• Zurück

Unterstützung der Seele.... Ohne solche schweres Ringen....

Es ringet die Seele um ihre Befreiung, und es ist der Kampf nicht leicht. Deshalb gewähret dir der Herr jede Unterstützung, und so die Seele willig ist, verspüret sie auch die Hilfe und zieht größten Nutzen davon. Die Seele aber, die sich sträubet, muß den Kampf gegen die feindliche Macht selbst ausfechten und steht daher in größter Not. Um nun ihren Widerstand zu besiegen, um den Willen solcher Seelen gefügig zu machen, legt ihr der Herr Leiden und Drangsal aller Art auf in der Absicht, daß dieses günstig einwirke und den Widerstand erlahmen lasse. Und daher haben gerade Menschen, die in dauernder Abwehr der ihnen zugänglichen Gnade leben, oft ein schweres irdisches Los, das sich in verschiedener Art äußert. Es geschieht nicht selten, daß alle Bemühungen der jenseitigen Geistwesen, diesen Seelen zu helfen, glatt abgewiesen werden und daß also der Mensch glaubt, ohne jegliche geistige Hilfe das Leben zu meistern.... daß er offensichtlich alle Hinweise ablehnt, durch die ihm Hilfe geboten werden könnte, und daß ihn die Zuwendung des göttlichen Wortes nicht dankend aufjauchzen läßt, weil seines Erachtens nach alles Göttliche zu hoch und also zu weit entfernt ist, als daß Es Sich so sichtlich mit den Menschen auf Erden verbinden könnte. Und so schalten sie jede direkte Hilfe aus, und der Begriff Gnade ist ihnen unverständlich, sollten sie ihn auf ihr tägliches Leben anwenden. Nur ein unmittelbares geistiges Erleben befreit sie von dieser irrigen Ansicht, und wiederum werden gerade solche Menschen viel zu nüchtern denkend sein, als daß sie ein übersinnliches Wirken anerkennen wollen, und sie weisen so kurzerhand lieber alles ab, als daß sie es prüfen möchten. Und so wird es um eine solche Seele schlimm bestellt sein, die von keiner Seite eine Hilfe annehmen will und doch wieder selbst zu schwachen Glauben besitzt, um sich selbst mit geistiger Kraft in Verbindung zu setzen. Sie ringen und ringen auf Erden und suchen, ihre Ansicht als allein richtig hinzustellen, und dies ist so ungeheuer belastend für die Seele, ist doch ihr schweres Ringen auf der Erde ohne jeden Erfolg und befreit sie schwerlich aus ihrer qualvollen Lage. Und einer solchen Seele zu helfen ist überaus schwer, denn sie erkennet nichts an, als was sie sichten und fühlen kann, also auch nicht die offensichtliche Zuwendung von göttlichen Gnaden.... Und so setzet sie sich verständlicherweise auch nicht in den Genuß solcher Gnadenzuwendung und verharrt nach wie vor in gleicher Finsternis des Geistes so lange, bis der Mensch weich und nachgiebig geworden ist und die dargebotene Gnade aus des Vaters Hand willig entgegennimmt, um einzig und allein der Seele aus Not und Bedrängnis zu helfen....

Amen

Ondersteuning van de ziel – Zonder dit is het een zware strijd

De ziel strijdt om haar bevrijding en de strijd is niet gemakkelijk. Daarom geeft de Heer jou alle ondersteuning en als de ziel bereidwillig is, wordt ze ook de hulp gewaar en heeft ze er het grootste voordeel van. Maar de ziel, die zich verzet, moet de strijd tegen de vijandelijke macht zelf uitvechten en verkeert daarom in de grootste nood.

Om nu hun weerstand te overwinnen, om de wil van zulke zielen gewillig te maken, legt de Heer hun leed en kwelling van allerlei soort op met de bedoeling, dat dit een gunstige uitwerking heeft en de weerstand af laat nemen. En daarom hebben juist mensen, die in voortdurende weerstand tegen de voor hen toegankelijke genade leven, vaak een zwaar aards lot, dat zich op verschillende manieren uit.

Het gebeurt niet zelden, dat alle pogingen van de geestelijke wezens in het hiernamaals om deze zielen te helpen, direct afgewezen worden en dat de mens dus gelooft om zonder elke geestelijke hulp het leven aan te kunnen. Dat hij duidelijk alle wenken afwijst, door welke hem hulp geboden zou kunnen worden en dat de schenking van het goddelijke woord hem niet dankbaar in juichen uit laat barsten, omdat naar zijn mening al het goddelijke te hoog en dus te ver verwijderd is om zich duidelijk met de mensen op aarde te kunnen verbinden.

En zo schakelen ze elke directe hulp uit, en het begrip genade is voor hen onbegrijpelijk, als ze het in hun dagelijkse leven toe zouden moeten passen. Slechts een direct geestelijk ondervinden bevrijdt hen van deze verkeerde mening en wederom zullen juist zulke mensen veel te nuchter denken om een bovennatuurlijk werkzaam zijn te willen erkennen en ze wijzen liever resoluut alles af, dan dat ze het zouden willen onderzoeken. En zo zal het ernstig met zo’n ziel, die van geen enkele kant hulp aanvaarden wil, gesteld zijn en toch bezit ze zelf weer een te zwak geloof om zichzelf met geestelijke kracht in verbinding te stellen.

Ze strijden en vechten op aarde en proberen hun mening als de enig juiste neer te zetten en dit is zo ontzettend belastend voor de ziel, want haar toch zo zware strijd op aarde is zonder enig succes en bevrijdt haar moeilijk uit haar kwellende toestand. En het is buitengewoon moeilijk om zo’n ziel te helpen, want ze erkent niets, dan wat ze zien en voelen kan, dus ook niet de duidelijke schenking van goddelijke genade.

En dus ontvangt ze begrijpelijkerwijs ook niet het genot van zo’n genadegift en blijft ze, zoals voorheen, net zo lang in dezelfde duisternis van de geest, totdat de mens zacht en meegaand geworden is en ze de aangeboden genade uit de hand van Vader bereidwillig in ontvangst neemt om enkel en alleen de ziel uit haar nood en benauwdheid te helpen.

Amen