also nun zu verstehen, daß jeglicher Vorgang auf Erden sowohl als auch außerhalb der Erde dem Willen Gottes gemäß sich abspielt, soweit er naturmäßig erkennbar ist.... also Vorgänge, die mit menschlicher Handlungsweise nichts zu tun haben, welche den freien Willen des Menschen zur Voraussetzung haben. Gottes Wille äußert sich überall, in jeder Pflanze und jeder Blume, in jedem Lebewesen, in jedem naturmäßigen Vorgang, in allem, was in, auf und über der Erde vorgeht, woran der menschliche Wille unbeteiligt ist. Jedoch kann die Gegenmacht sich nicht an den Schöpfungswerken erproben, sie ist völlig unbeteiligt daran, wenngleich es scheinen mag, als seien schlechte Kräfte tätig, sofern Vernichtungswerke oder Naturkatastrophen das Walten einer großen Macht erkennen lassen. Es kann diese Gegenmacht nur den Willen des Menschen beeinflussen, sich Mittel zu schaffen und sich dieser dann zu bedienen, um gleichfalls vernichtend und zerstörend wirken zu können. Doch diese Schöpfungswerke entstehen durch den freien Willen von Menschenhand, sind also weder Gott-gewollt, noch von Gott gesegnet, da sie immer nur der Einwirkung böser Macht auf den menschlichen Willen zuzuschreiben sind. Denn Gott bedienet Sich nicht solcher Mittel, um zu zerstören. Es genügt Sein Wille, und es sind alle Elemente ihm untertan.... Niemals aber kann etwas Seinem Willen entsprechen, was wider Seine Gebote gerichtet ist.... das Leben oder Hab und Gut des Nächsten zu schädigen oder zu vernichten.... Es ist alles von Gott geschaffen, und Menschenhand soll nicht eingreifen in Seinen Schöpfungswillen. Es ist alles von Gott gegeben, und Menschenwille soll nicht zerstören oder Besitz nehmen dem Mitmenschen.... Wo jedoch der Zerstörungsakt notwendig ist, ist Gottes Kraft und Macht wahrlich groß genug, um der Notwendigkeit entsprechen zu können....

Und so wird Er Sein Angesicht abwenden von jeglichem Zerstörungswerk, das von Menschenhand ausgeführt wird und das den Mitmenschen schädigen soll. Es ist Sein Wille, daß ihr euch liebet untereinander und einer dem anderen Liebes zu tun bemüht ist. Ihr sollet alles Unheil voneinander abwenden, nicht aber euch gegenseitig solches zufügen. Und so einer des anderen Recht bricht, so er ihn zwingt, sich zur Wehr zu setzen, begeht er die größte Sünde, denn er achtet nicht jenes Gebot, das der Herr als Erstes und Einzigstes den Menschen gegeben hat.... Er liebet weder Gott noch seinen Nächsten und wendet seinen Willen an, dem Widersacher zu dienen, der Haß und Lieblosigkeit säet, um die Seelen zu vergiften. Er ist in dessen Dienst getreten und säet gleichfalls Haß und Lieblosigkeit unter die Menschen. Des Schöpfers Liebe ließ alles erstehen, der Widersacher selbst hat keinerlei Macht über die Schöpfungswerke Gottes, also bedient er sich des freien Willens der Menschen, um göttliche Schöpfungen zu vernichten. Und Gott gebietet dem freien Willen des Menschen nicht, bis die Zeit der Reife gekommen ist.... bis die Stunde gekommen ist, da der Herr dem Treiben des Widersachers Einhalt gebietet....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Vernietigingswerk door mensenhand

In het heelal is er niets verborgen voor de Heer. Er is geen scheppingswerk, dat niet in zijn fijnste bestanddelen door de eeuwige Schepper erkend en gewild was. Er is niets in het heelal, dat zich aan Zijn wil onttrekt. Er is niets willekeurigs. Niets, dat ontstaan zou zijn zonder de wil en het weten van de Heer. Er kan dus niets zijn ontwikkelingsgang gaan, zonder voortdurend door de eeuwige Schepper geleid te worden, omdat er zonder Zijn wil niets gebeurt en ook niets in strijd met de goddelijke ordening kan handelen. Want het totale scheppingswerk wordt door de wil van de Schepper bepaald en er heeft geen macht gezag over het kleinste, wat God geschapen heeft.

Het valt nu dus te begrijpen, dat elk voorval op aarde, zowel als ook buiten de aarde, zich overeenkomstig de wil van God afspeelt, in zoverre het in de natuur herkenbaar is. Dus voorvallen, die niets van doen hebben met de menselijke handelwijze, welke de vrije wil van de mens als voorwaarde hebben. Gods wil uit zich overal, in elke plant en elke bloem, in elk levend wezen, in elke natuurlijke gebeurtenis. In alles, wat zich in, op en boven de aarde afspeelt, waarbij de menselijke wil niet betrokken is.

De tegenstander kan zich echter niet aan de scheppingswerken testen. Ze is er helemaal niet bij betrokken, ofschoon het lijken mag alsof slechte krachten werkzaam zijn, voor zover vernietigingswerken of natuurcatastrofen het heersen van een grote macht laten herkennen. Deze tegenstander kan slechts de wil van de mensen beïnvloeden om zich middelen te verschaffen en zich dan hiervan te bedienen om eveneens vernietigend en verwoestend te kunnen werken.

Maar deze scheppingswerken ontstaan door de vrije wil door mensenhand. Ze zijn dus noch door God gewild, noch door God gezegend, omdat ze steeds alleen aan de inwerking van de kwade macht op de menselijke wil toe te schrijven zijn. Want God bedient zich niet van zulke middelen om te verwoesten. Zijn wil is voldoende en alle elementen zijn aan Hem onderworpen.

Maar nooit kan iets met Zijn wil overeenkomen, wat tegen Zijn geboden gericht is, zoals het leven of have en goed van de naasten schade te berokkenen of te vernietigen. Alles is door God geschapen en de menselijke hand moet niet in Zijn wil om te scheppen ingrijpen. Alles is door God gegeven en de menselijke wil moet niet verwoesten of bezit nemen van de medemensen.

Waar de verwoesting echter nodig is, is de kracht en macht van God waarlijk groot genoeg om aan de noodzaak te kunnen beantwoorden. En daarom zal Hij Zijn gelaat van elk werk van verwoesting afwenden, dat door mensenhand uitgevoerd wordt en dat de medemensen beschadigen moet. Het is Zijn wil, dat jullie elkaar liefhebben en dat de één zich inspant om de ander liefde te bewijzen. Jullie moeten alle onheil van elkaar afwenden, maar deze elkaar niet wederzijds berokkenen.

En wanneer de één het recht van de ander schendt, als hij hem dwingt om zich teweer te stellen, begaat hij de grootste zonde, want hij eerbiedigt het gebod niet, dat de Heer als eerste en enige aan de mensen gegeven heeft. Hij heeft noch God noch zijn naaste lief en gebruikt zijn wil om de tegenstander te dienen, die haat en liefdeloosheid zaait om de zielen te vergiftigen. Hij is in diens dienst getreden en zaait eveneens haat en liefdeloosheid onder de mensen.

De liefde van de Schepper liet alles ontstaan. De tegenstander zelf heeft geen enkele macht over de scheppingswerken van God, dus bedient hij zich van de vrije wil van de mensen om de goddelijke schepping te vernietigen. En God gebiedt de vrije wil van de mens niet, tot de tijd van rijpheid gekomen is. Tot het moment gekomen is, dat de Heer het doen en laten van de tegenstander een halt toeroept.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling