사람이 믿음을 갖게 되면, 그는 힘이 부족함을 의식하게 된다. 왜냐하면 그러면 그는 하나님의 은혜가 없이는 자신을 약한 피조물로 깨닫기 때문이다. 따라서 믿는 사람에게 그의 연약함을 특별히 알려줄 필요가 없다. 왜냐하면 그는 단지 희귀하게 자신의 힘으로 하나님께 도달할 수 있다고 생각할 것이기 때문이다. 믿는 사람을 하나님을 가장 숭고하고 온전한 존재로 여기고, 자신의 낮음과 연약함을 의식한다. 그러므로 그는 항상 이 땅의 삶을 위한 힘을, 높이 성장하기 위한 힘을 하나님께 구하게 될 것이다. 그는 하나님의 은혜가 없이는 높은 곳에 도달할 수 없음을 알기 때문에 하나님께 은혜를 구하게 될 것이다.
그러나 믿음이 부족한 사람은 자신을 무기력한 피조물로 여기지 않는다. 그는 오히려 자신이 하고자 하는 일이, 세상적인 성공이든, 영적인 성공이든, 자신에게 달려 있다고 굳게 확신한다. 그는 대부분 이 땅의 성공만을 위해 추구하고, 영적인 추구는 그에게 중요하지 않다. 그러나 영적인 성공을 단지 은혜의 선물로만 여기게 된다면, 이는 그에게 바로 위험한 일이다. 왜냐면 그는 자신이 강하다고 생각하기 때문에 자신이 하나님의 뜻에 따라 자신을 형성할 수 없을 것이라는 걱정을 하지 않기 때문이고, 따라서 그가 자신의 혼의 성장을 하나님이 자신을 선택했는 지, 다시 말해 그에게 하나님의 은혜가 주어지는 지에, 하나님이 그를 축복하기로 결정했는 지에, 달려있다고 여기기 때문이다.
그러므로 그는 하나님께 은혜를 구하게 하는 자신의 자유의지를 사용하지 않는다. 그는 깊은 믿음이 없다. 그러므로 그가 연약하다는 가르침을 그에게 주면, 그는 이런 가르침을 믿을 수 없고, 믿기를 원하지 않는다. 그러나 그는 다른 한편으로 하나님의 뜻이라면, 자신이 개입하지 않고, 자신을 붙잡는 하나님의 은혜를 기다린다.
올바른 믿음은 사람들이 모든 겸손함으로, 하나님의 뜻에 전적으로 순종하면서 드리는, 올바른 방법으로 기도할 수 있게 한다. 그러나 그가 기도하게 만드는 것은 자신의 의지이다. 반면에 믿지 않는 사람은 스스로 행동을 취하지 않고, 그가 하나님께 구해야 할 것을, 다시 말해 요구해야 할 것을, 기다린다. 이런 태도는 사람이 하나님의 은혜가 없이는 아무 일도 할 수 없다는 가르침을 받았기 때문이다. 그러므로 그는 또한 이런 은혜에 합당하게 되기 위해 아무 일도 하지 않는다.
사람이 스스로 아무 일도 할 수 없다는 가르침이 그가 힘을 주시기를 요구하게 만드는 것이 아니라, 오히려 활동하지 않고 기다리게 만든다. 그러므로 그에게 의지가 약하는 것을 알려주는 일이 낫다. 이로써 그가 이런 약점을 고치려고 하게 하고, 이제 의지를 강하게 해주기를 구하는 기도에 힘쓰게 해야 한다. 왜냐면 힘은 하나님에 의해 그에게 공급될 수 있지만, 그러나 의지가 행동을 취하도록 강요할 수 없기 때문이다. 그는 자신이 동인이 되어 하나님을 추구해야만 한다. 그러면 그에게 하나님의 은혜가 주어지고, 그는 영원한 신성 앞에 자신의 연약함을 깨닫는다.
아멘
TranslatorVan het gebrek aan kracht wordt de mens zich bewust zodra hij gelovig is. Want dan ziet hij zichzelf als een zwak schepsel zonder de genade Gods. Bijgevolg hoeft een gelovig mens de eigen zwakheid niet speciaal te worden voorgehouden, want hij zal zichzelf zelden in staat achten uit eigen kracht bij God te kunnen komen. De gelovige mens ziet in God het meest verheven en meest volmaakte Wezen en is zich bewust van zijn geringheid en zwakte. Hij zal dus steeds de kracht voor zijn aardse levenswandel, voor zijn klim omhoog, van God afsmeken. Hij zal God om genade vragen, omdat hij weet dat hij zonder de goddelijke genade niet opwaarts kan gaan.
Ontbreekt het de mens echter aan geloof, dan beschouwt hij zich niet als een krachteloos schepsel. Hij is er veeleer vast van overtuigd, dat het aan hem alleen ligt datgene te bereiken wat hij zich voorneemt, hetzij aards of geestelijk succes. Meestal streeft hij alleen aards resultaat na en geestelijk streven vindt hij onbelangrijk. Maar voor hem is het een direct gevaar als een geestelijk resultaat alleen met het schenken van genaden wordt gemotiveerd. Want daar hij zichzelf als krachtig beschouwt, heeft hij geen twijfel, dat hij niet in staat zou zijn zich naar Gods wil te vormen. En daarom maakt hij zijn geestelijk rijper worden ervan afhankelijk of God hem uitverkiest, dat wil zeggen hem Zijn genade doet toekomen, dus hem heeft voorbestemd om zalig te worden. En bijgevolg schakelt hij zijn vrije wil uit, die hem toelaat te bidden om genade. Hij heeft geen diep geloof en kan en wil daarom deze leerstelling niet geloven, wanneer hem zijn krachteloosheid wordt voorgehouden. Maar van de andere kant wacht hij op de goddelijke genade, die hem zonder zijn toedoen vastpakt als dit goddelijke wil is.
Het juiste geloof laat de mens op de juiste manier bidden, vol deemoed en overgave aan de wil van God. Maar steeds is het zijn eigen wil die hem aanzet om te bidden, terwijl de ongelovige mens zelf niet actief wordt, doch wacht op datgene waarvoor hij zou moeten bidden, dat wil zeggen wat hij zou moeten vragen aan God. En deze instelling kan het gevolg ervan zijn dat de mens wordt geleerd dat hij tot niets in staat is zonder de gift van goddelijke genade. En daarom doet hij ook niets om deze genade waardig te worden.
De leer dat de mens uit eigen kracht tot niets in staat is, brengt hem niet tot het vragen om toezending van kracht, integendeel, ze brengt hem ertoe om passief te wachten. En daarom is het beter, hem alleen de zwakheid van wil voor te houden, opdat hij zijn best doet deze zwakheid op te heffen en nu in het gebed om versterking van zijn wil worstelt. Want de kracht kan hem door God worden gegeven. Maar de wil kan niet onder dwang tot activiteit worden aangezet. Hij moet uit eigen aandrang op God aansturen, dan wordt hem ook de goddelijke genade toegestuurd en ziet hij zijn zwakheid in tegenover de eeuwige Godheid.
Amen
Translator