Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Kindliches Verhältnis.... Formgebet.... Sprache des Herzens....

Wer sich berufen fühlt, dem Herrn zu dienen, und Seine Gnade unaufhörlich erbittet, dem nahet Sich der Herr in jeder Weise, denn er bezeuget seinen Willen zum Wirken für Gott und ziehet sonach durch den Willen auch die Liebe Gottes heran. Und im Gebet um Kraft bekennet er seine Schwäche vor dem Herrn, und das Verhältnis von ihm zu Gott ist das eines Kindes.... und mehr verlangt der Vater im Himmel nicht. Nicht einen einzigen Moment in seinem Erdenleben betrachtet sich ein solches Kind überheblichen Geistes. Es ist demütigen und liebenden Herzens dem Vater im Himmel dankbar für jede Gnadenzuwendung und bleibt sonach ein rechtes Kind vor Gott, Der es schützet vor jeglichem geistigen Rückgang.... Denn wer einmal dieses rechte Verhältnis zu Ihm eingegangen ist, kann sich nicht mehr verirren, d.h. geistig überheblich dem Vater im Himmel gegenüber sein. Denn durch sein demütiges Flehen um Gottes Gnade gelanget er zur Weisheit, und alle Weisheit läßt ihn die Größe des Vaters im Himmel immer mehr erkennen und machet ihn stets demütiger und liebeverlangender. Und darum hat alles geistige Wissen, alles Höher-Entwickeln und Erreichen des Vollkommenheitszustandes immer das kindliche Verhältnis des Menschen zum Vater als Voraussetzung, und das Gebet im Geist und in der Wahrheit ist wiederum das sichtbare Zeichen dessen, daß das Erdenkind dieses Verhältnis zum Vater eingegangen ist. Doch der Formgebete achtet der Herr nicht, denn es töten diese jegliches Empfinden der Liebe.... Es kann nicht im Geist und in der Wahrheit beten, der sich dazu vorgeschriebener Worte bedient, die nicht aus tiefstem Herzen kommen, denn sie geben nicht das eigene Denken, sondern fremdes Denken wieder.... Es soll der Mensch in innigster Verbundenheit mit dem Vater sich Diesem gegenüber so äußern, wie seines Herzens Empfinden ist, er soll den Vater wahrhaft als Vater betrachten und zu Ihm kommen mit allen seinen kleinen Sorgen und Anliegen, und ebendiese innige Fühlungnahme (mit dem Vater) wird wahre Andacht auslösen, und es wird ein solches Gebet nicht bloße Form sein.... Denn dazu gab Gott den Menschen den Verstand, daß sie selbst tätig sein sollen und ihren Geist zur Höhe senden. So sich der Mensch einer Form bedienet, spricht nicht sein Herz zum Vater, sondern er erfüllet wieder nur eine ihm auferlegte Pflicht, und (es = d. Hg.) kann dieses Gebet vor Gott nicht den rechten Wert haben, will doch der Vater als Vater angerufen werden und die Stimme Seines Kindes vernehmen in kindlichster Art.... einfach, innig und vollvertrauend zur Liebe und Allmacht Dessen, Dem das Gebet gilt....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Kinderlijke verhouding – Vormgebed – Taal van het hart

De Heer nadert degene, die zich geroepen voelt om de Heer te dienen en onophoudelijk om Zijn genade vraagt, op elke manier, want hij getuigt van zijn wil om voor God te werken en trekt dus door die wil ook de liefde van God naar zich toe. En in het gebed om kracht erkent hij zijn zwakte voor de Heer en de verhouding van hem tot God is die van een kind. En meer verlangt de Vader in de hemel niet. Niet één enkel moment in zijn aardse leven bekijkt zo’n kind zich met een aanmatigende blik. Het is met een deemoedig en liefhebbend hart de Vader in de hemel dankbaar voor elk genadegeschenk en blijft dus een waar kind voor God, Die het beschermt tegen elke geestelijke achteruitgang.

Want wie eenmaal deze juiste verhouding met Hem is aangegaan, kan nooit meer verdwalen. Dat wil zeggen, geestelijk aanmatigend zijn ten opzichte van de Vader in de hemel. Want door zijn deemoedig smeken om Gods genade komt hij tot wijsheid. En alle wijsheid laat hem de grootte van de Vader in de hemel steeds meer inzien en dat maakt hem steeds deemoediger en meer verlangend naar liefde.

En daarom heeft alle geestelijke kennis, alle opwaartse ontwikkeling en het bereiken van de toestand van volmaaktheid steeds de kinderlijke verhouding van de mens tot de Vader als voorwaarde. En het gebed in de geest en in de waarheid is er weer het zichtbare teken van, dat het mensenkind deze verhouding tot de Vader aangegaan is.

Maar de Heer slaat geen acht op de vormgebeden, want die doden elk gevoel van liefde. Degene, die zich van voorgeschreven woorden, die niet uit het diepste van het hart komen, bedient, kan niet in de geest en de waarheid bidden, want ze geven niet het eigen denken, maar het denken van vreemden weer. De mens moet zich in de innigste verbondenheid met de Vader tegenover Hem zo uiten, zoals het gevoel van zijn hart is. Hij moet de Vader waarachtig als vader beschouwen en tot Hem komen met al zijn kleine zorgen en verlangens. En juist dit innige contact met de Vader zal een waar gebed teweegbrengen. En zo’n gebed zal niet alleen maar voor de vorm zijn.

Want God gaf de mensen verstand, zodat ze zelf actief moeten zijn en hun geest omhoog sturen. Als de mens zich van een vorm bedient, spreekt niet zijn hart tot de Vader, maar hij vervult alleen maar weer een hem opgelegde plicht. En dit gebed kan voor God niet de juiste waarde hebben, als de Vader toch als vader aangeroepen wil worden en de stem van Zijn kind op de kinderlijkste manier wil horen: eenvoudig, innig en volledig vertrouwend op de liefde en almacht van Degene, Die het gebed betreft.

Amen

Übersetzer