Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Geistiges Wissen (Resümee).... Aufgabe der lehrenden Wesen....

Das geistige Wissen umfasset die undenklichsten Resümees, und es ist ein in solchem Wissen Vorgebildeter niemals außergewöhnlich gedanklich tätig. Nur das öftere Horchen nach innen wird ihm zur Aufgabe gemacht, und so sind die Ergebnisse also im Herzen empfangen und sollen auch vom Herzen vermittelt werden. Der Verstand verarbeitet nun dieses vom Herzen Aufgenommene und tut gut daran, keine eigenen Verbesserungen des ihm klar Gebotenen vornehmen zu wollen. Einfach, schlicht und verständlich äußert sich der Gottesgeist im Menschen, und gerade deshalb kann das empfangene göttliche Wort Zeiten überdauern und Eingang finden überall.... Das Denken des Menschen verbildet sich mitunter, das Empfinden des Herzens aber wird ewig das gleiche bleiben, so der Wille im Menschen nach Wahrheit und göttlicher Weisheit verlangt. Wenn nun ein so außergewöhnliches Wissen einem Menschen vermittelt wird, so geschieht das nicht allein dieses einen Menschen wegen, sondern es ist dieser nur der Mund, durch den der Herr zu Seinen Geschöpfen spricht. Er bedienet Sich nur dessen, um den Menschen die Glaubensfreiheit nicht strittig zu machen, vermittelt aber immer nur Sein Wort, die Äußerungen Seines Willens, durch Menschenmund.... Und dieses Wort kann nicht in begrenztem Umfang vermittelt werden, weil alles Bemessene, Karge oder Begrenzte nicht göttlich genannt werden könnte.... Gottes Wort ist ohne Ende, gleichwie Seine Kraft und Macht niemals ein Ende finden wird.... Und also braucht das Erdenkind nur empfangen wollen, so geht ihm das Wort unbegrenzt zu und also durch das Wort auch das Wissen.... Und es muß sonach das Wissen sich über alle Gebiete erstrecken, und es kann ihm kein Ende gesetzt sein von Gott aus.... solange der Mensch selbst diesem Empfangen kein Ende setzt durch seinen Willen. Die Lehrtätigkeit der jenseitigen Wesen ist also gleichfalls eine nie endende Aufgabe, die aber für das lehrende Wesen eine Auszeichnung bedeutet, weil es ein indirektes Empfangen und Weiterleiten göttlicher Kraft ist, das unglaublich beseligend ist für dieses lehrende Wesen und also gewissermaßen ein Seligkeitszustand bleibt, solange der gebende und der empfangende Teil im Kontakt bleibt.... Denn unweigerlich muß alles, was von Gott ausgeht.... was Gott gibt.... für das Wesen, das empfängt, ein Seligkeitsgefühl auslösen. Und begreiflicherweise muß sich auch alles Wissen beseligend auswirken, denn der Rechtlich-Denkende wird dieses Wissen immer verwenden wollen zum Unterweisen der Unwissenden; er wird gleichfalls austeilen wollen, was er empfangen hat, und es wird das Geben für ihn ein seliger Zustand sein, er hat Weisheit empfangen und ist also Kraftträger geworden und als solcher empfangend und gebend.... und also ein Werkzeug Gottes, das Ihm dienet ohne Unterlaß....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Geestelijke kennis (conclusie) – Opdracht van de onderwijzende wezens

De geestelijke kennis omvat de onnoemelijkste conclusies en iemand, die met zo’n kennis gevormd is, is nooit buitengewoon actief met zijn gedachten. Slechts het vaker aandachtig luisteren naar de innerlijke stem is hem tot opdracht gemaakt. En zo worden de resultaten dus in het hart ontvangen en moeten ze ook door het hart overgedragen worden. Het verstand verwerkt nu datgene, wat door het hart opgenomen is en het doet er goed aan om zich niet voor te nemen eigen verbeteringen aan te willen brengen aan hetgeen hem duidelijk geboden is.

Eenvoudig, sober en begrijpelijk komt de geest van God tot uiting in de mens en juist daarom kan het ontvangen goddelijke woord tijden doorstaan en overal ingang vinden. Het denken van de mens is soms misvormd, maar het ervaren van het hart zal eeuwig hetzelfde blijven, als de wil in de mens naar waarheid en goddelijke wijsheid verlangt.

Als nu een zo buitengewoon weten aan een mens gegeven wordt, dan gebeurt dat niet alleen ter wille van één mens, want dit is alleen maar de mond, waardoor de Heer tot Zijn schepselen spreekt. Hij bedient zich alleen maar van deze mens om de vrijheid van geloof van de mens niet in gevaar te brengen, maar geeft Zijn woord, die uitingen zijn van Zijn wil, steeds alleen maar door de mond van een mens.

En dit woord kan niet in beperkte omvang gegeven worden, omdat al het gedoseerde, karige of begrensde niet goddelijk genoemd zou kunnen worden. Gods woord is eindeloos, zoals Zijn kracht en macht nooit een einde vinden zal. En dus hoeft het mensenkind alleen maar te willen ontvangen en dan wordt het woord hem onbeperkt toegestuurd en dus door het woord ook de kennis. En dus moet de kennis zich over alle gebieden uitstrekken en er kan hier van God uit geen einde aan gemaakt worden, zolang de mens zelf door zijn wil geen einde aan dit ontvangen maakt.

De onderwijzende werkzaamheid van de wezens in het hiernamaals is dus eveneens een nooit eindigende opdracht, die echter voor het onderwijzende wezen een onderscheiding betekent, omdat het een indirect ontvangen en doorgeven van goddelijke kracht is, dat ongelofelijk zaligmakend is voor dit onderwijzende wezen en die dus om zo te zeggen in een zalige toestand blijft, zolang het gevende en ontvangende deel met elkaar in contact blijven. Want onvermijdelijk moet alles, wat van God uitgaat, wat God geeft, voor het wezen dat ontvangt, een gevoel van zaligheid teweegbrengen.

En begrijpelijkerwijs moet ook alle kennis een zaligmakende uitwerking hebben, want de weldenkende mens zal deze kennis altijd willen gebruiken voor het onderwijzen van de onwetenden. Hij zal eveneens uit willen delen, wat hij ontvangen heeft en het geven zal voor hem een zalige toestand zijn. Hij heeft wijsheid ontvangen en is dus drager van kracht geworden en als zodanig ontvangend en gevend. En dus een werktuig van God, dat Hem onophoudelijk dient.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling