• Back

내적인 깨달음의 은혜.

나와 긴밀하게 연결을 이루고 순수한 진리를 위해 나에게 다가오는 모든 사람에게 내적인 깨달음의 은혜가 주어질 것이다. 이를 위해 먼저 진리를 향한 인간의 의지와 갈망이 필요하다. 그러나 단지 소수의 사람이 이런 의지를 드린다. 이런 진리를 향한 의지와 갈망이 사람들 사이에 더 많이 존재했다면, 영적 성장이 진실로 다르게 나타났을 것이다. 왜냐면 깨달은 영을 가진 모든 사람들의 생각이 일치되는 일을 통해 올바른 지식이 널리 전파되었을 것이기 때문이다. 진리에 대한 깨달음이 또한 강한 믿음으로 인도했을 것이고, 나와의 연결이 이뤄졌다면, 사랑을 행하는 일이 이미 일어나게 되었을 것이고, 그렇지 않다면 진리를 향한 갈망이 깨어나지 못했을 것이다. 왜냐면 사랑이 없는 사람은 진리에 관심이 없기 때문이다.

이처럼 한 가지에서 다른 한 가지가 나온다. 사람들이 나 자신을 먼저 깨달아야만 한다. 즉 사람들이 나를 믿는 믿음을 가져야만 한다. 이로써 사람들이 내가 가장 온전하고 가장 권세 있는 존재로서 모든 것을 알고, 모든 일을 행할 수 있다는 것을 믿는다. 그러므로 사람들이 내가 또한 지식을 사람에게 전달할 수 있다는 것을 믿고, 이런 믿음으로 그들의 영을 밝게 해주기를 나에게 구하게 된다. 그들은 내가 그에게 명료함을 줘야 하는 것이 우선 그의 이성이라고 생각한다. 나는 어떤 의미에서 실제 또한 그의 생각에 깨우침을 준다. 그러나 나로부터 온 영이 그의 이성에 영향을 미친다. 왜냐면 내 영이 없이는 이성 자신이 가지고 있지 않은 것을 전할 수 없기 때문이다.

그러나 어떤 사람이 자신의 친구에게 무언가를 구하면, 그는 또한 친구가 자신에게 호의를 갖게 하기 위해 또는 친구에게 자신의 사랑과 감사를 알리기 위해 친구의 의지를 따를 것이다. 그러므로 사람도 또한 나를 기쁘게 하기 위해 노력해야 하고, 이 노력을 그의 삶의 방식을 통해 보여줘야 한다. 그는 스스로 사랑을 베풀 것이다. 왜냐면 그가 나를 향한 사랑을 느끼기 때문이다. 이 사랑이 그가 나에게 영의 깨달음을 구하게 만든 사랑이다. 한 가지가 없이는 다른 한 가지를 생각할 수 없다. 왜냐면 여기에도 어겨서는 안되는 법이 역사하기 때문이다.

그러나 인간에게는 아직 두가지의 가능성이 있다. 그는 또한 외부에서 내 일꾼이나 또는 기록을 통해 올바른 지식을 얻을 수 있다. 이 지식을 단지 이성이 영접하면, 그가 스스로 나를 믿고, 사랑을 행하고, 진리를 향한 갈망을 갖는 조건을 성취시킬 때까지 이런 지식은 죽은 지식으로 머문다. 그러나 그는 이런 죽은 지식을 통해 생각이 자극을 받고, 깨달은 대로 사랑을 행하려고 노력할 수 있다. 그는 비록 시험적이라 할지라도 믿기를 원할 수 있고, 옳은 일을 하려고 노력할 수 있다. 그러면 그 안의 지식이 생명을 얻게 될 것이고, 그를 행복하게 할 것이고, 내 영이 그 안에서 역사하기 시작하게 될 것이다. 그는 이성이 아닌 심장에 이끌려 나를 찾게 된다. 그는 기회를 활용했고, 나를 믿는 믿음과 사랑을 행하는 일과, 진리를 향한 갈망을 통해 다시 올바른 지혜를 얻게 되었다. 왜냐면 그렇지 않았다면, 그가 이제 올바르게 해결한 문제를 해결하지 못하고 묶여 있었을 것이기 때문이다.

나는 나를 진지하게 찾는 모든 사람이 나를 찾게 한다. 그러므로 사람에게 단지 의지가 필요하다. 즉 모든 사람이 실제 짐작하지만, 인정하기를 원하지 않는 존재인 나에게 향해야만 하는 의지가 단지 필요하다. 그러나 그가 의식적으로 나를 외면하는 동안에는, 내가 또한 그를 강제로 변화시키기 위해 그에게 영향을 미칠 수 없다. 그는 스스로 나에게 나와야만 한다. 그러면 그는 그가 원하는 모든 것을 받는다. 왜냐면 내가 진실로 내 피조물들에게 아버지처럼 행하기 때문이다. 나는 내 피조물들을 내 자녀들로 변화시키기를 원하고, 나는 그들을 도울 수 있는 어떤 일도 거부하지 않을 것이다. 왜냐면 내가 그들을 사랑하고, 그들이 또한 내 사랑에 보답하기를 원하기 때문이다.

아멘

De genade van de innerlijke verlichting

De genade van de innerlijke verlichting zal alleen diegenen ten deel vallen die zich innig met Mij verbinden en Mij vragen om de zuivere waarheid. Daartoe behoort als eerste de wil en het verlangen van de mens naar de waarheid, maar die wordt slechts door zeer weinigen opgebracht. Zou deze wil en het verlangen naar waarheid onder de mensen meer aanwezig zijn, dan zou het er waarlijk anders voor staan met de geestelijke ontwikkeling, omdat het juiste weten wijd verbreid zou zijn door de overeenstemming van de opvattingen van allen die een verlichte Geest hebben. Het weten van de waarheid zou ook tot een sterk geloof leiden en een werkzaam zijn in liefde zou al te constateren zijn, wanneer de band met Mij tot stand wordt gebracht, daar anders het verlangen naar de waarheid niet ontwaakt zou zijn, want een mens zonder liefde heeft geen interesse in de waarheid. Zo komt uit het ene het andere voort.

Ik Zelf moet eerst worden erkend. Dus het geloof in Mij moet aanwezig zijn. Bijgevolg is ook met het geloof verbonden, dat Ik als volmaaktste en machtigste Wezen van alles op de hoogte ben en alles kan, dus ook het weten aan een mens kan overbrengen. En daarom vraagt hij Mij vanuit dit geloof erom, zijn Geest te verlichten. Eerst bedoelt hij weliswaar zijn verstand, dat Ik hem duidelijkheid zal geven, en in zekere zin verlicht Ik ook wel zijn denken. Maar het is steeds de Geest uit Mij die ook zijn verstand beïnvloedt, omdat het verstand zonder Mijn Geest niet kan overdragen wat het zelf niet bezit.

Vraagt echter een mens iets voor zichzelf van zijn vriend, dan zal hij zich ook naar diens wil voegen, om hem goedgunstig te stemmen, of ook om hem zijn liefde en dankbaarheid te tonen. Dus zal de mens ook zijn best doen Mij te behagen, en dit door zijn levenswandel bewijzen. Hij zal zelf liefde geven, omdat hij voor Mij liefde voelt, die hem ook aanleiding geeft om verlichting van Geest te vragen. Het ene is ondenkbaar zonder het andere, want ook hierin is een wet werkzaam die niet ongedaan mag worden gemaakt.

Toch heeft de mens nog een tweede mogelijkheid. Hij kan het juiste weten ook van buitenaf in ontvangst nemen door Mijn boden of door geschriften. Weliswaar blijft het voor hem nog zo lang een dood weten dat alleen door het verstand wordt opgenomen, totdat hij zelf juist die voorwaarden vervult: geloof in Mij, liefde en verlangen naar de waarheid. Maar hij kan door dergelijk dood weten worden aangespoord en in overeenstemming met dit inzicht zijn best doen, werkzaam te zijn in liefde.

Hij kan - ook al is het bij wijze van proef - willen geloven en ernaar streven het juiste te doen, en het weten in hem zal leven verkrijgen. Het zal hem gelukkig maken. Mijn Geest begint in hem te werken en hij vindt de weg naar Mij, gedreven door zijn hart, niet door het verstand. Hij heeft de gelegenheid ten volle benut en is tot de juiste wijsheid gekomen, inderdaad ook weer pas door het geloof in Mij, door werken van liefde en het verlangen naar de waarheid, daar hij zich anders niet door zulke vraagstukken zou hebben laten fascineren, die nu juist werden opgelost.

Ik laat Me vinden door ieder die Mij serieus zoekt. Daarom is alleen de wil nodig die zich moet richten op Mij, het Wezen dat ieder mens wel vermoedt, maar dat niet alle mensen willen erkennen. Maar zolang hij zich bewust van Mij afwendt, zolang kan Ik ook niet op hem inwerken om hem door middel van dwang te veranderen. Hij moet uit zichzelf tot Mij komen. Dan ontvangt hij alles wat hij begeert, want Ik handel waarlijk als een Vader tegenover Mijn schepselen die Ik tot Mijn kinderen wil omvormen. En Ik zal er geen iets weigeren wat het daarbij zou kunnen helpen, want Ik heb ze lief en wil ook Mijn Liefde beantwoord zien.

Amen