Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Wissen aus Gott Bestand in alle Ewigkeit.... Beteiligung der Seelen am Unterricht....

Dessen sollt ihr euch bewußt bleiben, daß der Ausgang jeglichen Wissens nur die ewige Gottheit ist und daß ihr, um recht belehrt zu werden, euch an Ihn Selbst wenden müsset.... Und so ihr den Quell der Weisheit anderswo sucht, werdet ihr ihn nimmer finden. Daher wird, wer von Gott gelehret, in höchstem Wissen stehen, wogegen lückenhaft und unvollständig jedes Wissen ist, das anderen Ursprungs ist, denn es wird letzteres den leiblichen Tod nicht überdauern, ersteres jedoch Bestand haben bis in alle Ewigkeit. Vernehmet ihr den Ruf aus der Höhe, so ist euch jegliche Gewähr gegeben, daß ihr den Kern der Wahrheit gefunden habt.... Und ihr dürfet getrost auf diesen Grundwahrheiten aufbauen, denn ihr müsset ja, als von Gott gelehrt, in der Wahrheit stehen. Doch wo sollte der Mensch die Garantie für die Wahrheit seines Wissens hernehmen, so diese lediglich erworben wurde durch menschlichen Verstand oder menschliches Lehren.... Es ist der Vater die Liebe, der Sohn die Weisheit.... Also vermittelt die göttliche Liebe allzeit die göttliche Weisheit Seinem Kind, denn der Vater, als Selbst Weisheit, will diese kundtun denen, die aus Ihm sind.... Alles, was der Vater hat, will Er Seinem Kind geben, also auch die ewige Wahrheit, die zu empfangen so überaus wertvoll ist.... Ein Erdenkind, das in solchem Wissen steht, vermag unsagbar segensreichen Einfluß auszuüben auf viele Geschöpfe, sowohl auf Erden als auch im Jenseits. Es vermag zu geben noch und noch.... Wer Verlangen trägt nach geistigem Wissen, kann bedacht werden durch das geistige-Gaben-empfangende Erdenkind. Die Seelen im Jenseits machen sich eine solche Gelegenheit, sich Wissen anzueignen, noch eher zunutze als die Erdenmenschen, die oft völlig teilnahmslos an der ihnen gebotenen Gnade vorübergehen. Sie sind unsagbar beglückt, regelmäßigen Unterweisungen beiwohnen zu können, und schöpfen daher ohne Unterlaß wertvolles Geistesgut und belehren wiederum jene Seelen, die unfähig sind, sich ein geistiges Bild zu machen über Sinn und Zweck solcher Unterweisungen. Die Seelen erkennen auch die große Gnade, die ihnen gewährt wird, daß sie teilnehmen können an diesem Unterricht, denn so das Wesen einmal die Weisheit Gottes erkannt hat, ist sein ganzes Streben ja nur auf diese gerichtet.... Es möchte sich aneignen alles Wissen, um sogestaltig zur Höhe zu gelangen, indem es sein Wissen nun wieder verwertet, um den anderen Seelen gleichfalls nach oben zu helfen. Und nur durch fortgesetztes Verfolgen der Lehrvorträge von oben zur Erde bereichert das Wesen im Jenseits sich selbst um dieses Wissen, das ihm den Aufstieg zur Höhe erleichtert. Die Menschen auf Erden aber gehen so oft achtlos daran vorüber, was ihnen im Jenseits größten Vorteil bieten könnte.... Sie schenken Gehör den Ausführungen irdisch Lehrender und weisen die göttlichen Gaben ab.... Und ihr Wissen wird daher mangelhaft sein und nicht wert, Ewigkeitsdauer zu haben, denn die göttliche Sendung ist über alles erhaben und unantastbar.... und glücklich, der sie empfangen darf aus der Hand des Vaters....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Kennis uit God bestaat voort tot in alle eeuwigheid – Deelname van de zielen aan het onderricht

Jullie moeten je ervan bewust blijven, dat alleen de eeuwige Godheid de oorsprong van alle kennis is en dat jullie, om goed onderwezen te worden, je tot Hem Zelf moeten wenden. En als jullie de bron van de wijsheid ergens anders zoeken, zullen jullie hem nooit vinden. Daarom zal degene, die door God onderwezen wordt, de hoogste kennis hebben, terwijl alle kennis, die een andere oorsprong heeft, vol leemten zit en onvolledig is, want het laatste zal de lichamelijke dood niet overleven, maar het eerste zal tot in alle eeuwigheid voortduren.

Als jullie de roep uit de hoogte horen, dan is jullie elke garantie gegeven, dat jullie de kern van de waarheid gevonden hebben. En jullie mogen gerust van deze fundamentele waarheden uitgaan, want jullie moeten immers, omdat jullie door God onderwezen zijn, in de waarheid staan. Maar waar zou de mens de garantie voor de waarheid van zijn kennis vandaan halen, als deze slechts verworven werd door het menselijke verstand of menselijk onderwijs.

De Vader is de Liefde, de Zoon de Wijsheid. Dus de goddelijke liefde geeft altijd de goddelijke wijsheid aan zijn kind, want de Vader, als de Wijsheid Zelf, wil deze bekendmaken aan degenen, die uit Hem zijn. Alles, wat de Vader heeft, wil Hij Zijn kind geven, dus ook de eeuwige waarheid, die zo buitengewoon belangrijk is om te ontvangen.

Een mensenkind, dat zo’n kennis heeft, is in staat om een onnoemelijke zegenrijke invloed uit te oefenen op vele schepselen, zowel op aarde, alsook in het hiernamaals. Het is in staat om steeds opnieuw te geven. Degene, die naar geestelijke kennis verlangt, kan bedacht worden door het mensenkind, dat geestelijke gaven ontvangt.

De zielen in het hiernamaals maken van zo’n gelegenheid om zich kennis eigen te maken nog eerder gebruik dan de mensen op aarde, die vaak volledig ongeïnteresseerd aan de genade, die hun aangeboden wordt, voorbijgaan. Ze zijn onuitsprekelijk blij om regelmatig onderrichtingen bij te kunnen wonen en ze doen daar onophoudelijk waardevolle geestelijke goederen op en ze onderwijzen weer deze zielen, die niet in staat zijn om zich een geestelijk beeld te vormen van de zin en het doel van zulke onderrichtingen.

De zielen herkennen ook de grote genade van het deel kunnen nemen aan dit onderwijs, die hen verleend wordt, want als het wezen eenmaal de wijsheid van God herkend heeft, is zijn gehele streven immers alleen maar daarop gericht. Het zou zich graag alle kennis eigen willen maken om op deze manier tot de hoogte te geraken, doordat het zijn kennis nu weer gebruikt om de andere zielen eveneens opwaarts te helpen. En alleen door het voortdurend volgen van de onderrichtende overdrachten van boven naar de aarde verrijkt het wezen in het hiernamaals zichzelf met deze kennis, dat voor hem het opwaarts gaan makkelijker maakt.

Maar de mensen op aarde gaan zo vaak achteloos voorbij aan wat voor hen in het hiernamaals van het grootste voordeel zou kunnen zijn. Ze schenken gehoor aan de uiteenzettingen van aardse onderwijzers en wijzen de goddelijke gaven af. En hun kennis zal daarom gebrekkig en de eeuwigheid niet waard zijn, want de goddelijke zending is boven alles verheven en onaantastbaar. En gelukkig degene, die haar uit de hand van de Vader ontvangen mag._>Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling